4.5.2 Uitvoering van
de verplichting volgens de ambtelijke rapportages Het ministerie van Justitie
vermeldt in zijn bijdrage dat de zorg voor de kwaliteit
van wetgeving een belangrijke taak is van dit
departement. Internationaalrechtelijke toetsing wordt
daaronder begrepen. Het ministerie besteedt aandacht aan
de wetsvoorstellen die momenteel op bovengenoemde
terreinen in behandeling zijn. De mogelijkheid van
blijvende strijdigheid met het Verdrag komt daarbij niet
aan de orde.
Over het voorstel tot
wijziging van de Wet conflictenrecht echtscheiding (zie
hierna uitgebreider in 4.5.3) wordt opgemerkt dat de
aanleiding voor de verdergaande erkenning van de
verstoting ligt in enige honderden naturalisatiedossiers.
Deze worden niet afgewikkeld omdat (in de praktijk
vooral) de hertrouwde Marokkaanse aanvrager niet kan
aantonen dat zijn eerdere echtgenote zich heeft
neergelegd bij de door hem uitgesproken verstoting.
4.5.3 Uitvoering van de
verplichting volgens de NGO-rapportages [54]
Naamrecht
In het huidige naamrecht
heeft een vrouw die getrouwd is of haar kind laat
erkennen, wettelijk niet de mogelijkheid om haar kind
haar eigen naam te geven. Dat dit anno 1997 nog steeds
geldend recht is, getuigt niet van daadkrachtig optreden
van de overheid, aldus de NGO's. In 1984 verscheen een
voorontwerp tot herziening van het naamrecht, de Hoge
Raad heeft in 1988 bepaald dat het huidige naamrecht in
strijd is met het beginsel van gelijkheid van mannen en
vrouwen. Thans ligt een wetsvoorstel bij de Eerste Kamer
dat bij afwezigheid van een keuze door de ouders
automatisch de naam van de man aan het kind toedeelt. [55] Dit wetsvoorstel is in strijd met
artikel 16 lid 1 sub d van het Verdrag, dat verplicht tot
gelijke rechten van ouders bij het kiezen van een
geslachtsnaam voor hun kinderen.
Wetsvoorstel
conflictenrecht echtscheiding
In de huidige Wet
conflictenrecht echtscheiding van 1981 is erkenning van
verstoting slechts mogelijk als blijkt dat de vrouw ermee
heeft ingestemd. Op 7 mei 1996 is bij de Tweede Kamer een
wijzigingsvoorstel ingediend, dat beoogt de mogelijkheid
van erkenning van een verstoting uit te breiden voor die
gevallen waarin de buitenlandse vrouw in het land van
herkomst verblijft. Instemming is dan niet langer een
vereiste. [56]
Het wijzigingsvoorstel
ontlokte aan een van de NGO's de opmerking: "Het
indienen van zo'n voorstel laat wel duidelijk zien dat
zelfs ministeries niet op de hoogte zijn van
verdragsverplichtingen, dat is zorgwekkend."
De NGO's voeren een groot
aantal bezwaren aan.
- De belangenafweging
achter het wetsvoorstel is onbegrijpelijk.
- Het is voor de
verstoten vrouw wel degelijk van belang op de
hoogte te zijn van het einde van haar huwelijk,
zodat ze de bruidsschat kan opeisen en kan
hertrouwen; bovendien zal in een aantal gevallen
een echtscheidingsprocedure in Nederland voor
haar belangrijk kunnen zijn.
- Het argument dat de
vrouw niet te achterhalen is om bewijs van
instemming met de verstoting te verkrijgen, roept
ernstige twijfels op.
- Van een in Nederland
wonende man mag verwacht worden dat hij weet of
nagaat welke eisen in Nederland aan een erkenning
van een ontbinding van een huwelijk worden
gesteld (sinds 1981) en hij kan zorgen dat
daaraan wordt voldaan. Doet hij dit niet, dan
heeft hij eventuele problemen daaromtrent aan
zichzelf te danken; er kan altijd nog een
reguliere echtscheidingsprocedure gevoerd worden.
- Het
verblijfplaatscriterium beschermt vrouwen
onvoldoende tegen situaties waarin zij naar het
land van herkomst worden teruggebracht, of daar
na een vakantie worden achtergelaten en
vervolgens na enige tijd worden verstoten.
- Nederlandse
echtscheidingsvonnissen worden door een aantal
islamitische landen niet erkend. Met het
wijzigingsvoorstel wordt geen
onderhandelingspositie gecreëerd om deze wel te
laten erkennen. Vooral Marokkaanse vrouwen
ondervinden veel nadelen van het feit dat de
Nederlandse echtscheiding niet wordt erkend in
Marokko.
- Tegenover de
tegemoetkoming aan Marokkaanse mannen die willen
naturaliseren, staan de problemen van 5000 in
Nederland gescheiden Marokkaanse vrouwen die
moeilijker dan voorheen kunnen naturaliseren. Bij
het ophalen van de benodigde papieren lopen zij
het risico te worden opgepakt wegens overspel.
Nederland stelt namelijk sinds twee jaar de eis
dat bepaalde papieren gelegaliseerd worden in het
land van herkomst.
- De
mensenrechtenbeweging en de vrouwenbeweging in
Marokko ijveren voor aanpassing van het personen-
en familierecht ter verbetering van de rechten
van vrouwen. De verstoting zonder betrokkenheid
van de vrouw is een instituut dat in Marokko
inmiddels aan betekenis verliest.
- De eenzijdige
verstoting is in strijd met artikel 16 lid 1 sub
c van het Verdrag.
- Erkenning van de
eenzijdige verstoting is in strijd met de
fundamentele beginselen van de Nederlandse
rechtsorde.
- Op de
Wereldvrouwenconferentie is het
zelfbeschikkingsrecht van vrouwen erkend;
onderdeel daarvan is het niet-verbreken van het
huwelijk tegen haar zin. [57]
Wet limitering
alimentatie
De Wet limitering
alimentatie stelt in principe een maximum (12 jaar) aan
de duur van alimentatiebetalingen na echtscheiding. Deze
wet gaat uit van de - thans nog niet bereikte - situatie
van een volledig geëmancipeerde samenleving en is vooral
nadelig voor vrouwen die tijdens hun huwelijk niet of
nauwelijks buitenshuis hebben gewerkt in een tijd dat dat
niet ongewoon was. Momenteel wordt er door Divortium, de
bond van gescheiden vrouwen, en de Stichting Rechtenvrouw
een procedure gevoerd over deze wet. Volgens eiseressen
is deze in strijd met artikel 2 van het Verdrag, omdat de
wet vrouwen op een achterstandspositie zet en een
verslechtering van de positie van vrouwen ten opzichte
van die van mannen bewerkstelligt.
Ouderschap en
afstamming
- Het Clara Wichmann
Instituut pleit voor verzorgend ouderschap
als genererend criterium voor juridisch
ouderschap. Het vasthouden door de regering aan
de "fundamentele uitgangspunten" van
het familierecht heeft als gevolg dat met name
sociale moeders en homoparen uitgesloten worden
van juridisch ouderschap. Het sociale ouderschap
houdt in dat de (mede)verzorgende ouder geen
biologische band heeft met het kind, waardoor
belangrijke rechtsgevolgen niet intreden voor
zowel ouder als kind: de onderhoudsplicht, het
gezag, erfrechtelijke regelingen, het recht op
naam en nationaliteit en omgangsrecht. Maar
binnen de grote groep sociale ouders wordt
onderscheid gemaakt: sociale moeders worden niet
gelijk behandeld aan sociale vaders, en
homoseksuele paren niet hetzelfde als
heteroseksuele paren. Zo kunnen vaders en
hetero's wel juridische ouders worden, maar
sociale moeders en homoparen nooit. [58] Door het vasthouden aan
(fictieve) afstamming komt het huidige
afstammingsrecht in strijd met internationale
rechtsregels in de Europese Conventie voor de
Rechten van de Mens en in het Verdrag. [59]
- Het wetsvoorstel
medevoogdij en gezamenlijke voogdij legt de
ongelijkheid vast en is daarmee eveneens strijdig
met het recht op eerbiediging van het gezinsleven
en gelijke behandeling in de Europese Conventie.
- Er wordt momenteel
een proefproces gevoerd om stiefouderadoptie te
verkrijgen voor een sociale moeder in een
lesbische relatie. Dit is afgewezen door de
rechtbank en het Hof te Amsterdam; nu buigt de
Hoge Raad zich hierover.
|