Het Vrouwenverdrag in Nederland anno 1997


4.5 Familieleven

4.5.1 Inhoud van de verdragsverplichting

Aan de uitbanning van discriminatie op het terrein van het familieleven besteedt het Verdrag in verschillende artikelen aandacht. De belangrijkste bepaling is artikel 16 dat betrekking heeft op gelijkheid in het personen- en familierecht. In artikel 5 komt de traditionele rolverdeling in het gezin aan de orde. Voor alleenstaande moeders is artikel 3 van belang, aangezien daarin ontplooiingsmogelijkheden van vrouwen centraal staan. Voor lesbische moeders is artikel 15 van belang, aangezien het feit dat de niet-biologische moeder op geen enkele wijze familierechtelijke betrekkingen met de kinderen kan krijgen - zoals de Nederlandse wetgeving stelt - op gespannen voet staat met de in dat artikel vereiste gelijkheid voor de wet.

Artikel 16 vereist onder andere gelijke rechten bij het aangaan en beëindigen van een huwelijk; gelijke rechten en verantwoordelijkheden als ouder; gelijke rechten binnen het huwelijk met betrekking tot eigendom en de keuze voor beroep of werkkring.

In Aanbeveling 19 en Aanbeveling 21 over gelijkheid in het huwelijk en familierelaties, worden de verdragsstaten erop gewezen dat ook binnen het gezin vrouwen gevrijwaard dienen te zijn van seksespecifiek geweld. Voorts wordt aanbevolen om wetgeving aan te passen die discriminerende maatregelen, gebaseerd op normen, gewoonten en sociaal-culturele vooroordelen bevat, en om wetgeving in overeenstemming met artikelen 9 (nationaliteitsrecht), 15 en 16 te creëren en te handhaven.

De eerste Nederlandse CEDAW-rapportage maakt melding van de inspanningen om het onderscheid tussen mannen en vrouwen in het personen- en familierecht op te heffen. [53] Die uitbanning van directe discriminatie van vrouwen op dit terrein is op een paar "thans nog resterende ongelijkheden" na voltooid. Een deel daarvan wordt momenteel aangepast (naamrecht en ontkenning vaderschap); een ander deel blijft voortbestaan omdat de desbetreffende bepalingen volgens de regering niet discriminerend zijn.

Het is niet haalbaar in deze rapportage het brede terrein van het familieleven geheel te beschrijven. Er is meer studie nodig om de inhoud van de verplichtingen op dit terrein in volle omvang vast te stellen.