17.4. SPEERPUNTEN De hiervoor weergegeven analyse en
knelpunten geven aanleiding tot de volgende speerpunten:
17.4.1. Eerste speerpunt:
emancipatie en verkeer en vervoer
Er zal een inventarisatie
plaatsvinden van emancipatie-aspecten in het verkeers- en
vervoersbeleid en de mogelijke knelpunten die daarbij te
onderkennen zijn. Afhankelijk van de uitkomst van deze in
1993 af te ronden inventarisatie zal worden beoordeeld in
hoeverre bijstelling van beleid nodig is.
Het advies van de ER inzake NMP en
emancipatie en de ER-studie "Op weg naar een
emancipatoir mobiliteitsbeleid" zullen bij deze
inventarisatie worden betrokken. Bij het opstellen van
het SVV-II is echter al rekening gehouden met de ook door
de ER gesignaleerde ontwikkelingen.
17.4.2. Tweede speerpunt:
emancipatie in de V&W-sectoren
In de Verkeer en Waterstaatsectoren
is sprake van ondervertegenwoordiging van vrouwen.
Enerzijds vormt het geringe aantal
vrouwen met een (hoogwaardige) technische opleiding een
knelpunt bij de realisatie van de wens meer vrouwen in de
sectoren werk te laten vinden. Anderzijds speelt ook het
beeld een rol dat het hier gaat om
"mannenwerk", alsmede de veelal aanwezige
"mannelijkheidscultuur" in de werksituatie.
Teneinde een en ander doelgericht
te kunnen aanpakken is een Commissie Positieve Actie
ingesteld, die zich richt op de gehele Verkeer en
Waterstaatsector. Deze zal in 1992 een actieplan
opstellen ter vergroting van het aandeel van (onder
andere) vrouwen in deze sector.
17.4.3. Advies Emancipatieraad
De ER stelt twee nieuwe speerpunten
voor. Het eerste betreft het uitbreiden van de aantallen
vrouwen met een technische functie c.q. opleiding. Op dit
punt moet verwezen worden naar de eerst-verantwoordelijke
ministers (Economische Zaken en Onderwijs en
Wetenschappen).
Het tweede voorstel van de ER zal
worden meegenomen door de Commissie Positieve Actie, die
in november/december 1992 aan de Minister van Verkeer en
Waterstaat zal rapporteren.
17.5. INTERN EMANCIPATIEBELEID
Sinds 1985 wordt er bij Verkeer en
Waterstaat een gericht emancipatiebeleid voor vrouwen
gevoerd. Hierbij wordt gestreefd naar het bereiken van
een afspiegeling van de arbeidsmarkt. Bestond in de
eerste jaren alleen een inspanningsverplichting om ten
tijde van afslankingsoperaties minimaal het relatieve
aandeel vrouwen in het personeelsbestand te handhaven,
thans wordt er, overeenkomstig de afspraken bij de
rijksoverheid, naar gestreefd het aantal vrouwen in het
personeelsbestand van het ministerie in de jaren
1992-1997 jaarlijks met tenminste 1%-punt te laten
stijgen.
Eind 1990 was dit percentage 18,2%,
eind 1991 18,9%. Voor het percentage vrouwen in de
schalen 10 en hoger wordt gestreefd naar een jaarlijke
toename van 1,5%-punt. Eind 1990 bedroeg dit percentage
7,5%; eind 1991 9,1%.
Ten behoeve van de werving van
vrouwen zullen regionale netwerken worden opgezet.
Gedacht wordt aan samenwerkingsverbanden met
regiobemiddelaars, personeelsconsulenten, arbeidsbureaus,
streekscholen en eventueel gemeenten.
Teneinde de aantrekkelijkheid om
bij Verkeer en Waterstaat te komen werken te vergroten,
zijn verschillende voorzieningen gecreëerd, zoals de
mogelijkheid tot kinderopvang en ouderschapsverlof.
Verkeer en Waterstaat stelt jaarlijks ruim twee miljoen
beschikbaar voor kinderopvang. Het gaat om ongeveer 300
kindplaatsen per jaar. Verkeer en Waterstaat is overigens
gebonden aan de met de vakorganisaties overeengekomen
taakstelling tot 1995.
Ook worden er cursussen speciaal
gericht op vrouwen georganiseerd en zijn er afspraken
over herintredingsmogelijkheden gemaakt. Door
flexibilisering van werktijden (variabele werk- en
eindtijden van werkdagen; de mogelijkheid om 4 x 9 uur te
werken) kunnen werk en privé gemakkelijker worden
gecombineerd).
Er zal een aantal
thema-bijeenkomsten voor vrouwelijk personeel
georganiseerd worden.
Verkeer en Waterstaat is deelnemer
aan een project voor herintredende vrouwen. Aan vrouwen
met een academische opleiding die een tijd uit het
arbeidsproces zijn geweest, wordt de mogelijkheid geboden
om weer betaalde arbeid te gaan verrichten.
Ter voorkoming en bestrijding van
ongewenste intimiteiten is een klachtencommissie in het
leven geroepen en is bij iedere dienst binnen Verkeer en
Waterstaat een vertrouwenspersoon aangesteld.
17.6. ORGANISATIE VAN HET
EMANCIPATIEBELEID
Aan de uitvoering van het interne
emancipatiebeleid wordt vorm gegeven door de diensten
zelf. Afstemming van activiteiten vindt plaats in de
Kontaktvergadering Emancipatie Verkeer en Waterstaat.
Deze Kontaktvergadering heeft tot taak de Directeur
Personeelszaken gevraagd en ongevraagd te adviseren over
emancipatie-aspecten van het personeelsbeleid.
De Stuurgroep Positieve Actie
stimuleert, coördineert en begeleidt het opstellen en
uitvoeren van positieve actieprogramma's door de
verschillende diensteenheden.
Voor de coördinatie van het extern
gerichte emancipatiebeleid zal in 1992 een intracommissie
worden ingesteld.
|