Met het oog op 1995

Beleidsprogramma Emancipatie



18.4. SPEERPUNTEN

Om de realisering van de VROM-emancipatiedoelstellingen dichterbij te brengen zal VROM zich de komende jaren vooral voor de volgende speerpunten inzetten:

18.4.1. Uitvoeren van de actiepunten uit het Beleidsprogramma Emancipatie VROM, uit te brengen in 1993

Enkele actiepunten voor de korte termijn zijn o.a.:

  • een studie naar het instrument gemeentegarantie;
  • in het ruimtelijke ordeningsbeleid bij de beoordeling van voorbeeldplannen de emancipatiedoelstellingen betrekken;
  • voorlichting over flexibel bouwen;
  • normstelling milieuverontreinigende stoffen.

18.4.2. Vergroting participatie vrouwen in adviesorganen, besturen en commissies op de terreinen van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu

Overeenkomstig het rijksbeleid zoals neergelegd in "Vrouwen in politiek en openbaar bestuur" streeft VROM naar een aandeel van tenminste 15 % vrouwen in de externe adviesorganen en van 20 % vrouwen in interdepartementale commissies eind 1995.

Daarnaast worden via diverse sporen activiteiten ter vergroting van de (bestuurlijke) participatie van vrouwen in de vele organisaties, instanties enz. op het gebied van de volkshuisvesting, de ruimtelijke ordening en het milieubeleid ondersteund. Dit onder meer via de (mede-)financiering van emancipatieprojecten van deze organen en instanties.

18.4.3. Bevordering van de beroepsuitoefening door vrouwen op alle terreinen van VROM

Dit speerpunt zal nader uitgewerkt in de beleidsnota Emancipatie VROM "Stem voor de Toekomst", die begin 1993 aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden.

18.4.4. Verbetering van de bereikbaarheid en afstemming van de functies wonen, werken en voorzieningen op elkaar

Bij de beoordeling van plannen voor de Subsidie Grote Bouwlocaties zal de bereikbaarheid van voorzieningen betrokken worden.

18.4.5. Bevordering van de combinatie van betaalde en onbetaalde arbeid

Dit speerpunt zal nader uitgewerkt in de beleidsnota Emancipatie VROM "Stem voor de Toekomst", die begin 1993 aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden. Hierbij zullen de uitkomsten van de projecten "Herverdeling van betaalde en onbetaalde arbeid en in samenhang daarmee vergroting van de zorgverantwoordelijkheid voor mannen" en "Doorbreking van beeldvorming in termen van mannelijkheid en vrouwelijkheid" worden betrokken.

18.5. INTERN EMANCIPATIEBELEID

Doelstelling van het interne emancipatiebeleid is het bevorderen van evenredige arbeidsdeelname van vrouwen op alle niveaus. Bij de realisatie van deze (kabinets)doelstelling sluit het interne VROM-emancipatiebeleid nauw aan bij het beleid zoals geformuleerd in de kabinetsnota "Vervolgbeleid Positieve actie voor vrouwen bij de rijksoverheid" [39]. Teneinde de streefcijfers voor de gehele rijksoverheid te realiseren dienen de departementen een groei-inspanning te leveren van 1%-punt per jaar voor het totale aantal vrouwen en 1,5%-punt per jaar voor vrouwen in de functies vanaf schaal 10. Bij het inwerkingtreden van het vervolgbeleid positieve actie op 1-1-1991 maakten vrouwen bij VROM 25,7% van het totale personeelsbestand uit. Eind 1991 was dit percentage gestegen tot 26%. De functies vanaf schaal 10 werden eind 1990 voor 12% door vrouwen bezet. Eind 1991 was dit percentage opgelopen tot 13,5%.

Hierna worden enkele van de bij het realiseren van de streefcijfers in te zetten instrumenten kort toegelicht.

1. Instroombevordering

Er wordt gestreefd naar een jaarlijkse groei van 1 %-punt. Dit onder meer via 50 % vrouwen bij de instroom van jonge academici. Laatsgenoemd streven is opgenomen in de managementconvenanten tussen de Secretaris-Generaal en de Directeuren-Generaal.

2. Doorstroombevordering

Omdat vele hogere functies in meer of mindere mate managementfuncties zijn, wordt specifieke aandacht besteed aan het bewustworden en vergroten van het managementpotentieel van vrouwen. Dit onder meer via managementopleidingen. Een voorbeeld daarvan is de leergang Basismanagement aan vrouwen in niet-leidinggevende functies vanaf functieschaal 12. In het managementconvenant met de VROM-diensten is opgenomen dat het streven gericht is op 50% participatie van vrouwen in managementopleidingen. Mede dankzij dit beleid is het aandeel van vrouwen in de functies vanaf schaal 10 begin 1992 gestegen tot 16 %.

3. Zorg voor kinderen

Aan de regeling voor ouderschapsverlof is ruime bekendheid gegeven en veel medewerkers vragen ook nadere informatie daarover.

De nieuwe hoofdzetel zal een kinderdagverblijf krijgen. Bij het toekennen van kindplaatsen krijgen vrouwelijke en alleenstaande werknemers prioriteit.

Om aan de behoefte te voldoen zal het ook noodzakelijk zijn om additioneel kindplaatsen te huren bij bestaande kinderopvangvoorzieningen.

4. Regeling ter bestrijding van ongewenste intimiteiten

Bij de diensten zijn vertrouwenspersonen aanwezig en is een Klachtencommissie Ongewenste Intimiteiten benoemd. Daarnaast wordt gewerkt aan het verbeteren en intensiveren van de voorlichting aan medewerk(st)ers en het lijnmanagement.

18.6. ORGANISATIE VAN HET EMANCIPATIEBELEID

Aandacht voor emancipatie en de uitvoering van het rijksbeleid is primair één van de aspecten bij de voorbereiding en uitvoering van het beleid op de diverse VROM-terreinen. Voor wat betreft de interne emancipatie worden daartoe in de managementconvenanten onder meer concrete doelstellingen geformuleerd.

Voor wat betreft de emancipatie in het externe VROM-beleid functioneert binnen VROM sinds 1980 de STEM (Stuurgroep Emancipatie VROM) waarin de verschillende dienstonderdelen vertegenwoordigd zijn.

De STEM houdt zich bezig met het externe VROM-emancipatiebeleid. De taken van de Stuurgroep zijn van stimulerende, cordinerende en adviserende aard.

Binnen de STEM worden de relevante adviezen van de Emancipatieraad besproken en verwerkt. Een tweede Beleidsprogramma Emancipatie VROM wordt daarin voorbereid.