Met het oog op 1995 Beleidsprogramma Emancipatie |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3.3.2. Maatschappelijke
veranderingen Het hierboven geschetste beeld is een weerspiegeling van ingrijpende maatschappelijke veranderingen. In dit kader is een recent rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) van belang dat in het rapport "Shaping Structural Change" [8]. In dit rapport constateert de OESO dat het leven in onze westerse maatschappijen georganiseerd is rond een impliciet "sociaal contract" met twee componenten, het "seksecontract" en het"arbeidscontract". Het "seksecontract" veronderstelt dat de vrouw het grootste deel van de zorg voor de familie en het huishoudelijke werk doet terwijl de man geacht wordt om zorg te dragen voor de financiële huishouding van de familie. Het "arbeidscontract" versterkt deze arbeidsverdeling door de werknemer te definiëren als de enige kostwinner die continu full-time werkt gedurende het gehele leven. Dit beeld van de werknemer conflicteert steeds meer met de realiteit van het leven van veel mensen. In 1989 maakt nog 32% van de mensen onder de 65 jaar deel uit van een huishouden met één persoon die full-time de financiële zorg voor een gezin of partner heeft. De andere groepen, alleenstaanden, eenoudergezinnen, tweeverdieners en echtparen ouder dan 65 jaar, vormen samen een ruime (68%) meerderheid. De laatstgenoemde groepen moeten allen betaalde arbeid combineren met huishoudelijke zorgtaken, of hoeven geen betaalde arbeid meer te verrichten (zie Tabel 3). Tabel 3:Huishoudenstypen, personen boven de 18 jaar naar aantal huishoudens, 1985 en 1989
Bron: WBO 1985/1989, bewerking SZW. Duidelijk is dat onze maatschappij zich in een overgangsfase bevindt, waarbij het "traditionele sociale-contract" niet langer voldoet. Volgens de OESO proberen in deze overgangsfase met name vrouwen zowel aan het arbeids-contract als aan het sekse-contract te voldoen. Dit heeft geleid tot het volgen van een groot aantal compromis-strategieën. Het meest zichtbare voorbeeld hiervan is het werken in deeltijdarbeid. Deze compromisstrate- gieën bieden echter geen oplossing voor de gevoelde dubbele belasting. De werkelijke oorzaak - de traditionele op sekse gebaseerde verdeling van de arbeid in betaalde en onbetaalde activiteiten en de onverenigbaarheid van arbeids- en familieverantwoordelijkheden - blijft hierbij intact. Vooral de groep werkende vrouwen met kinderen draagt hiervan de gevolgen in de vorm van de dubbele belasting. De opdracht voor de komende jaren is om de maatschappij zodanig aan te passen dat ze is afgestemd op de veranderende maatschappelijke en economische behoeften van vrouwen en mannen. 3.3.3. De rol van de overheid Vooral op het terrein van de herverdeling van onbetaalde arbeid is de vraag wat de rol van de overheid hierbij kan zijn een belangrijk vraag. Datgene wat zich afspeelt binnen gezinnen en andere leefeenheden wordt immers door velen ervaren als onderdeel van de primaire leefsfeer. Het uitgangspunt van de overheid is over het algemeen een uiterste terughoudendheid bij het ingrijpen in de primaire leefsfeer. Wil de overheid echter haar taakstelling op gebied van arbeidsparticipatie, emancipatie van vrouwen en herverdeling van betaalde arbeid realiseren, dan zal de overheid maatregelen moeten nemen op het gebied van de herverdeling van onbetaalde arbeid. De rol van de overheid ligt hier met name in het wegnemen van belemmeringen en het scheppen van voorwaarden, en het rechtstreeks stimuleren van verdere herverdeling. 3.3.4. Vormen van herverdeling onbetaalde arbeid De herverdeling van de huishoudelijke zorgarbeid kan verschillende vormen aannemen. Binnen leefeenheden kan een betere verdeling plaatsvinden tussen de personen (partners en kinderen) die hiervan deel uitmaken. Een tweede mogelijkheid voor herverdeling ligt in de wat grotere verbanden van een aantal gezinnen of leefvormen, of een buurt. Onderlinge afspraken over kinderopvang, het doen van boodschappen enz. zijn reeds vaker voorkomende vormen van herverdeling van onbetaalde (huishoudelijke) arbeid. Belangrijk is uiteraard dat dit op basis van wederkerigheid gebeurd. Een derde mogelijkheid op het gebied van de herverdeling van onbetaalde (huishoudelijke) arbeid is het uitbesteden van werkzaamheden naar betaalde krachten. Sprekende voorbeelden hiervan zijn; voorzieningen voor kinderopvang, boodschappenbezorgdiensten en huishoudelijk hulpen. Het nadeel van deze mogelijkheden is dat ze veelal niet bereikbaar zijn voor mensen met een laag inkomen. 3.4. DOELSTELLINGEN In het Beleidsplan Emancipatie uit 1985 is de centrale doelstelling voor het regerings-emancipatiebeleid als volgt geformuleerd: "Het bevorderen van de ontwikkeling van de huidige maatschappij, waarin het sekseverschil nog in zo grote mate is geïnstitutionaliseerd naar een pluriforme maatschappij, waarin iedereen ongeacht sekse of burgerlijke staat de mogelijkheid heeft een zelfstandig bestaan te verwerven en waarin vrouwen en mannen gelijke rechten, kansen, vrijheden en verantwoordelijkheden kunnen realiseren. Voor het terrein arbeid en inkomen is als centrale emancipatiedoelstelling geformuleerd: "Het bereiken van een situatie waarin ieder volwassen individu, ongeacht de leefvorm waarvan hij of zij deel uitmaakt, in eigen levensonderhoud kan voorzien en voor zichzelf kan zorgen." Deze beide doelstellingen bieden aanknopingspunten voor de herverdeling van onbetaalde (huishoudelijke) arbeid. De algemene emancipatiedoelstelling gaat in op het belang van keuzevrijheid en ontplooingsmogelijkheden van vrouwen en mannen op alle levensgebieden. In de doelstelling op het terrein van arbeid en inkomen is zowel "economische zelfstandigheid" als de "zorgzelfstandigheid" van individuen verwoord. Hieraan ontbreekt nog het element van zorg voor anderen dat bij de herverdeling van onbetaalde arbeid een grote rol speelt. Het gaat er in feite om dat vrouwen en mannen gelijkelijk deel hebben aan betaalde en onbetaalde activiteiten. Om de beide algemene doelstellingen te bereiken is het nodig dat mannen een groter deel van de onbetaalde arbeid op zich nemen. Voor de kortere termijn moet de mate waarin mannen en vrouwen de huishoudelijke en verzorgende taken op zich nemen minimaal een ontwikkeling naar elkaar toe vertonen. Idealiter zou hierin voor mannen een versnelling moeten optreden teneinde de achterstand op dit gebied in te halen. Met het project wordt beoogd:
Deze werkdoelen dienen er toe bij te dragen dat de stagnatie die zich momenteel voordoet in de participatie van mannen aan de onbetaalde arbeid wordt opgeheven, en dat verdere herverdeling van onbetaalde arbeid zich versneld doorzet. 3.5. ACTIVITEITEN EN FASERING Het project zal worden onderverdeeld in algemene activiteiten (3.5.1.) en activiteiten rond levensfasen (3.5.2.) 3.5.1. Algemene activiteiten (a)Hoofd-thema hiervan zou moeten zijn "zichtbaarheid". Aan deze zichtbaarheid zijn een aantal facetten te onderscheiden:
Dit deel van het project heeft een voorlichtend karakter en is in de eerste plaats gericht op het grote publiek. (b)Als tweede element van de algemene activiteiten van het project wordt overwogen om een adviesaanvraag voor te bereiden om aan de hand van de het OESO-rapport "Shaping Structural Change" een toekomstscenario te ontwikkelen voor de organisatie van de zorg in onze maatschappij. 3.5.2. Activiteiten rond levensfasen Daarnaast zullen activiteiten opgestart kunnen worden die de diverse levensfasen als startpunt hebben. Er zijn namelijk een aantal punten in het leven te isoleren waarop keuzes gemaakt worden voor de verdeling van de onbetaalde arbeid. In de periode voorafgaand aan deze momenten kan een aangrijpingspunt gezocht worden om die keuzen te beïnvloeden. Hierbij gaat het om de volgende levensfasen: |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||