|
Op Gelijke Voet - juni
2000 - reacties op de Meerjarennota Emancipatiebeleid
Margo Brouns hoopt dat
het emancipatiebeleidsplan dat na de zomer uitkomt meer bezieling krijgt.
Eigenzinniger wordt, vitaler en in elk geval inspirerender. De titel
alleen al: "Van vrouwenstrijd naar vanzelfsprekendheid". Alsof
er niets meer is om voor te véchten. Het beleid heeft successen geboekt.
Maar nieuwe verworvenheden bieden nieuwe spanningsvelden en nieuwe
paradoxen, vindt ze. Die ga je niet te lijf met bekende thema's. Het is nu
tijd voor revitalisering van het emancipatiebeleid.
Brouns geeft een
voorbeeld. Het thema "arbeid en zorg" staat stevig op de agenda.
Toonaangevende ondernemingen doen hun best vrouwen posities van betekenis
te geven. Dit is rechtstreeks de verdienste van het emancipatiebeleid. Het
is op dit punt zeer geslaagd in haar aanjaagfunctie. Nu moeten we dus een
stapje vérder: vooraan staan om volgende terreinen om te woelen.
Die zijn er genoeg. Juist het succesvolle arbeid- en zorgbeleid legde
pijnlijke plekken bloot: de ingebakken dominantie van wat des mannen is,
bijvoorbeeld. Dáár ligt het fundament van wat alom wordt gezien als een
onneembare vesting. Iedereen praat over de hardheid van het glazen
plafond. Over "cultuurverandering", en vooral over hoe moeilijk
dat is. Als er iets in onze maatschappij als "vanzelfsprekend"
kan worden betiteld, dan is het de acceptatie en bewondering voor waarden
en normen die traditioneel mannelijk worden genoemd: concurrentiedrift,
ambitie, prestatiegerichtheid. Maar van alle wetenschappelijke en
praktische expertise die over dit onderwerp in de nota te vinden is, vind
je in de nota niets terug. Dat vind ik echt jammer, zegt Brouns. Het woord
mannelijkheid wordt niet eens genoemd. Ze hoopt dat de staatssecretaris
dit snel rechtzet.
Met een actueler en
pittiger emancipatiebeleid kan een culturele, sociale én economische
bloei worden bereikt met een nieuwe sociale cohesie. Eén die klassieke
mannelijke en vrouwelijke waarden verbindt: concurrentie én solidariteit,
prestatie én zorgzame toewijding.
De discussienota hinkt nog teveel op gedateerde denkwijzen. Alsof
productiviteit en werkgelegenheid de waarde van het leven bepalen. Alsof
het sociale weefsel van de maatschappij uitsluitend afhangt van onze
economische slagkracht.
Dit, zegt Brouns, is de vraag die mevrouw Verstand moet stellen: "Wat
heeft onze samenleving te winnen bij een ander evenwicht met nieuwe of
vernieuwde economische, sociale en culturele waarden? " Dat is toch
veel boeiender dan nog weer eens tien jaar praten over "gelijke
rechten en gelijke kansen"?
En over de Informatie- en Communicatietechnologie: "Niet alleen maar
inzetten op nog meer know-how, nog meer technologie. Want wie gaan daar op
vooruit ? De hoger opgeleiden, de welgestelden, de jongeren. Er ontstaat
een ICT-elite van kapitaalkrachtige mannen en vrouwen, terwijl juist in de
risicogroepen - zoals eenoudergezinnen en ouderen - vrouwen zijn
oververtegenwoordigd. Deze dreigen te worden vergeten. Dus dáár moet
mevrouw Verstand het voor opnemen. Met een zak geld voor de sociale
dimensie van ICT. Computers en internet in buurthuizen, in buurtcentra.
Het is aan de overheid om de kwaliteit van het bestaan van de minder
bevoorrechten te bewaken. Daarom pleit ik voor een poldermodel voor ICT.
Een echt contract, waarin alle partijen zich vastleggen op spijkerharde
afspraken die de technologische vooruitgang ook werkelijk tot een
verbetering maken. Ook voor sociaal zwakkere vrouwen en mannen".
Margo Brouns schreef
onder de titel "Gender is van ons allemaal" een uitgebreide
reactie op de meerjarennota. Die is te
lezen op de website van de Joke Smit Stichting: www.emancipatie.nl |
Margo Brouns is
directeur van Brouns & Sibbes Research and Support en als universitair
docent verbonden het Centrum voor Genderstudies van de Groningse
Universiteit
|