De Staten die partij zijn bij
dit Verdrag, Erop
wijzend dat het Handvest van de Verenigde Naties
opnieuw het vertrouwen in de fundamentele rechten van de
mens, in de waardigheid en de waarde van de mens en in de
gelijke rechten van mannen en vrouwen bevestigt,
Erop wijzend dat de
Universele Verklaring van de rechten van de mens het
beginsel van de ontoelaatbaarheid van discriminatie
bevestigt en verkondigt dat alle mensen vrij en gelijk in
waardigheid en in rechten zijn geboren en dat een ieder
aanspraak heeft op alle daarin genoemde rechten en
vrijheden, zonder enig onderscheid van welke aard ook,
waaronder begrepen ieder onderscheid naar geslacht,
Erop wijzend dat de
Staten die partij zijn bij de Internationale Verdragen
inzake de rechten van de mens verplicht zijn het gelijke
recht van mannen en vrouwen op het genot van alle
economische, sociale, culturele, burgerlijke en politieke
rechten te verzekeren,
In aanmerking nemend
de internationale overeenkomsten gesloten onder
auspiciën van de Verenigde Naties en de gespecialiseerde
organisaties ter bevordering van de gelijkgerechtigdheid
van mannen en vrouwen,
Tevens wijzend op
de resoluties, verklaringen en aanbevelingen aangenomen
door de Verenigde Naties en de gespecialiseerde
organisaties ter bevordering van de gelijkgerechtigdheid
van mannen en vrouwen,
Evenwel verontrust over
het feit dat ondanks deze verschillende akten
wijdverbreide discriminatie van vrouwen nog steeds
bestaat,
Eraan herinnerend dat
discriminatie van vrouwen schending van de beginselen van
gelijkgerechtigdheid en eerbied voor de menselijke
waardigheid is, de deelneming van vrouwen op gelijke voet
met mannen aan het politieke, sociale, economische en
culturele leven van hun land in de weg staat, de toename
van de welvaart van de maatschappij en het gezin
belemmert en de volledige ontplooiing van de
mogelijkheden van vrouwen bij het dienen van hun land en
van de mensheid ernstig bemoeilijkt,
Verontrust over het
feit dat vrouwen in situaties van armoede worden
achtergesteld bij de verkrijging van voedsel,
gezondheidszorg, onderwijs, opleiding en werkgelegenheid,
alsmede van andere mogelijkheden om in hun behoeften te
voorzien,
Ervan overtuigd dat
de invoering van de nieuwe internationale economische
orde, gebaseerd op billijkheid en rechtvaardigheid, een
aanzienlijke bijdrage zal leveren aan de bevordering van
de gelijkheid van mannen en vrouwen,
Met nadruk erop wijzend
dat de uitbanning van apartheid, van alle vormen van
racisme, van rassendiscriminatie, van kolonialisme, van
neo-kolonialisme, van agressie, van buitenlandse
bezetting en overheersing en van inmenging in de
binnenlandse aangelegenheden van Staten, van essentieel
belang is voor het volledige genot van rechten door
mannen en vrouwen,
Bevestigend dat de
versterking van de internationale vrede en veiligheid, de
internationale ontspanning, de onderlinge samenwerking
tussen alle Staten ongeacht hun sociaal en economisch
stelsel, de algemene en volledige ontwapening, in het
bijzonder nucleaire ontwapening onder streng en
doeltreffend internationaal toezicht, de bevestiging van
de beginselen van rechtvaardigheid, gelijkheid en
wederzijds belang in de betrekkingen tussen de landen, en
de verwezenlijking van het recht van volken, levend onder
vreemde en koloniale overheersing en buitenlandse
bezetting, op zelfbeschikking en onafhankelijkheid,
alsmede de eerbiediging van de nationale soevereiniteit
en de territoriale integriteit, de maatschappelijke
vooruitgang en ontwikkeling zullen bevorderen en derhalve
zullen bijdragen tot het bereiken van volledige
gelijkheid van mannen en vrouwen,
Ervan overtuigd dat
voor de volledige ontwikkeling van een land, het welzijn
van de wereld en de zaak van de vrede is vereist dat
zoveel mogelijk vrouwen, op gelijke voet met mannen, op
alle gebieden deelnemen,
Indachtig de
belangrijke, tot dusverre niet volledig erkende bijdrage
van vrouwen aan het welzijn van het gezin en aan de
ontwikkeling van de maatschappij, alsmede de
maatschappelijke betekenis van het moederschap en de rol
van beide ouders in het gezin en bij de opvoeding van
kinderen, en beseffend dat de functie van vrouwen bij de
voortplanting geen basis voor discriminatie mag zijn,
maar dat de verantwoordelijkheid voor de opvoeding van
kinderen door mannen, vrouwen en samenleving als geheel
gezamenlijk moet worden gedragen.
Zich ervan bewust dat
een verandering in de traditionele rol zowel van mannen
als van vrouwen in de maatschappij en in het gezin
noodzakelijk is om tot volledige gelijkheid van mannen en
vrouwen te komen.
Vastbesloten de
beginselen, genoemd in de Verklaring inzake de uitbanning
van discriminatie van vrouwen, te verwezenlijken en te
dien einde de maatregelen die ten behoeve van de
uitbanning van zodanige discriminatie in al haar vormen
en uitingen zijn vereist, aan te nemen,
Zijn overeengekomen als
volgt:
|