4.6.3 Uitvoering van
de verplichting volgens de NGO-rapportages [64] Beleid in het algemeen
- Er is geen
eenduidigheid in het overheidsbeleid. Vanuit
verschillende beleidsterreinen worden
verschillende benaderingen gehanteerd: in het
emancipatiebeleid staat economische
zelfstandigheid centraal, in het
minderhedenbeleid inburgering en in het
vreemdelingenbeleid toegang en verblijfsstatus.
- Het beleid
generaliseert met betrekking tot zwarte,
migranten- en vluchtelingenvrouwen. Door
onvoldoende differentiatie naar sociale klasse en
opleidingsniveau is er onvoldoende steun voor
vrouwen met een adequate opleiding en
vaardigheden.
- Een koppeling tussen
artikel 3 van het Vrouwenverdrag en het Verdrag
tegen rassendiscriminatie kan aanknopingspunten
bieden voor een geïntegreerd beleid.
Toelating
- Inzicht in
sociaal-culturele achtergronden van vrouwen en
genderdiscriminatie dient geïntegreerd te zijn
in de ambtsberichten die de leidraad vormen bij
de beoordeling van asielaanvragen, en in de
opleiding van immigratie- en
naturalisatieambtenaren.
- De erkenning van
genderdiscriminatie en seksueel geweld jegens
vrouwen als schendingen van de mensenrechten van
vrouwen door de Wereldconferentie over
Mensenrechten in 1993, dient een vertaling te
vinden in maatregelen op Europees en nationaal
niveau; in de procedure voor toekenning van de
vluchtelingenstatus dienen deze vrouwelijke
vluchtmotieven erkend te worden.
- De afhankelijke
verblijfsvergunning maakt vrouwen kwetsbaar voor
huiselijk geweld, aangezien een verbreking van de
relatie tot uitzetting kan leiden. Dit type
verblijfsvergunning maakt vrouwen afhankelijk in
allerlei opzichten. Immers, verlating door de
partner kan tot uitzetting leiden. Vrouwen kunnen
daarom belemmerd worden bij de verwezenlijking
van hun behoeften, zoals scholing, werk,
bewegingsvrijheid en sociale contacten. De
afhankelijke verblijfsvergunning druist in tegen
de doelstellingen van het emancipatiebeleid van
zelfstandigheid en de bestrijding van seksueel
geweld in de privésfeer.
- Bij de beoordeling
van een aanvraag om voortgezet verblijf kan de
zorg voor jonge kinderen van invloed zijn op de
beslissing; dit is echter een 'geheim' beleid;
omwille van rechtszekerheid en -gelijkheid is
formalisering van dit beleid gewenst.
- De verscherpte
inkomenseis bij gezinshereniging leidt vanwege de
slechte arbeidsmarktpositie van zwarte,
migranten- en vluchtelingenvrouwen tot indirecte
discriminatie.
Arbeid en inkomen
- Een vrouw kan in
moeilijkheden komen bij een afwijzende beslissing
op een aanvraag van een zelfstandig
verblijfsrecht waarbij direct een last tot
uitzetting is gegeven. Tijdens de bezwaar- en
beroepsprocedures kan deze vrouw maanden van een
bijstandsuitkering verstoken zijn, omdat de
plaatselijke politie weigert een zogenoemde
ABW-verklaring af te geven; er moet meer rekening
gehouden worden met goede verklaringen voor het
'niet tijdig' aanvragen van voortgezet verblijf,
zoals onzekerheid over herstel van de relatie en
een verblijf in een opvanghuis.
- Vreemdelingen kunnen
zich alleen als werkzoekende inschrijven met een
verblijfsdocument. De beslissingen over
voortgezette toelating kunnen maanden uitblijven,
wat inschrijving als werkzoekende onmogelijk
maakt. Het hebben van werk is echter vervolgens
van doorslaggevende betekenis voor het recht op
voortgezet verblijf. Dit is extra nadelig voor
vrouwen die voortgezet verblijf wensen en tijdens
het huwelijk geen betaald werk hebben verricht.
- Er zijn nieuwe
creatieve ideeën nodig voor de ontplooiing en
emancipatie van vrouwen van niet-Nederlandse
afkomst. Om te komen tot een krachtige
bestrijding van discriminatie van vrouwen op de
arbeidsmarkt lijkt een strategische alliantie met
het bedrijfsleven aanbevelenswaardig. De
bestrijding van de achterstand van zwarte,
migranten- en vluchtelingenvrouwen op de
arbeidsmarkt kan pas effectief zijn, als rekening
gehouden wordt gehouden met de verschillende
posities van de verschillende groepen.
|