Het Vrouwenverdrag in Nederland anno 1997


3.4.4 Beleid ten aanzien van beeldvorming

De term waaronder in het overheidsbeleid de laatste jaren expliciet aandacht wordt besteed aan de derde subdoelstelling van het Verdrag is beeldvorming. In de eerste CEDAW-rapportage vanuit Nederland komen slechts enkele activiteiten op dit terrein, zoals mediaprojecten, naar voren. Er wordt een verband gelegd met het probleem van de ondervertegenwoordiging van vrouwen in bepaalde sectoren. Instrumenten zijn vooral gericht op voorlichting van het brede publiek.

Beeldvorming is sedertdien als aandachtsgebied binnen het emancipatiebeleid sterk ontwikkeld. In het kader van de uitvoering van het Beleidsplan Emancipatie 1985 is in 1993 een interdepartementale projectgroep aan het werk gegaan die in een periode van ruim drie jaar een groot aantal activiteiten op dit gebied heeft ontplooid. In 1996 kwam de projectgroep met een eindadvies, waarin veel nadruk werd gelegd op de overheid zelf als doelgroep van beleid dat is gericht op doorbreking van beeldvorming in termen van mannelijkheid en vrouwelijkheid. [65]

Zweeg de nota Emancipatie in uitvoering vrijwel geheel over beeldvorming, in de Beleidsbrief Emancipatiebeleid 1997 krijgt dit thema wel ruime aandacht. Op zichzelf is dit een belangrijke verbetering. Er kunnen echter vraagtekens worden gezet bij de wijze waarop in de beleidsbrief uitvoering wordt gegeven aan de aanbevelingen van genoemde projectgroep. Een verantwoording voor het al dan niet overnemen van deze aanbevelingen ontbreekt, en er wordt te fragmentarisch beleid op dit terrein ontwikkeld. De genoemde instrumenten van de emancipatie-effectrapportage, de deskundigheidsbevordering binnen de rijksdienst, het centraal stellen van sekse en etniciteit, en het geven van voorlichting zijn zeker belangrijk. Onduidelijk is waarom andere concrete aanbevelingen van de projectgroep ontbreken, zoals het bevorderen van 'commitment' aan de top van de departementen, het opzetten van een brede communicatieve campagne en de inhoudelijke verdieping van een aantal thema's.

De rapportagecommissie vraagt bijzondere aandacht voor de voortzetting van het werk van het Bureau Beeldvorming bij de NOS, waarvan subsidiëring op dit moment nog niet vaststaat, en voor het feit dat de overheid voor het overige slechts op incidentele basis projecten in deze sfeer (mede)financiert. [66] Gezien het belang van de media voor het overbrengen van beelden over mannelijkheid en vrouwelijkheid is structurele professionele aandacht voor dit onderwerp een absoluut vereiste voor de uitvoering van artikel 5 van het Verdrag.

Op het terrein van de beeldvorming blijft een belangrijke rol weggelegd voor het departement dat zich met de coördinatie van het beleid ten aanzien van de positie van vrouwen bezighoudt. Deskundigheidsbevordering, begeleiding van het uitvoeren van emancipatie-effectrapportages, publiekscampagnes en dergelijke kunnen nog niet uitsluitend aan de vakdepartementen worden overgelaten. Tekenend hiervoor is dat behalve in de rapportage van het ministerie van OC&W in slechts enkele van de ambtelijke rapportages iets te vinden is over dit onderwerp (zie de bijdragen van VWS en EZ).