3.4 Doorbreking van de
dominantie van de huidige genderideologie 3.4.1 Inleiding
De derde subdoelstelling
van het Verdrag houdt in het doorbreken van de dominantie
van de huidige genderideologie en het effectief
bestrijden van daaruit voortvloeiende
uitsluitingsmechanismen. In de genderideologie wordt
onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen door aan hen
verschillende waarden en kwaliteiten in gedrag,
denkbeelden, gevoelens, waardeoordelen en verwachtingen
toe te schrijven.
Deze subdoelstelling sluit
aan bij artikel 5 van het Verdrag, waarvan in hoofdstuk 2
reeds het centrale belang is uiteengezet. Voorts is deze
doelstelling terug te vinden in artikel 10 sub c, waar
het Verdrag de opdracht bevat te zorgen voor uitbanning
van elke stereotiepe opvatting van de rol van mannen en
vrouwen op alle niveaus en in alle vormen van onderwijs.
Het CEDAW heeft in
verschillende Aanbevelingen deze doelstelling uitgewerkt.
In Aanbeveling 3 gaat het CEDAW in meer algemene zin in
op de noodzaak stereotiepe denkwijzen over vrouwen te
bestrijden, Aanbeveling 12 en 19 leggen een verband
tussen stereotiepe denkbeelden over vrouwen en seksueel
geweld, en Aanbeveling 21 wijst op de noodzaak
stereotiepe denkbeelden ten aanzien van de rol van mannen
en vrouwen in het gezin te veranderen. De Nederlandse
regering nam tijdens de behandeling van de
Goedkeuringswet een terughoudend standpunt in ten aanzien
van dit onderwerp (zie paragraaf 2.1.1).
|