Het Vrouwenverdrag in Nederland anno 1997


3.3 Het beleid ter verbetering van de positie van vrouwen

3.3.1 Inleiding

Het Verdrag vraagt een actieve opstelling van de overheid om de positie van vrouwen te verbeteren. Dit beleid krijgt op twee manieren gestalte:

  • door het tot stand brengen, bijhouden en zonodig bijstellen of initiëren van een wetgevingsinstrumentarium, met name antidiscriminatiewetgeving en andere relevante wetgeving die de gelijke behandeling van vrouwen verbetert;
  • door het ontwikkelen van een breed scala van beleidsmaatregelen op alle denkbare terreinen ter verbetering van de positie van vrouwen.

In de komende paragrafen worden eerst de wetgevingsactiviteiten besproken waartoe het Verdrag verplicht (3.3.2); vervolgens komen de beleidsmaatregelen aan de orde (3.3.3).