3.2.4 De bestrijding van discriminatie in
het openbaar bestuur Ook
het bestuurlijk en het feitelijk handelen van de overheid
valt onder de geboden en verboden neergelegd in artikel
2. Dat wil zeggen dat voor alle overheidsorganen de norm
geldt dat zij niet mogen discrimineren in regelgeving,
bij het geven van beschikkingen en in gedragingen. Ook
het geven van op het individuele geval gerichte
overheidsbeschikkingen valt onder het gebod van artikel
2. Daarnaast geldt dat alle overheidsorganen zich actief
bezig moeten houden met de bestrijding van discriminatie,
en dat zij gelijke behandeling dienen te bevorderen.
Voor de controle op het gebod aan
de overheid om niet te discrimineren, bestaan momenteel
geen bijzondere voorzieningen. De werkingssfeer van de
Algemene wet gelijke behandeling (AWGB) strekt zich niet
uit tot het feitelijk handelen van de overheid. Hoewel in
rechtsverhoudingen tussen overheid en burger uiteraard
het discriminatieverbod van artikel 1 Grondwet geldt, is
hier een bijzonder, op de norm toegespitste vorm van
toezicht achterwege gebleven. De CGB is in dit soort
gevallen niet bevoegd. In haar commentaar meldt de CGB
dat zij in de loop van de tijd verscheidene verzoeken om
een oordeel over eenzijdige rechtshandelingen van de
overheid niet kon honoreren, omdat de AWGB zich beperkt
tot de verhoudingen tussen burgers.
|