Het Vrouwenverdrag in Nederland anno 1997


2.2.5 Welke overheid is verantwoordelijk?

Uit de internationale rechtsliteratuur komt naar voren dat de overheid in haar geheel met al haar instellingen en organen verantwoordelijk gesteld en aangesproken kan worden. De rijksoverheid kan haar zorg voor de uitvoering van het Verdrag op vele wijzen vormgeven, onder andere door een deel daarvan concreet in handen te geven van lagere overheden of overheidsorganen.

Dit neemt niet weg dat de rijksoverheid als eerste verantwoordelijk is en blijft vanwege het feit dat de rijksoverheid optreedt voor Nederland als verdragsluitende staat. Zo zal de rijksoverheid onder alle omstandigheden de voortgang moeten bewaken, een infrastructuur voor een passende uitvoering in stand moeten houden, moeten sturen en coördineren, en verslag moeten doen aan het CEDAW.

De regering meende tijdens de behandeling van de Goedkeuringswet dat er nauwelijks enige verantwoordelijkheid bestaat bij de rijksoverheid voor het emancipatiegehalte van het beleid van lagere overheden. Zij wees een voorstel van D66 af tot overleg inzake de verplichtingen uit het Verdrag met lagere overheden.

Naar de mening van de rapportagecommissie was de regering op dit punt te terughoudend.