Het Vrouwenverdrag in Nederland anno 1997


1.5 Opzet van het rapport

Hoofdstuk 2 bespreekt de betekenis van het Verdrag volgens de meest recente inzichten. Aan de orde komen de doelstelling en reikwijdte, de verplichtingen die het oplegt aan de overheid, en de werking van het Verdrag in de Nederlandse rechtsorde. Ook komen hier de mogelijkheden tot toetsing en naleving, en de noodzaak tot verspreiding van en voorlichting over het Verdrag ter sprake. In dit hoofdstuk wordt de hoofddoelstelling van het Verdrag uiteen gezet in drie subdoelstellingen die in samenhang moeten leiden tot uitbanning van alle discriminatie van vrouwen. [15]

In de hoofdstukken 3 en 4 worden de consequenties besproken van het Verdrag voor het beleid dat gevoerd moet worden om het hoofddoel te bereiken.

In hoofdstuk 3 wordt het algemene deel van een dergelijk emancipatiebeleid besproken aan de hand van de drie subdoelstellingen. In dit hoofdstuk komt ook de organisatie hiervan aan de orde, als randvoorwaarde voor een effectief beleid.

In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op het beleid dat ten aanzien van verschillende beleidsvelden gevoerd dient te worden. De rapportagecommissie heeft zich, in overleg met de coördinerend minister, moeten beperken tot een aantal relevante beleidsterreinen. Voor dit vierde hoofdstuk heeft de rapportagecommissie mede kunnen putten uit materiaal dat haar is toegezonden door de NGO's.

Het rapport besluit (hoofdstuk 5) met algemene conclusies en een reeks aanbevelingen.