Vierde Wereldvrouwenconferentie


Strategische doelstelling B.4

Onderwijs en opleidingen zonder discriminatie ontwikkelen

Te ondernemen actie

83. Door regeringen, onderwijsautoriteiten en andere onderwijskundige en academische instellingen:

  1. Aanbevelingen opstellen en leerplannen, studieboeken en onderwijshulpmiddelen ontwikkelen zonder op gender gebaseerde stereotypering, voor alle onderwijsniveaus, inclusief de lerarenopleiding, in samenwerking met alle betrokkenen - uitgevers, docenten, overheidsinstanties en ouderverenigingen;
  2. Opleidingsprogramma’s en -materialen ontwikkelen voor leerkrachten en begeleiders die stimuleren tot bewustwording ten aanzien de positie, de rol en de bijdrage van vrouwen en mannen in het gezin, zoals omschreven onder punt 29 hierboven, en de samenleving; in dit verband gelijkheid, samenwerking en onderling respect, alsmede het delen van verantwoordelijkheden door meisjes en jongens bevorderen vanaf de kleuterleeftijd en in het bijzonder onderwijsmodules ontwikkelen om te verzekeren dat jongens beschikken over de vaardigheden die zij nodig hebben om in hun eigen huishoudelijke behoeften te voorzien en de verantwoordelijkheid voor hun huishouden en voor de zorg van hun gezinsleden te delen;
  3. Opleidingsprogramma’s en -materialen ontwikkelen voor leerkrachten en begeleiders, om hen beter bewust te maken van hun eigen rol in het onderwijsproces, teneinde hun effectieve strategieën aan te reiken voor gender-bewust onderwijs.
  4. Maatregelen treffen om te verzekeren dat vrouwelijke leerkrachten en hoogleraren dezelfde kansen en dezelfde status hebben als mannelijke leerkrachten en hoogleraren, gezien het feit dat het belangrijk is op alle niveaus vrouwelijke docenten te hebben en teneinde meisjes ertoe te bewegen naar school te gaan en te zorgen dat zij niet afhaken.
  5. Onderwijs in het vreedzaam oplossen van conflicten introduceren en bevorderen;
  6. Gerichte maatregelen treffen om te zorgen dat het percentage vrouwen dat toegang krijgt tot beleids- en besluitvorming op onderwijsgebied toeneemt, en wel met name het percentage vrouwelijke docenten op alle onderwijsniveaus en in academische disciplines waarin van oudsher mannen overheersen, zoals wetenschappelijke en technologische vakken;
  7. Studies en onderzoek naar de positie van mannen en vrouwen op alle onderwijsniveaus ondersteunen en ontwikkelen, met name op postacademisch niveau aan academische instellingen, en de resultaten hiervan toepassen bij de ontwikkeling van leerplannen, waaronder universitaire leerplannen, studieboeken en lesmateriaal, en bij de lerarenopleiding;
  8. Voor alle vrouwen opleidingen en kansen ontwikkelen om leiding te geven, om hen aan te moedigen zowel tijdens hun opleiding of studie, als later in de samenleving leidinggevende taken te vervullen;
  9. Passende onderwijs- en informatieprogramma’s ontwikkelen, waarbij rekening wordt gehouden met meertaligheid, in het bijzonder in samenhang met de massamedia, om het publiek, en met name ouders, bewust te maken van het belang van niet-discriminerend onderwijs voor kinderen en het delen van gezinsverantwoordelijkheden door meisjes en jongens;
  10. Programma’s voor mensenrechteneducatie ontwikkelen, waarin op alle niveaus aandacht wordt geschonken aan de positie van zowel vrouwen als mannen, in het bijzonder door instellingen voor hoger onderwijs aan te moedigen om met name bij rechtswetenschappen, sociale en politieke wetenschappen in de doctorale en postdoctorale fase de studie van de mensenrechten van vrouwen op te nemen, zoals bedoeld in de VN-verdragen;
  11. Waar nodig obstakels op het gebied van wet- en regelgeving en op sociaal gebied voor voorlichting over seksualiteit en voortplanting in het kader van formele onderwijsprogramma’s met betrekking tot gezondheidsaangelegenheden van vrouwen, wegnemen;
  12. Met begeleiding en ondersteuning van ouders en in samenwerking met onderwijzend personeel en onderwijsinstellingen de opstelling van onderwijsprogramma’s voor meisjes en jongens en de totstandbrenging van geïntegreerde diensten aanmoedigen om hen beter bewust te maken van hun verantwoordelijkheden en hen te helpen die verantwoordelijkheden te aanvaarden, rekening houdende met het belang van dergelijk onderwijs en zulke diensten voor de persoonlijke ontwikkeling en het zelfrespect, en met de dringende noodzaak om ongewenste zwangerschappen, de verspreiding van seksueel overdraagbare ziekten, en wel met name HIV/AIDS, en verschijnselen als seksueel geweld en misbruik te voorkomen;
  13. Zorgen voor toegankelijke recreatie- en sportfaciliteiten en voor meisjes en vrouwen van alle leeftijden gender-bewuste programma’s binnen onderwijs-instellingen en vormingscentra opstellen en versterken en de verbetering van de positie van vrouwen op alle gebieden van sport en lichamelijke oefening ondersteunen, mede via coachen, trainen en bestuurlijke functies, op nationaal, regionaal en internationaal niveau;
  14. Het recht van inheemse vrouwen en meisjes op onderwijs erkennen en ondersteunen en een multiculturele aanpak van onderwijs bevorderen, die inspeelt op de behoeften, aspiraties en culturen van inheemse vrouwen, mede via het ontwikkelen van passende onderwijsprogramma’s, leerplannen en lesmateriaal, voor zover mogelijk in de inheemse taal, en door voorzieningen te treffen voor de participatie van inheemse vrouwen in deze processen;
  15. De artistieke, geestelijke en culturele activiteiten van inheemse vrouwen erkennen en eerbiedigen;
  16. Waarborgen dat de gelijkheid tussen beide seksen en de culturele, godsdienstige en overige verscheidenheid in onderwijsinstellingen worden geëerbiedigd;
  17. Onderwijs-, opleidings- en relevante informatieprogramma’s voor vrouwen op het platteland en in het boerenbedrijf bevorderen, door gebruik te maken van betaalbare, geschikte technologieën en de massamedia - zoals radioprogramma’s, cassettes en mobiele units;
  18. Buitenschools onderwijs geven, met name voor plattelandsvrouwen om hun mogelijkheden met betrekking tot gezondheidszorg, micro-bedrijven, landbouw en wettelijke rechten te benutten;
  19. Alle belemmeringen voor toegang tot formeel onderwijs voor zwangere jongeren en jonge moeders wegnemen en kinderopvang en waar nodig andere ondersteunende dienstverlening stimuleren.