Vierde Wereldvrouwenconferentie


Strategische doelstelling B.1

Gelijke toegang tot onderwijs waarborgen

Te ondernemen actie

80. Door regeringen:

  1. Het streven naar gelijke toegang tot onderwijs bevorderen door maatregelen te nemen om discriminatie in het onderwijs op alle niveaus op grond van geslacht, ras, taal, godsdienst, etnische afkomst, leeftijd of een handicap of enige andere vorm van discriminatie uit te bannen en eventueel overwegen klachtenregelingen op te zetten;
  2. Tegen het jaar 2000 algemene toegang verschaffen tot basisonderwijs en zorgen dat ten minste 80% van de kinderen in die leeftijdscategorie het basisonderwijs afronden; tegen het jaar 2005 het verschil tussen jongens en meisjes in het basis- en voortgezet onderwijs overbruggen; voor het jaar 2015 in alle landen zorgen voor basisonderwijs voor iedereen;
  3. Verschillen tussen beide seksen in de toegang tot alle sectoren van het hoger onderwijs uitbannen door te verzekeren dat vrouwen gelijke toegang hebben tot loopbaanontwikkeling, opleiding, studie- en onderzoekbeurzen en door, waar van toepassing, hiertoe gerichte maatregelen (positieve actie) aan te nemen.
  4. Een onderwijsstelsel creëren dat ontvankelijk is voor de behoeften van beide seksen, teneinde gelijke onderwijs- en opleidingskansen, alsmede volwaardige en gelijke participatie van vrouwen in het beheer en de beleids- en besluitvorming op onderwijsgebied te waarborgen.
  5. In samenwerking met ouders, niet-gouvernementele organisaties, waaronder jongerenorganisaties, gemeenschappen en de particuliere sector, jonge vrouwen een academische en technische opleiding bieden, mogelijkheden aanreiken voor loopbaanplanning, leiderschap en sociale vaardigheden en werkervaring om hen voor te bereiden op volwaardige participatie in de samenleving;
  6. Zorgen dat meer meisjes zich inschrijven voor het onderwijs en dit blijven volgen, door passende budgettaire maatregelen te treffen, door de steun van ouders en de samenleving in te roepen en ook door campagnes, flexibele lesroosters, stimulansen, beurzen en andere methoden om de kosten van het onderwijs aan meisjes voor hun familie tot een minimum te beperken en het de ouders gemakkelijker te maken onderwijs voor een meisje te kiezen, en door te verzekeren dat de rechten van vrouwen en meisjes op vrijheid van geweten en godsdienst in onderwijsinstellingen worden geëerbiedigd, door elke discriminatie uit hoofde van wetten of regelgeving, op grond van godsdienst, ras of cultuur af te schaffen;
  7. Een onderwijsklimaat bevorderen dat alle belemmeringen voor de opleiding van zwangere jongeren en jonge moeders wegneemt, zo nodig mede via betaalbare en fysiek toegankelijke kinderopvang en voorlichting voor het ouderschap, om hen die gedurende hun schooltijd verantwoordelijk zijn voor de zorg voor hun kinderen en broers en zusjes aan te moedigen om terug te keren naar of door te gaan met hun schoolopleiding en deze af te ronden;
  8. De kwaliteit van het onderwijs verbeteren en gelijke kansen voor vrouwen en mannen creëren voor toegang tot onderwijs, teneinde te verzekeren dat vrouwen van alle leeftijden de kennis, capaciteiten, geschiktheid, vaardigheden en morele waarden verwerven die zij nodig hebben om zich te ontwikkelen en volwaardig, onder gelijke omstandigheden deel te nemen aan het sociale, economische en politieke ontwikkelingsproces;
  9. Zorgen voor niet-discriminerende professionele schooladviesdiensten en loopbaanontwikkelingsprogramma’s die rekening houden met beide seksen, om meisjes aan te moedigen een academische of technische opleiding te volgen, teneinde hun toekomstige carrièremogelijkheden te verruimen;
  10. Aanmoedigen tot bekrachtiging van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten[13], wanneer dit nog niet is gebeurd.

Strategische doelstelling B.2

Analfabetisme onder vrouwen uitbannen

Te ondernemen actie

81. Door regeringen, nationale, regionale en internationale organen, bilaterale en multilaterale donoren en niet-gouvernementele organisaties:

  1. Het percentage analfabeten onder vrouwen ten minste reduceren tot de helft van het niveau in 1990, met nadruk op plattelandsvrouwen, migrerende vrouwen, vluchtelingen en binnenslands ontheemde vrouwen en vrouwen met een handicap;
  2. Voor het jaar 2000 het basisonderwijs toegankelijk maken voor iedereen en ernaar streven dat dit in gelijke mate wordt voltooid door meisjes;
  3. c. De kloof tussen mannen en vrouwen op het gebied van fundamentele en functionele lees- en schrijfvaardigheid ongedaan maken, zoals aanbevolen in de Mondiale Verklaring inzake Onderwijs voor Iedereen (Jomtien);
  4. De verschillen tussen ontwikkelde landen en ontwikkelingslanden verkleinen;
  5. Deelname van volwassenen en gezinsleden aan het leerproces stimuleren, om algehele alfabetisering voor iedereen te bevorderen;
  6. In combinatie met alfabetisering, sociale vaardigheden en wetenschappelijke en technologische kennis bevorderen en streven naar verruiming van de definitie van alfabetisering, rekening houdende met de huidige doelstellingen en uitgangspunten.

Strategische doelstelling B.3

De toegang van vrouwen tot beroepsonderwijs, wetenschap en technologie en permanente educatie verbeteren

Te ondernemen actie

82. Door regeringen, in samenwerking met werkgevers, werknemers en vakbonden, internationale en niet-gouvernementele organisaties, waaronder vrouwen- en jongerenorganisaties en onderwijsinstellingen:

  1. Onderwijs-, opleidings- en herscholingsbeleid voor vrouwen ontwikkelen en uitvoeren, met name voor jonge vrouwen en vrouwen die herintreden op de arbeidsmarkt, teneinde hun de vaardigheden bij te brengen om te kunnen voorzien in de behoeften van een veranderende sociaal-economische context, ter verbetering van hun kansen op werkgelegenheid.
  2. Buitenschoolse onderwijsmogelijkheden voor vrouwen en meisjes in het onderwijsstelsel erkennen;
  3. Vrouwen en meisjes informatie verstrekken over de beschikbaarheid en de voordelen van beroepsopleiding, opleidingsprogramma's op het gebied van wetenschap en technologie en programma’s voor permanente educatie;
  4. Onderwijs- en opleidingsprogramma’s ontwerpen voor vrouwen die geen werk hebben, teneinde hun nieuwe kennis en vaardigheden bij te brengen om hun kansen op werkgelegenheid te verruimen en te verbreden, met inbegrip van zelfstandig ondernemerschap, en hun ondernemersvaardigheden te ontwikkelen;
  5. Beroepsonderwijs en technische opleidingen diversifiëren en zorgen dat vrouwen en meisjes betere toegang krijgen tot, en beter kunnen doorgaan met onderwijs en beroepsopleidingen op gebieden als wetenschap, wiskunde, technische vakken, milieuwetenschappen en technologie, informatietechnologie en geavanceerde technologie alsmede managementopleidingen;
  6. De centrale rol van vrouwen op het gebied van voedsel- en landbouwonderzoek, voorlichtings- en opleidingsprogramma’s bevorderen;
  7. De aanpassing van leerplannen en lesmaterialen stimuleren, aanmoedigen tot een stimulerend opleidingsklimaat en gerichte maatregelen nemen om opleidingen voor het volledige scala van beroepskeuzen in niet-traditionele loopbanen voor vrouwen en mannen te bevorderen, met inbegrip van het ontwikkelen van multidisciplinaire cursussen voor docenten in exacte vakken en wiskunde om hen bewust te maken van het belang van wetenschap en technologie voor het leven van vrouwen;
  8. Leerplannen en lesmaterialen ontwikkelen en opstellen en gerichte maatregelen nemen om te zorgen dat vrouwen betere toegang krijgen tot en beter kunnen participeren op technische en wetenschappelijke gebieden, en wel met name op gebieden waar zij niet of te weinig zijn vertegenwoordigd;
  9. Beleidsmaatregelen en programma’s ontwikkelen om vrouwen aan te moedigen tot participatie in alle programma’s in het leerlingwezen;
  10. Opleidingen op het gebied van voorlichting over techniek, management, landbouw en marketing voor vrouwen in de landbouw, visserij, industrie, handel, kunsten en ambachten verruimen, teneinde de mogelijkheden van vrouwen om inkomsten te genereren te verbeteren en te zorgen dat zij op grotere schaal deelnemen aan de economische besluitvorming, met name via vrouwenorganisaties aan de basis en hun bijdrage aan productie, marketing, zakenleven, wetenschap en technologie te vergroten;
  11. Volwassen vrouwen met weinig of geen opleiding, vrouwen met een handicap of geregistreerde migrerende vrouwen, vrouwelijke vluchtelingen en ontheemden toegang bieden toe kwaliteitsonderwijs en -opleidingen op alle passende niveaus, teneinde hun kansen op werk te verbeteren.