B. Subregionaal, regionaal
niveau 301. De
regionale commissies van de Verenigde Naties en andere
subregionale/regionale structuren moeten de
desbetreffende nationale instellingen stimuleren en
ondersteunen bij de monitoring en uitvoering van het
slotdocument, voor zover dit binnen hun mandaat valt. Dit
dient te geschieden in coördinatie met de uitvoering van
de onderscheiden regionale actieplannen en in nauwe
samenwerking met de Commissie inzake de status van de
vrouw, rekening houdende met de noodzaak van
gecoördineerde follow-up van de VN-conferenties op
economisch en sociaal gebied, op het gebied van de
mensenrechten en aanverwante gebieden.
302. Om het regionale proces van
uitvoering, monitoring en evaluatie te bevorderen, moet
de Economische en Sociale Raad overwegen de
institutionele capaciteit van de regionale commissies van
de Verenigde Naties binnen hun mandaat opnieuw te bezien,
met inbegrip van hun op vrouwen gerichte units/focal
points, om gender-specifieke problemen te bezien in het
licht van het slotdocument en de regionale actieplannen.
Waar nodig moet onder andere worden overwogen de
capaciteit op dit punt te verruimen.
303. Binnen hun bestaande mandaten
en activiteiten moeten de regionale commissies de nadruk
leggen op vrouwenthema's en gender-perspectieven en
dienen zij tevens te overwegen mechanismen en processen
op te zetten om de uitvoering en monitoring van zowel het
slotdocument, als de regionale actieplannen te
waarborgen. De regionale commissies dienen, binnen het
kader van hun mandaat, samen te werken met andere
regionale intergouverne-mentele en niet-gouvernementele
organisaties, financiële instanties en
onderzoeksinstellingen en de particuliere sector aan het
oplossen van gender-specifieke problemen.
304. De regionale bureaus van de
gespecialiseerde organisaties van de Verenigde Naties
moeten, voor zover van toepassing, een actieplan
ontwikkelen en verspreiden voor de uitvoering van het
slotdocument, waarin ook het tijdsbestek en de middelen
worden aangegeven. Via technische ondersteuning en
operationele activiteiten op regionaal niveau moeten
duidelijk omlijnde doelstellingen voor de verbetering van
de positie van vrouwen worden vastgesteld. Hiertoe moeten
de organen en instellingen van de Verenigde Naties hun
inspanningen regelmatig coördineren.
305. Niet-gouvernementele
organisaties binnen de regio moeten worden ondersteund
bij hun inspanningen om netwerken te ontwikkelen om de
voorspraak voor het slotdocument en de onderscheiden
regionale, en de verspreiding van informatie hierover, te
coördineren.
|