A. Nationaal niveau 293. De primaire verantwoordelijkheid voor
de uitvoering van het slotdocument ligt bij de
regeringen. De inzet hiervoor op het hoogste politieke
niveau is van essentieel belang voor de uitvoering en de
regeringen moeten de leiding nemen bij het coördineren,
bewaken en evalueren van vooruitgang in de verbetering
van de positie van vrouwen. De
Vierde-Wereldvrouwenconferentie is een conferentie van
nationale en internationale inzet en actie. Dit vraagt om
inzet van regeringen en de internationale gemeenschap.
Het slotdocument maakt deel uit van een doorlopend proces
en heeft een katalytische werking, aangezien het zal
bijdragen aan programmas en praktische resultaten
voor meisjes en vrouwen van alle leeftijden. De staten en
de internationale gemeenschap worden aangemoedigd om deze
uitdaging aan te gaan door zich in te zetten voor actie.
In het kader van dit proces hebben vele staten toegezegd
actie te ondernemen, zoals onder andere blijkt uit hun
nationale verklaringen.
294. Nationale instellingen ter
verbetering van de positie van vrouwen moeten deelnemen
aan de opstelling van beleid en moeten de uitvoering van
het slotdocument via verschillende organen en
instellingen, ook in de particuliere sector, aanmoedigen
en zij moeten, waar nodig, fungeren als katalysator bij
het ontwikkelen van nieuwe programmas tegen het
jaar 2000 op gebieden die niet onder bestaande
instellingen ressorteren.
295. De actieve ondersteuning en
participatie van een breed en divers scala van andere
institutionele actoren dienen te worden aangemoedigd,
inclusief wetgevende organen, academische en
onderzoeksinstellingen, beroepsverenigingen, vakbonden,
coöperaties, groepen uit de lokale gemeenschap,
niet-gouvernementele organisaties, inclusief
vrouwenorganisaties en feministische groeperingen, de
media, godsdienstige groepen, jongerenorganisaties en
culturele groepen, alsmede financiële organisaties en
organisaties zonder winstoogmerk.
296. Om het slotdocument te kunnen
uitvoeren, zullen regeringen een nationaal orgaan moeten
opzetten, of de effectiviteit van hun bestaande orgaan
moeten vergroten, ter verbetering van de positie van
vrouwen op het hoogste politieke niveau; zij dienen
passende intra- en interdepartementale procedures en
personeelswerving te waarborgen en moeten beschikken over
andere instellingen die het mandaat en de capaciteit
hebben om de participatie van vrouwen te verruimen en
gender-specifieke analyses in beleidsmaatregelen en
programmas te integreren. De eerste stap in dit
proces moet voor alle instellingen zijn: het opnieuw
bezien van hun doelstellingen, programmas en
operationele procedures, uitgaande van de acties waartoe
het slotdocument oproept. Eén van de belangrijkste
activiteiten is zich richten op betere bewustmaking van
het grote publiek en ondersteuning van de doelstellingen
van het slotdocument, onder andere via de massamedia en
publieksvoorlichting.
297. Regeringen moeten zo spoedig
mogelijk, en wel bij voorkeur tegen eind 1995, in overleg
met daarvoor in aanmerking komende instellingen en
niet-gouvernementele organisaties, een begin maken met
het ontwikkelen van strategieën voor de uitvoering van
het slotdocument en moeten bij voorkeur tegen eind 1996
hun strategieën of actieplannen gereed hebben. Bij dit
planningsproces dient een beroep te worden gedaan op
mensen op het hoogste gezagsniveau binnen de regering en
de desbetreffende actoren in de samenleving. De
uitvoeringsstrategieën dienen breed van opzet te zijn en
termijngebonden doelstellingen en referentiepunten voor
de monitoring te bevatten, alsmede voorstellen voor de
toewijzing of hernieuwde toewijzing van middelen voor
uitvoering. Waar nodig zou de steun van de internationale
gemeenschap kunnen worden ingeroepen, ook voor benodigde
middelen.
298. Niet-gouvernementele
organisaties moeten worden aangemoedigd om bij te dragen
aan het opzetten en uitvoeren van deze strategieën of
nationale actieplannen. Zij moeten tevens worden
aangemoedigd om hun eigen programmas te ontwikkelen
als aanvulling op de overheidsinspanningen.
Vrouwenorganisaties en feministische groeperingen moeten
in samenwerking met andere niet-gouvernementele
organisaties worden aangemoedigd om, waar nodig,
netwerken te organiseren en de uitvoering van het
slotdocument door regeringen en regionale en
internationale organen te bepleiten en te ondersteunen.
299. Regeringen moeten streven naar
een evenwicht tussen beide seksen, onder andere door in
alle van overheidswege benoemde commissies, besturen en
andere daarvoor in aanmerking komende officiële organen,
al naar gelang, alsook in alle internationale organen,
instellingen en organisaties te streven naar evenwicht
tussen beide seksen, met name door meer vrouwelijke
kandidaten voor te dragen en te ondersteunen.
300. Regionale en internationale
organisaties, en met name ontwikkelingsinstellingen, in
het bijzonder INSTRAW, UNIFEM en bilaterale donoren,
moeten financiële en adviserende ondersteuning bieden
aan het nationale orgaan, om dit beter in staat te
stellen informatie bijeen te brengen, netwerken te
ontwikkelen en zijn mandaat te vervullen, naast de
versterking van internationale mechanismen om de
verbetering van de positie van vrouwen te bevorderen via
hun onderscheiden mandaten, in samenwerking met
regeringen.
|