J. Vrouwen en de media 234. In het afgelopen decennium heeft de
vooruitgang op het gebied van informatietechnologie het
pad geëffend voor een mondiaal communicatienetwerk, dat
de nationale grenzen overschrijdt en gevolgen heeft voor
overheidsbeleid, de attitude en het gedrag van
individuele personen, met name van kinderen en jongeren.
Overal bieden de media mogelijkheden om een veel grotere
bijdrage te leveren aan de verbetering van de positie van
de vrouw.
235. Steeds meer vrouwen hebben een
loopbaan in de communicatiesector, maar slechts weinigen
hebben een functie op besluitvormingsniveau bereikt, of
hebben zitting in besturen en organen die invloed
uitoefenen op het mediabeleid. Het gebrek aan
gender-bewustzijn in de media blijkt uit het feit dat
stereotypering op basis van gender nog altijd niet is
uitgebannen en dat de tekenen hiervan zijn waar te nemen
bij lokale, nationale en internationale
media-organisaties, zowel publiek als particulier.
236. Er moet verandering komen in
het voortdurend op negatieve en vernederende wijze
afschilderen van vrouwen in de mediacommunicatie - in
elektronische, gedrukte, visuele en audiocommunicatie.
Gedrukte en elektronische media geven in de meeste landen
geen evenwichtig beeld van de verscheidenheid van het
leven van vrouwen en van hun bijdragen aan de samenleving
in een veranderende wereld. Bovendien oefenen
gewelddadige en vernederende of pornografische
mediaproducten ook een negatieve invloed uit op vrouwen
en hun participatie in de samenleving. Ook
programmas die de traditionele rol van vrouwen
versterken, kunnen beperkend werken. De wereldwijde
tendens in de richting van de consumptiemaatschappij
heeft en klimaat gecreëerd waarin advertentie- en
reclameboodschappen vrouwen vaak primair afschilderen als
consument en waarbij zij zich op een onjuiste manier
richten op vrouwen en meisjes van alle leeftijden.
237. De positie van vrouwen moet
worden versterkt door hun vaardigheden, kennis en toegang
tot informatietechnologie te verbeteren. Hierdoor zullen
zij beter in internationaal verband de strijd kunnen
aanbinden tegen de negatieve beeldvorming van vrouwen en
tegen voorbeelden van machtsmisbruik van een steeds
belangrijker wordende industrie. Voor de media moeten
zelfregulerende mechanismen worden gecreëerd en
versterkt en dient een aanpak te worden ontwikkeld om te
voorkomen dat programmas worden gemaakt waaruit een
vooroordeel tegen vrouwen spreekt. De meeste vrouwen, met
name in ontwikkelingslanden, hebben feitelijk geen
toegang tot de groeiende elektronische
informatiesnelwegen en kunnen dan ook geen netwerken
opzetten om andere informatiebronnen aan te boren. Daarom
moeten vrouwen worden betrokken bij de besluitvorming met
betrekking tot de ontwikkeling van de nieuwe
technologieën, om volwaardig te kunnen deelnemen aan de
groei en het effect hiervan.
238. Ten aanzien van het
mobiliseren van de media dienen regeringen en andere
actoren een actief en zichtbaar beleid te bevorderen,
gericht op mainstreaming van een gender-perspectief in
beleidsmaatregelen en programmas.
Strategische
doelstelling J.1
De participatie van
vrouwen in en hun toegang tot meningsuiting en
besluitvorming in en via de media en nieuwe
communicatietechnologieën verruimen
Te ondernemen actie
239. Door regeringen:
- Voorlichting, opleiding en
werkgelegenheid van vrouwen ondersteunen om te
bevorderen en te verzekeren dat vrouwen op alle
gebieden en niveaus gelijke toegang tot de media
hebben;
- Onderzoek naar alle aspecten
van vrouwen en de media ondersteunen, om te
kunnen bepalen aan welke gebieden aandacht moet
worden geschonken en op welke punten maatregelen
gewenst zijn, en het bestaande mediabeleid
opnieuw bezien, om hierin ruimte te maken voor
een gender-perspectief;
- De volwaardige en gelijke
participatie van vrouwen in de media bevorderen,
ook op het gebied van management,
programmasamenstelling, voorlichting, opleiding
en onderzoek;
- Bij de benoeming van vrouwen
en mannen in alle advies-, management-,
regulerende en toezichthoudende organen,
inclusief die welke zijn verbonden aan de
particuliere en door de staat beheerde of
publieke media, streven naar evenwicht tussen
beide seksen;
- Voor zover verenigbaar met de
vrijheid van meningsuiting, deze organen
aanmoedigen om het aantal programmas voor
en door vrouwen uit te breiden, om te zorgen dat
naar behoren aandacht wordt geschonken aan de
behoeften en problemen van vrouwen;
- Medianetwerken van vrouwen
stimuleren en erkennen, inclusief elektronische
netwerken en andere nieuwe
communicatietechnologieën, als middel om
informatie te verspreiden en van gedachten te
wisselen, ook op internationaal niveau, en
vrouwengroeperingen die in alle
media-activiteiten en communicatiesystemen actief
zijn, hiertoe ondersteunen;
- Middelen of stimulansen voor
het creatief gebruik van programmas in de
nationale media ten behoeve van verspreiding van
informatie over verschillende cultuuruitingen van
inheemse volken en de ontwikkeling van sociale en
onderwijskwesties in dit verband binnen het kader
van het nationale recht, aanmoedigen en
verstrekken;
- De vrijheid van de media en de
bijbehorende bescherming binnen het kader van de
nationale wetgeving garanderen, en in
overeenstemming met de vrijheid van
meningsuiting, de gerichte betrokkenheid van de
media bij ontwikkeling en sociale kwesties
stimuleren.
240. Door nationale en
internationale mediastelsels:
In overeenstemming met de vrijheid
van meningsuiting, regulerende mechanismen, inclusief
vrijwillige mechanismen, ontwikkelen, die bevorderlijk
zijn voor de evenwichtige en diverse afschildering van
vrouwen in de media en internationale
communicatiesystemen en die de toenemende participatie
van vrouwen en mannen in productie en besluitvorming
bevorderen.
241. Door regeringen, indien van
toepassing, of een nationaal orgaan voor de verbetering
van de positie van de vrouw:
- De ontwikkeling van
voorlichtings- en opleidingsprogrammas voor
vrouwen stimuleren, teneinde informatie te
produceren voor de massamedia, inclusief de
financiering van experimenten, en het gebruik van
nieuwe communicatietechnologieën, cybernetische
ruimte en satellieten bevorderen voor openbare of
particuliere doeleinden, al naar gelang;
- Het gebruik van
communicatiesystemen aanmoedigen, inclusief
nieuwe technologieën, als middelen om de
participatie van vrouwen in democratische
processen kracht bij te zetten.
- De samenstelling van een
bestand van vrouwelijke mediadeskundigen
vergemakkelijken;
- De participatie van vrouwen in
de ontwikkeling van beroepscodes en gedragscodes
of andere passende zelfregulerende mechanismen
aanmoedigen, om de evenwichtige, niet-stereotiepe
afschildering van vrouwen door de media te
bevorderen.
|