Vierde Wereldvrouwenconferentie


Strategische doelstelling G.1

Maatregelen treffen om te zorgen voor gelijke toegang tot en volwaardige participatie van vrouwen in machtsstructuren en besluitvorming

Te ondernemen actie

190. Door regeringen:

  1. Zich ertoe verbinden doelgericht te streven naar evenwicht tussen beide seksen in overheidsorganen en -commissies, alsmede in openbare bestuurlijke instanties en in de rechterlijke macht, inclusief, onder andere, het bepalen van doelstellingen en het uitvoeren van maatregelen om het aantal vrouwen in dergelijke functies aanzienlijk te vergroten, om zo, zonodig via positieve actie, te komen tot gelijke vertegenwoordiging van vrouwen en mannen, in alle functies bij overheden en in het openbaar bestuur;
  2. Maatregelen treffen, inclusief, waar nodig, in verkiezingsstelsels, om politieke partijen aan te moedigen in gekozen en niet-gekozen openbare functies vrouwen te doen benoemen in gelijke aantallen op hetzelfde niveau als mannen;
  3. De gelijke rechten van vrouwen en mannen om zich bezig te houden met politieke activiteiten en hun vrijheid van vereniging beschermen en bevorderen, met inbegrip van lidmaatschap van politieke partijen en vakbonden;
  4. De verschillende effecten van diverse kiesstelsels op de politieke vertegenwoordiging van vrouwen in gekozen organen opnieuw bestuderen en, waar van toepassing, overwegen deze systemen aan te passen of te hervormen;
  5. De vooruitgang op het gebied van de vertegenwoordiging van vrouwen in het oog houden en evalueren door regelmatig kwantitatieve en kwalitatieve gegevens over vrouwen en mannen op alle niveaus in de verschillende bestuursfuncties in de openbare en de particuliere sector te verzamelen, te analyseren en te verspreiden, en gegevens verspreiden over het aantal vrouwen en mannen dat op jaarbasis op de verschillende niveaus bij de overheid is aangesteld; zorgen dat vrouwen en mannen gelijkelijk toegang hebben tot het hele scala van overheidsfuncties en binnen de overheidsstructuren systemen opzetten om de vooruitgang op dit gebied te kunnen volgen;
  6. Niet-gouvernementele organisaties en onderzoeksinstellingen ondersteunen die studies verrichten naar de participatie van vrouwen in en hun invloed op besluitvorming en het besluitvormingsklimaat;
  7. Grotere betrokkenheid van inheemse vrouwen bij de besluitvorming op alle niveaus aanmoedigen;
  8. Aanmoedigen en, indien van toepassing, ervoor zorg dragen dat door de overheid gefinancierde organisaties een beleid en een aanpak volgen waarbij niet wordt gediscrimineerd, teneinde het aantal vrouwen in hun organisatie te vergroten en hun positie te verbeteren;
  9. Erkennen dat het delen van verantwoordelijkheden voor werk en ouderschap tussen vrouwen en mannen de toenemende participatie van vrouwen in het openbare leven bevordert, en passen-de maatregelen nemen om dit te verwezenlijken, met inbegrip van maatregelen om gezinsleven en werk met elkaar te kunnen combineren;
  10. In de lijsten van nationale kandidaten voor verkiezing of benoeming in organen, gespecialiseerde organisaties en andere autonome organisaties van de Verenigde Naties, streven naar evenwicht tussen beide seksen, in het bijzonder voor hogere functies.

191. Door politieke partijen:

  1. Overwegen partijstructuren en procedures te bestuderen, om alle belemmeringen weg te nemen die direct of indirect vrouwen discrimineren in de mogelijkheden tot participatie;
  2. Overwegen initiatieven te ontwikkelen die vrouwen in staat stellen volwaardig te participeren in alle interne beleidsvormingsstructuren en processen betreffende voordrachten voor benoeming en verkiezing;
  3. Overwegen gender-specifieke problemen op de politieke agenda te plaatsen en maatregelen te nemen om te verzekeren dat vrouwen op voet van gelijkheid met mannen kunnen participeren in de leiding van politieke partijen.

192. Door regeringen, nationale organen, de particuliere sector, politieke partijen, vakbonden, werkgeversorganisaties, onderzoeksinstituten en academische instellingen, subregionale en regionale organen en niet-gouvernementele en internationale organisaties:

  1. Gerichte actie ondernemen om een kritische massa van vrouwelijke leiders, leidinggevenden en managers in strategische bestuursfuncties te vormen;
  2. Mechanismen opzetten of versterken, al naar gelang, om erop toe te zien dat vrouwen toegang hebben tot de hoogste besluitvormingsniveaus;
  3. De criteria voor werving en benoeming in advies- en besluit-vormingsorganen en voor promotie naar leidinggevende functies opnieuw bezien, om te verzekeren dat dergelijke criteria relevant zijn en niet discriminerend jegens vrouwen;
  4. Inspanningen van niet-gouvernementele organisaties, vakbonden en de particuliere sector om gelijkheid tussen vrouwen en mannen in hun organisatie te bewerkstelligen, aanmoedigen, met inbegrip van gelijke participatie in hun besluitvormingsorganen en bij onderhandelingen op alle gebieden en op alle niveaus;
  5. Communicatiestrategieën ontwikkelen om de maatschappelijke discussie over de nieuwe rol van mannen en vrouwen in de samenleving en in het gezin, zoals omschreven in punt 29 hierboven, te bevorderen;
  6. Programma’s voor werving en loopbaanontwikkeling herstructu-reren, om te zorgen dat alle vrouwen, en met name jonge vrouwen, gelijke toegang hebben tot opleidingen voor management, ondernemerschap, technische functies en leiderschap, inclusief praktijkopleidingen;
  7. Loopbaanbevorderingsprogramma’s ontwikkelen voor vrouwen van alle leeftijden, waarbij inbegrepen loopbaanplanning, begeleiding, ondersteuning, opleiding en omscholing;
  8. De participatie van niet-gouvernementele vrouwenorganisaties in conferenties van de Verenigde Naties en de voorbereiding hiervoor aanmoedigen en ondersteunen;
  9. Streven naar en steun verlenen aan evenwicht tussen seksen bij de samenstelling van delegaties bij de Verenigde Naties en andere internationale fora.

193. Door de Verenigde Naties:

  1. Bestaand werkgelegenheidsbeleid uitvoeren en nieuwe maatregelen op dit gebied nemen, om te komen tot algehele gelijkheid van seksen, met name op het niveau van 'professional' en hoger, in het jaar 2000, daarbij naar behoren rekening houdende met het belang van werving van personeel op zo breed mogelijke geografische schaal, in overeenstemming met artikel 101, derde lid, van het Handvest van de Verenigde Naties;
  2. Mechanismen ontwikkelen om vrouwelijke kandidaten voor te dragen voor benoeming in hogere functies bij de Verenigde Naties, de gespecialiseerde organisaties en andere organisaties en organen van de Verenigde Naties;
  3. Kwantitatieve en kwalitatieve gegevens over vrouwen en mannen in het besluitvormingsproces blijven verzamelen en verspreiden en de kenmerkende gevolgen van hun optreden voor de besluitvorming analyseren en de gemaakte vorderingen blijven volgen op weg naar verwezenlijking van de doelstelling van de Secretaris-Generaal om in het jaar 2000 in leidinggevende functies en bestuursfuncties 50% vrouwen te hebben.

194. Door vrouwenorganisaties, niet-gouvernementele organisaties, vakbonden, sociale partners, producenten en industriële en beroepsorganisaties:

  1. Solidariteit tussen vrouwen opbouwen en versterken via informatie, voorlichting en bewustmakingsactiviteiten;
  2. Op alle niveaus bepleiten dat vrouwen in staat worden gesteld invloed uit te oefenen op politieke, economische en sociale besluiten, processen en systemen en ernaar streven dat gekozen vertegenwoordigers kunnen worden aangesproken op hun inzet voor gender-vraagstukken;
  3. In overeenstemming met de wetgeving inzake bescherming van gegevens, gegevensbestanden opzetten met betrekking tot vrouwen en hun kwalificaties, waaruit kan worden geput bij benoeming van vrouwen in hogere bestuursfuncties en adviesfuncties, welke bestanden kunnen worden verspreid onder rege ringen, regionale en internationale organisaties en particuliere bedrijven, politieke partijen en andere daarvoor in aanmerking komende organen;

Strategische doelstelling G.2

De capaciteiten van vrouwen om te participeren in besluitvorming en leiding vergroten

Te ondernemen actie

195. Door regeringen, nationale organen, de particuliere sector, politieke partijen, vakbonden, werkgeversorganisaties, subregionale en regionale organen, niet-gouvernementele en internationale organisaties en onderwijsinstellingen:

  1. Opleidingen verzorgen in leiderschap en zelfrespect, om vrouwen en meisjes, en wel met name diegenen die speciale behoeften hebben, vrouwen met een handicap of vrouwen die tot een raciale en etnische minderheid behoren, te ondersteunen bij het versterken van hun zelfrespect en hen aan te moedigen om bestuursfuncties te aanvaarden;
  2. Doorzichtige criteria voor bestuursfuncties hanteren en ervoor zorgen dat in de selectie-organen de aantallen vrouwen en mannen evenwichtig zijn verdeeld;
  3. Een systeem creëren om onervaren vrouwen te begeleiden en hun met name opleidingen aan te bieden, waaronder opleidingen voor leiding geven en besluitvorming, spreken in het openbaar en assertiviteit, als ook het voeren van politieke campagnes;
  4. Vrouwen en mannen gender-bewuste opleidingen geven, om arbeidsverhoudingen zonder discriminatie en eerbied voor de verscheidenheid in stijlen van werken en leiding geven te bevorderen;
  5. Mechanismen en opleidingen ontwikkelen om vrouwen aan te moedigen te participeren in het verkiezingsproces, politieke activiteiten en andere gebieden waarop leiderschap een rol speelt.