17. De absolute armoede en het
feit dat steeds meer vrouwen in armoede leven, de
werkloosheid, de toenemende kwetsbaarheid van het milieu,
aanhoudend geweld jegens vrouwen en de wijdverbreide
uitsluiting van de helft van de mensheid van de macht en
van bestuurlijke instellingen onderstrepen de noodzaak om
te blijven streven naar ontwikkeling, vrede en veiligheid
en naar methoden om duurzame ontwikkeling te waarborgen,
waarbij de mens centraal staat. De participatie en het
leiderschap van de helft van de mensheid die uit vrouwen
bestaat, zijn van essentieel belang voor het welslagen
van dit streven. Daarom zal de wereld de uitdagingen van
de 21ste eeuw dan ook uitsluitend het hoofd kunnen bieden
als er een nieuw tijdperk van internationale samenwerking
tussen regeringen en mensen wordt ingeluid, in een geest
van partnerschap, een billijk, internationaal sociaal en
economisch klimaat en er een radicale verandering van de
betrekkingen tussen vrouwen en mannen in een relatie van
volledig en gelijk partnerschap plaatsvindt. 18. De jongste internationale economische
ontwikkelingen hebben in vele gevallen onevenredig
ingrijpende gevolgen voor vrouwen en kinderen, van wie de
meesten in ontwikkelingslanden wonen. Voor staten met een
zware buitenlandse-schuldenlast hebben
structurele-aanpassingsprogrammas en -maatregelen,
ondanks de voordelen hiervan op de lange termijn, geleid
tot vermindering van de uitgaven voor sociale
doelstellingen, waardoor vrouwen het zwaarst worden
getroffen, in het bijzonder in Afrika en de minst
ontwikkelde landen. Dit wordt alleen nog maar erger,
wanneer verantwoordelijkheden voor sociale
basisvoorzieningen van de overheid worden afgeschoven op
vrouwen.
19. De economische recessie in vele
ontwikkelde landen en ontwikkelingslanden, alsmede de
voortschrijdende herstructurering in landen die bezig
zijn zich te ontwikkelen tot een markteconomie, hebben
een onevenredig negatief gevolg voor de werkgelegenheid
voor vrouwen. Vrouwen hebben vaak geen keus en zijn
genoodzaakt werk te aanvaarden dat geen uitzicht biedt op
zekerheid voor de lange termijn of dat moet worden gedaan
onder gevaarlijke arbeidsomstandigheden, thuiswerk te
verrichten, zonder enige rechtsbescherming, of te
berusten in werkloosheid. Vele vrouwen betreden de
arbeidsmarkt in onderbetaalde en ondergewaardeerde banen,
in een poging bij te dragen aan het gezinsinkomen;
anderen besluiten hierom te migreren. Wanneer hun overige
taken niet worden verlicht, betekent dit een verzwaring
van de totale werklast van vrouwen.
20. Bij het ontwerpen van macro- en
micro-economische beleidsmaatregelen en
-programmas, met inbegrip van structurele
aanpassing, is niet altijd rekening gehouden met de
gevolgen hiervan voor vrouwen en meisjes, met name
wanneer zij in armoede leven. De armoede is zowel in
absolute, als in relatieve zin toegenomen en het aantal
vrouwen dat in armoede leeft, is in de meeste regio's
gegroeid. In de steden leven vele vrouwen in armoede,
maar de verplichtingen van vrouwen in plattelandsgebieden
en in afgelegen streken verdienen wel speciale aandacht,
omdat de ontwikkeling in dergelijke gebieden stagneert.
In ontwikkelingslanden, zelfs in die landen waarin de
nationale indicatoren duiden op verbetering, leeft nog
altijd het merendeel van de vrouwen op het platteland in
omstandigheden van economische onderontwikkeling en
sociale marginalisatie.
21. Vrouwen leveren de
belangrijkste bijdrage aan de economie en aan de
bestrijding van de armoede, door zowel betaald als
onbetaald werk thuis, in de samenleving en op de
werkplek. Steeds meer vrouwen hebben een economisch
onafhankelijke positie weten te bereiken dankzij betaalde
arbeid.
22. In een kwart van alle
huishoudens op de hele wereld staat een vrouw aan het
hoofd en vele andere huishoudens zijn afhankelijk van het
inkomen van de vrouw, ook als er een man in huis is.
Huishoudens waarin de vrouw kostwinner is, behoren vaak
tot de allerarmste, als gevolg van inkomensdiscriminatie,
de traditionele scheiding van beroepen in de arbeidsmarkt
en andere seksespecifieke belemmeringen. Door de
desintegratie van gezinnen, de bevolkingstrek tussen de
steden en plattelandsgebieden binnen bepaalde landen,
internationale migratie, oorlog en verdrijving in eigen
land en dergelijke stijgt het aantal huishoudens met een
vrouw aan het hoofd.
23. Aangezien de totstandbrenging
en instandhouding van vrede en veiligheid voorwaarden
vormen voor economische en sociale vooruitgang, vervullen
vrouwen op tal van gebieden in toenemende mate een
spilfunctie om vrede te bewerkstelligen voor de mensheid.
Hun volledige participatie in de besluitvorming, de
voorkoming en oplossing van geschillen en alle andere
vredesinitiatieven is van essentieel belang voor de
totstandbrenging van duurzame vrede.
24. Godsdienst, spiritualiteit en
levensovertuiging spelen een centrale rol in het leven
van miljoenen vrouwen en mannen en bepalen hun manier van
leven en hun aspiraties voor de toekomst. Het recht op
vrijheid van denken, geweten en godsdienst is
onvervreemdbaar en dient universeel te gelden. Dit recht
impliceert de vrijheid om de godsdienst of het geloof van
eigen keuze te hebben of aan te nemen, hetzij
individueel, hetzij te zamen met anderen, in het openbaar
of in beslotenheid, en van hun godsdienstovertuiging
blijk te geven in een eredienst en door de beginselen
hiervan in acht te nemen, in praktijk te brengen en te
onderrichten. De volledige eerbiediging van deze rechten
en vrijheden vormt een voorwaarde voor de verwezenlijking
van gelijkheid, ontwikkeling en vrede. Godsdienst,
gedachten, geweten en levensovertuiging kunnen helpen
voorzien in de morele, ethische en geestelijke behoeften
van vrouwen en mannen en ertoe bijdragen dat zij al hun
mogelijkheden ten volle in de samenleving benutten.
Erkend wordt echter dat elke vorm van extremisme een
negatieve uitwerking op vrouwen kan hebben en kan leiden
tot geweld en discriminatie.
25. De Vierde
Wereld-vrouwenconferentie moet het proces dat formeel
begon in 1975, het jaar dat door de Algemene Vergadering
van de Verenigde Naties werd uitgeroepen tot het
Internationale jaar van de vrouw, versnellen. Dit jaar
was in die zin een keerpunt, dat vrouwenaangelegenheden
vanaf dat moment een punt van discussie vormden. Het
VN-Decennium voor de vrouw (1976-1985) vormde een
wereldomspannende inspanning om de positie en de rechten
van vrouwen te bestuderen en vrouwen te betrekken bij de
besluitvorming op alle niveaus. In 1979 nam de Algemene
Vergadering het Verdrag inzake uitbanning van alle vormen
van discriminatie van vrouwen aan, die in 1981 in werking
trad en een internationale norm stelde voor wat werd
bedoeld met gelijkheid van vrouwen en mannen. In 1985 nam
de Derde Wereldvrouwenconferentie ter afsluiting van het
Vrouwendecennium van de Verenigde Naties: gelijkheid,
ontwikkeling en vrede, de Toekomstgerichte Strategieën
van Nairobi voor de verbetering van de positie van
vrouwen aan, waaraan tot het jaar 2000 uitvoering moet
worden gegeven. Op het punt van de verwezenlijking van
gelijkheid van vrouwen en mannen is al veel vooruitgang
geboekt. Vele regeringen hebben wetgeving ingevoerd om
gelijkheid van mannen en vrouwen te bevorderen en hebben
nationale systemen opgezet om de gelijkberechtiging van
mannen en vrouwen in alle sectoren van de maatschappij
door te voeren. De internationale organen zijn zich
sterker gaan concentreren op de positie en de rol van
vrouwen.
26. De toenemende invloed van de
niet-gouvernementele sector, en met name van
vrouwenorganisaties en feministische groeperingen, is een
drijvende kracht geworden om veranderingen door te
voeren. Niet-gouvernementele organisaties hebben een
belangrijke rol gespeeld als pleitbezorgers om wetgeving
of mechanismen te bevorderen om de positie van vrouwen te
verbeteren. Zij hebben zich ontwikkeld tot katalysator
voor een nieuwe aanpak van ontwikkeling. Vele regeringen
zijn steeds beter gaan inzien welke belangrijke rol
niet-gouvernementele organisaties spelen en hoe
belangrijk het is om met hen samen te werken om
vooruitgang te boeken. Toch blijven regeringen in sommige
landen de handelingsvrijheid van niet-gouvernementele
organisaties aan banden leggen. Vrouwen hebben via
niet-gouvernementele organisaties, geparticipeerd in, en
grote invloed uitgeoefend op, fora en internationale
discussies binnen hun eigen gemeenschap, op nationaal,
regionaal en mondiaal niveau.
|