Vierde Wereldvrouwenconferentie


Strategische doelstelling F.2

De gelijke toegang van vrouwen tot hulpbronnen, werkgelegenheid, afzetgebieden en handel vergemakkelijken

Te ondernemen actie

166. Door regeringen:

  1. Zelfstandig ondernemerschap van vrouwen en de ontwikkeling van kleine bedrijfjes bevorderen en ondersteunen en vrouwen op grotere schaal toegang geven tot kredieten en kapitaal op passende voorwaarden, gelijk aan die welke gelden voor mannen, door een hogere status te verlenen aan instellingen die zich inzetten om ondernemerschap onder vrouwen te bevorderen, inclusief, waar van toepassing, niet-traditionele en onderlinge kredietverleningsprogramma’s, alsmede innoverende contacten met financiële instellingen;
  2. De stimulerende rol van de overheid als werkgever versterken, om een beleid van gelijke kansen voor vrouwen en mannen te ontwikkelen;
  3. Op nationaal en lokaal niveau de mogelijkheden van plattelandsvrouwen om inkomen te genereren, verruimen, door hun gelijke toegang tot en zeggenschap over productiemiddelen, grond, kredieten, kapitaal, eigendomsrechten, ontwikkelingsprogramma’s en samenwerkingsstructuren te vergemakkelijken;
  4. Micro-ondernemingen, nieuwe kleine bedrijven, coöperatieve ondernemingen, expansie van de markt en andere werkgelegen-heidskansen bevorderen en versterken en, waar van toepassing, de overgang van de informele naar de formele sector vergemakkelijken, met name in plattelandsgebieden;
  5. Programma’s en beleidsmaatregelen opzetten en wijzigen die de vitale rol van vrouwen in de voedselvoorziening erkennen en versterken en die aan betaalde en onbetaalde vrouwelijke producenten, met name aan hen die een rol spelen in de voedselproductie, bijvoorbeeld in het boerenbedrijf, de visserij en aquacultuur, alsook in bedrijven in de steden, gelijke toegang verlenen tot geschikte technologieën, vervoer, voorlichtingsdiensten, marketing en kredietfaciliteiten op lokaal niveau en binnen hun gemeenschap;
  6. Passende mechanismen opzetten en intersectorale instellingen stimuleren die de mogelijkheid bieden vrouwencoöperaties op te zetten om de toegang tot de benodigde diensten te optimaliseren;
  7. Het percentage vrouwelijke voorlichters en andere overheidsfunctionarissen die technische ondersteuning bieden of economische programma’s beheren, uitbreiden;
  8. Beleidsmaatregelen opnieuw bezien, zonodig opnieuw opstellen en uitvoeren, met inbegrip van het ondernemingsrecht, het handelsrecht en het contractrecht en overheidsvoorschriften ter zake, om te waarborgen dat zij niet discriminerend zijn ten opzichte van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen die eigendom zijn van vrouwen in plattelandsgebieden en stedelijke gebieden;
  9. Beleid analyseren, coördineren en uitvoeren en adviseren over beleid, dat de behoeften en belangen van in loondienst of als zelfstandige werkende vrouwen en als ondernemer optredende vrouwen integreert in sectorale en interdepartementale beleidsmaatregelen, programma’s en begrotingen;
  10. Gelijke toegang voor vrouwen tot effectieve praktijkopleidingen, herscholing, begeleiding en aanstelling waarborgen, die zich niet beperkt tot traditionele werkgelegenheid;
  11. Belemmeringen in beleid en regelgeving wegnemen waarop vrouwen stuiten in sociale programma’s en ontwikkelingsprogramma’s, die een ontmoediging vormen voor particulier en individueel initiatief;
  12. Inachtneming van fundamentele rechten van werknemers waarborgen en bevorderen, inclusief het verbod op dwangarbeid en kinderarbeid, vrijheid van vereniging en het recht van organisatie en collectieve onderhandelingen, gelijke beloning voor mannen en vrouwen voor gelijkwaardig werk en non-discriminatie bij tewerkstelling, met volledige uitvoering van de overeenkomsten van de Internationale Arbeidsorganisatie door staten die partij zijn bij deze overeenkomsten, en inachtneming van de daarin verwoorde beginselen door de landen die geen partij zijn bij deze overeenkomsten, teneinde werkelijk aanhoudende economische groei en duurzame ontwikkeling te verwezenlijken.

167. Door regeringen, centrale banken en nationale ontwikkelingsbanken en particuliere bankinstellingen, al naar gelang:

  1. De participatie van vrouwen, inclusief vrouwelijke ondernemers, in adviesraden en andere fora verruimen, teneinde vrouwelijke ondernemers uit alle sectoren en hun organisaties in staat te stellen bij te dragen aan de opstelling en herziening van beleidsmaatregelen en programma’s die worden ontwikkeld door ministeries van economische zaken en bankinstellingen;
  2. De bancaire sector mobiliseren om leningen en herfinanciering te verruimen via stimulansen en het opzetten van bemiddelingsinstanties, die voorzien in de behoeften van vrouwelijke ondernemers en producenten in zowel plattelandsgebieden als stedelijke gebieden, en waarin vrouwen een rol spelen in de leiding, de planning en de besluitvorming;
  3. Diensten opzetten om vrouwen op het platteland en in de steden te bereiken die werkzaam zijn in micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, met bijzondere aandacht voor jonge vrouwen, vrouwen met een laag inkomen, vrouwen die behoren tot etnische en raciale minderheden en inheemse vrouwen, die geen toegang hebben tot kapitaal en activa, en de toegang van vrouwen tot financiële markten uitbreiden, door hervormingen op het gebied van financieel toezicht en regelgeving in kaart te brengen en te stimuleren, welke de directe en indirect inspanningen van financiële instellingen om beter te voorzien in de kredietbehoeften en andere behoeften van de micro-, kleine en middelgrote ondernemingen van vrouwen ondersteunen;
  4. Verzekeren dat in overheidsinvesteringsprogramma’s ten behoeve van economische infrastructuur, zoals waterleidingen en sanitaire voorzieningen, elektrificatie en energiebehoud, vervoer en wegenbouw, rekening wordt gehouden met de prioriteiten van vrouwen; ruimere betrokkenheid van vrouwelijke begunstigden in de projectplannings- en uitvoeringsfasen bevorderen om te zorgen dat zij toegang krijgen tot arbeidsplaatsen en contracten.

168. Door regeringen en niet-gouvernementele organisaties:

  1. Bijzondere aandacht besteden aan de behoeften van vrouwen bij het verspreiden van informatie over de markt, handel en hulpbronnen en zorgen voor passende opleiding op deze gebieden;
  2. Economische ontwikkelingsstrategieën binnen de verschillende gemeenschappen stimuleren, die voortbouwen op samenlevingsverbanden tussen regeringen en leden van de samenleving aanmoedigen om arbeidsplaatsen te creëren en aandacht te schenken aan de sociale omstandigheden van individuele personen, gezinnen en gemeenschappen.

169. Door multilaterale geldschieters en regionale ontwikkelingslanden, alsmede door bilaterale en particuliere financieringsinstellingen op internationaal, regionaal en subregionaal niveau:

  1. Beleidsmaatregelen, programma’s en projecten opnieuw bezien, waar nodig aanpassen en uitvoeren, om te verzekeren dat een groter deel van de hulpbronnen vrouwen in plattelandsgebieden en afgelegen streken bereikt;
  2. Flexibele regelingen ontwikkelen om bemiddelingsinstanties te financieren die zich richten op de economische activiteiten van vrouwen, economische zelfstandigheid bevorderen en de capaciteit en rentabiliteit van economische ondernemingen van vrouwen vergroten;
  3. Strategieën ontwikkelen om hun steun aan de micro-, kleine en middelgrote ondernemingen te consolideren en te versterken, teneinde de mogelijkheden voor vrouwen om volledig en op gelijke wijze te participeren, te verruimen, en samen te werken om de effectiviteit van deze ondernemingen te coördineren en te vergroten, daarbij puttend uit deskundigheid en financiële middelen vanuit hun eigen organisaties, alsmede vanuit bilaterale instellingen, regeringen en niet-gouvernementele organisaties.

170. Door internationale, multilaterale en bilaterale organisaties voor ontwikkelingssamenwerking:

Door de verstrekking van kapitaal en/of hulpbronnen, financiële instellingen ondersteunen die ten dienste staan van vrouwelijke ondernemers en producenten met een laag inkomen, in kleine en micro-ondernemingen, in zowel de formele als de informele sector.

171. Door regeringen en/of multilaterale financiële instellingen:

Regels en procedures van formele nationale en internationale financiële instellingen opnieuw bezien, die een belemmering vormen voor het navolgen van het concept van de Grameen Bank, die kredietfaciliteiten verstrekt aan plattelandsvrouwen.

172. Door internationale organisaties:

Adequate steun bieden voor programma’s en projecten, die zijn bedoeld om duurzame en productieve ondernemersactiviteiten onder vrouwen te bevorderen, en wel met name vrouwen in een achterstandssituatie.