Vierde Wereldvrouwenconferentie


Strategische doelstelling E.3

Niet-gewelddadige vormen van conflictoplossing bevorderen en schendingen van de mensenrechten in conflictsituaties tegengaan

Te ondernemen actie

144. Door regeringen:

  1. De bekrachtiging van of toetreding tot internationale documenten die bepalingen bevatten met betrekking tot de bescherming van vrouwen en kinderen in gewapende conflicten overwegen, inclusief het Verdrag van Genčve betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd van 1949, de Protocollen bij de Geneefse Verdragen van 1949 inzake de bescherming van slachtoffers van internationale gewapende conflicten (Protocol I) en de bescherming van slachtoffers van niet-internationale gewapende conflicten (Protocol II); [24];
  2. De normen van het internationale humanitaire recht in gewapende conflicten volledig in acht nemen en alle maatregelen treffen die nodig zijn om vrouwen en kinderen te beschermen, met name tegen verkrachting, gedwongen prostitutie en elke andere vorm van aanranding;
  3. De rol van vrouwen versterken en zorg dragen voor gelijke vertegenwoordiging van vrouwen op alle besluitvormingsniveaus in nationale en internationale instellingen die het beleid maken of beďnvloeden met betrekking tot zaken die verband houden met de vredeshandhaving, preventieve diplomatie en hiermee verband houdende activiteiten en in alle stadia van vredesbemiddeling en -onderhandelingen, rekening houdende met de specifieke aanbevelingen van de Secretaris-Generaal in zijn Strategisch Actieplan voor de verbetering van de positie van vrouwen in het Secretariaat (1995-2000) (A/49/587, deel IV).

145. Door regeringen en internationale en regionale organisaties:

  1. Het zelfbeschikkingsrecht van alle volken opnieuw bevestigen, met name van volken onder koloniale of andere vormen van vreemde overheersing of buitenlandse bezetting en het belang van de effectieve verwezenlijking van dit recht, zoals onder andere verwoord in de Verklaring en het Actieprogramma van Wenen [2], aangenomen door de Wereldconferentie Mensenrechten, opnieuw bevestigen;
  2. Diplomatie, onderhandelingen en vreedzame regeling van geschillen aanmoedigen, in overeenstemming met het Handvest van de Verenigde Naties, en wel in het bijzonder Artikel 2, leden 3 en 4 hiervan;
  3. Aandringen op opsporing en veroordeling van stelselmatige verkrachting en andere vormen van onmenselijke en vernederende behandeling van vrouwen als doelgericht instrument in de oorlogvoering en bij etnische zuivering, en stappen ondernemen om te waarborgen dat de slachtoffers van dergelijk misbruik alle steun krijgen om zich lichamelijk en geestelijk te herstellen;
  4. Opnieuw bevestigen dat verkrachting in het kader van een gewapend conflict een oorlogsmisdaad vormt en dat dit onder bepaalde omstandigheden een misdaad tegen de mensheid is en een handeling van volkenmoord, zoals omschreven in het Verdrag inzake de voorkoming en bestraffing van genocide; [27] alle maatregelen nemen die nodig zijn om vrouwen en kinderen tegen dit soort handelingen te beschermen en mechanismen te versterken om al diegenen die hiervoor verantwoordelijk zijn op te sporen en te bestraffen en de daders te berechten;
  5. De normen, vervat in het internationale humanitaire recht en internationale mensenrechteninstrumenten naleven en versterken, om alle daden van geweld tegen vrouwen in situaties van gewapende en andere conflicten te voorkomen; een grootscheeps onderzoek instellen naar alle daden van geweld jegens vrouwen die in oorlogstijd worden begaan, inclusief verkrachting, met name stelselmatige verkrachting, gedwongen prostitutie en andere vormen van aanranding en seksuele slavernij. Alle misdadigers die verantwoordelijk zijn voor oorlogsmisdaden tegen vrouwen vervolgen en zorg dragen voor volledig eerherstel van vrouwelijke slachtoffers;
  6. Een beroep doen op de internationale gemeenschap om alle vormen en uitingen van terrorisme te veroordelen en tegen te gaan;
  7. Rekening houden met seksespecifieke problemen bij het ontwikkelen van opleidingsprogramma’s voor alle relevante functionarissen op het gebied van internationaal humanitair recht en bewustzijn van mensenrechten en dit soort opleidingen aanbevelen voor diegenen die zijn betrokken bij VN-activiteiten m.b.t. vredeshandhaving en humanitaire hulp, teneinde geweld tegen met name vrouwen te voorkomen;
  8. De aanneming van eenzijdige maatregelen die niet in overeenstemming zijn met het internationale recht en het Handvest van de Verenigde Naties en die de volledige verwezenlijking van economische en sociale ontwikkeling belemmeren van de bevolking van de getroffen landen, en wel met name vrouwen en kinderen, die hun welzijn in de weg staan en die obstakels vormen voor het volledig genot van hun mensenrechten, met inbegrip van het recht van iedereen op een levensstandaard die toereikend is voor hun gezondheid en welzijn en hun recht op voeding, medische verzorging en de noodzakelijke sociale voorzieningen, ontmoedigen en tegenhouden;
  9. Maatregelen treffen in overeenstemming met het internationale recht, teneinde het negatieve effect van economische sancties op vrouwen en kinderen te verminderen.

Strategische doelstelling E.4

De bijdrage van vrouwen aan de totstandbrenging van een cultuur van vrede bevorderen

Te ondernemen actie

146. Door regeringen, internationale en regionale intergouvernementele instellingen en niet-gouvernementele organisaties:

  1. Vreedzame oplossing van conflicten, vrede, verzoening en tolerantie bevorderen door middel van voorlichting, opleidingen, gemeenschappelijke acties en uitwisselingsprogramma’s voor jongeren, met name voor jonge vrouwen;
  2. De verdere ontwikkeling van onderzoek naar vrede aanmoedigen, met deelneming van vrouwen, om het effect van gewapende conflicten op vrouwen en kinderen en de aard en de bijdrage van participatie van vrouwen in nationale, regionale en internationale vredesbewegingen te bestuderen; zich bezig houden met onderzoek en innoverende mechanismen tot stand brengen om geweld te beteugelen en conflicten op te lossen, waaraan op grote schaal bekendheid moet worden gegeven, en die door vrouwen en mannen moeten worden gehanteerd;
  3. Onderzoek naar de lichamelijke, psychologische, economische en sociale effecten van gewapende conflicten op vrouwen, en met name jonge vrouwen en meisjes, ontwikkelen en hieraan bekendheid geven, teneinde beleidsmaatregelen en programma’s te ontwikkelen om de gevolgen van conflicten aan te pakken;
  4. Overwegen voorlichtingsprogramma’s op te zetten voor meisjes en jongens om een cultuur van vrede tot stand te brengen, met speciale aandacht voor het oplossen van conflicten zonder gebruik van geweld, en de bevordering van tolerantie.