Vierde Wereldvrouwenconferentie


Strategische doelstelling E.5

Zorgen voor bescherming, ondersteuning en opleidingen voor vrouwelijke vluchtelingen, andere ontheemde vrouwen die behoefte hebben aan internationale bescherming, en binnenslands ontheemde vrouwen

Te ondernemen actie

147. Door regeringen, intergouvernementele en niet-gouverne-mentele organisaties en andere instellingen die zorg dragen voor bescherming, ondersteuning en opleiding voor vrouwelijke vluchtelingen, andere ontheemde vrouwen die behoefte hebben aan internationale bescherming, en binnenslands ontheemde vrouwen, met inbegrip van het Bureau van de Hoge Commissaris voor vluchtelingen van de Verenigde Naties en het Wereldvoedselprogramma, al naar gelang:

  1. Stappen ondernemen om te verzekeren dat vrouwen volledig worden betrokken bij de planning, opzet, uitvoering, bewaking en evaluatie van alle korte- en lange-termijnprojecten en -programma’s die steun bieden aan vrouwelijke vluchtelingen, andere ontheemde vrouwen die behoefte hebben aan internationale bescherming, en binnenslands ontheemde vrouwen, met inbegrip van het beheer van vluchtelingenkampen en hulpmiddelen; verzekeren dat vrouwelijke vluchtelingen en ontheemde vrouwen en meisjes direct toegang hebben tot de aangeboden diensten;
  2. Adequate bescherming en ondersteuning bieden aan vrouwen en kinderen die in eigen land zijn verdreven en oplossingen vinden voor de oorzaken van hun verdrijving, teneinde deze te voorkomen, en, waar mogelijk, hun terugkeer of hernieuwde vestiging te vergemakkelijken;
  3. Stappen ondernemen om de veiligheid en de lichamelijke integriteit van vrouwelijke vluchtelingen, andere ontheemde vrouwen die behoefte hebben aan internationale bescherming, en binnenslands ontheemde vrouwen gedurende de periode waarin zij zijn verdreven en na hun terugkomst naar hun gemeenschap van herkomst te beschermen, inclusief programma’s voor resociali-satie; effectieve maatregelen treffen om vrouwelijke vluchtelingen of ontheemde vrouwen te beschermen tegen geweld; een onpartijdig, grondig onderzoek instellen naar dergelijk geweld en de verantwoordelijken berechten;
  4. Met volledige eerbiediging en strikte inachtneming van het beginsel van non-refoulement van vluchtelingen, alle noodzakelijke stappen ondernemen om het recht van vrouwelijke vluchtelingen en ontheemde vrouwen om vrijwillig, veilig en waardig terug te keren naar hun plaats van herkomst, alsmede hun recht op bescherming na hun terugkeer te verzekeren.
  5. Maatregelen treffen op nationaal niveau, waar nodig via internationale samenwerking, in overeenstemming met het Handvest van de Verenigde Naties om duurzame oplossingen te vinden voor vraagstukken die verband houden met binnenslands ontheemde vrouwen, inclusief hun recht om vrijwillig en veilig naar hun oorspronkelijke huis terug te keren;
  6. Verzekeren dat de internationale gemeenschap en haar internationale organisaties financiële en andere middelen verstrekken voor noodhulp en andere ondersteuning op langere termijn, rekening houdende met de specifieke behoeften, middelen en mogelijkheden van vrouwelijke vluchtelingen, andere ontheemde vrouwen die behoefte hebben aan internationale bescherming, en binnenslands ontheemde vrouwen; bij het verlenen van bescherming en ondersteuning alle passende maatregelen treffen om discriminatie van vrouwen en meisjes uit te bannen, teneinde hun gelijke toegang tot voldoende voedsel, water en onderdak, onderwijs en sociale voorzieningen en gezondheidszorg te verzekeren, inclusief reproductieve gezondheidszorg en zwangerschapszorg en initiatieven om tropische ziekten te bestrijden;
  7. De beschikbaarheid van lesmateriaal in de desbetreffende taal - ook in noodsituaties - vergemakkelijken, om de opleiding van gevluchte en ontheemde kinderen zo min mogelijk te verstoren;
  8. Internationale normen hanteren om gelijke toegang en gelijke behandeling van vrouwen en mannen te verzekeren bij procedures om de vluchtelingenstatus te verkrijgen en bij asielverlening, inclusief volledige eerbiediging en strikte inachtneming van het beginsel van non-refoulement door onder andere nationale immigratievoorschriften in overeenstemming te brengen met relevante internationale documenten en te overwegen die vrouwen als vluchteling te erkennen wier aanspraak op de vluchtelingenstatus is gebaseerd op de gegronde vrees voor vervolging om redenen die staan vermeld in het verdrag van 1951 [28] en het Protocol van 1967 [29] inzake de status van vluchtelingen, inclusief vervolging via seksueel geweld of andere met gender verband houdende vervolging, en toegang te geven tot speciaal opgeleide functionarissen, inclusief vrouwelijke functionarissen om met vrouwen te praten over gevoelige of pijnlijke ervaringen, zoals aanranding;
  9. Inspanningen van staten om te komen tot de ontwikkeling van criteria en richtlijnen met betrekking tot specifiek op vrouwen gericht optreden tegen vervolging, ondersteunen en bevorderen, door informatie over initiatieven van staten om dergelijke criteria en richtlijnen te ontwikkelen, uit te wisselen en door toe te zien op de eerlijke en consequente toepassing hiervan;
  10. Bevorderen dat vrouwelijke vluchtelingen, andere ontheemde vrouwen die behoefte hebben aan internationale bescherming, en binnenslands ontheemde vrouwen op eigen benen kunnen staan, en programma’s opzetten voor vrouwen, met name jonge vrouwen, die binnen de gemeenschap van vluchtelingen of repatrianten een leidende positie vervullen en zich bezig houden met besluitvorming;
  11. Waarborgen dat de mensenrechten van vrouwelijke vluchtelingen en ontheemde vrouwen worden beschermd en dat vrouwelijke vluchtelingen en ontheemde vrouwen van deze rechten bewust worden gemaakt; zorgen dat het vitale belang van gezinshereniging wordt erkend;
  12. Waar nodig, zorgen dat vrouwen die als vluchteling zijn erkend, toegang krijgen tot programma’s voor beroepsopleiding, inclusief talenopleiding, opleiding en planning m.b.t. het opzetten van een kleine onderneming, en begeleiding met betrekking tot alle vormen van geweld jegens vrouwen, waarbij tevens inbegrepen moeten zijn rehabilitatieprogramma’s voor slachtoffers van martelingen en trauma’s; regeringen en andere donoren moeten adequaat bijdragen aan hulpprogramma’s voor vrouwelijke vluchtelingen, andere ontheemde vrouwen die behoefte hebben aan internationale bescherming, en binnenslands ontheemde vrouwen, met name rekening houdende met de effecten van de toenemende druk die de grote aantallen vluchtelingen op de schouders van de gastlanden leggen en met de behoefte om het aantal donoren uit te breiden en de lasten beter te verdelen;
  13. Het grote publiek beter bewust maken van de bijdrage die vrouwelijke vluchtelingen leveren aan het land van opvang, het besef van hun mensenrechten en hun behoeften en vaardigheden bevorderen en wederzijds begrip en aanvaarding stimuleren door middel van voorlichtingsprogramma’s om transculturele en interraciale harmonie te bevorderen;
  14. Fundamentele en ondersteunende diensten verlenen aan vrouwen die van hun plaats van herkomst zijn verdreven door terrorisme, geweld, handel in verdovende middelen of andere redenen die verband houden met gewelddadige omstandigheden;
  15. Besef van de mensenrechten van vrouwen ontwikkelen en, waar nodig, voorlichting en opleiding in mensenrechten geven aan militairen en politiefunctionarissen die actief zijn in gebieden waar een gewapend conflict heerst en waar vluchtelingen zijn.

148. Door regeringen:

  1. De UNHCR-richtlijnen inzake de bescherming van vrouwelijke vluchtelingen en de UNHCR-richtlijnen inzake beoordeling en verzorging van slachtoffers van verwondingen en geweld verspreiden en uitvoeren of soortgelijke voorlichting geven, in nauwe samenwerking met vrouwelijke vluchtelingen en in alle sectoren van vluchtelingenprogramma’s;
  2. Vrouwen en kinderen die als gezinsleden migreren beschermen tegen misbruik of verloochening van hun mensenrechten door hulpverleners en overwegen hun verblijf te verlengen, als de familiebetrekkingen worden ontbonden, zulks binnen de grenzen van de nationale wetgeving.

Strategische doelstelling E.6

Hulp verlenen aan vrouwen uit de koloniën en gebieden zonder zelf-bestuur

Te ondernemen actie

149 Door regeringen en intergouvernementele en niet-gouvernementele organisaties:

  1. De uitvoering van het zelfbeschikkingsrecht van alle volken ondersteunen en bevorderen, zoals onder andere vervat in de Verklaring en het Actieprogramma van Wenen, door speciale programma’s op te zetten in leiderschap en in training ten behoeve van besluitvorming;
  2. Waar nodig via de massamedia, onderwijs op alle niveaus en speciale programma’s de bewustwording van het grote publiek stimuleren, teneinde beter inzicht in de situatie van vrouwen in de koloniën en gebieden zonder zelfbestuur te creëren.