Vierde Wereldvrouwenconferentie


126. Door regeringen, werkgevers, vakbonden, gemeenschaps- en jongerenorganisaties en niet-gouvernementele organisaties, al naar gelang:
  1. Programma’s en procedures ontwikkelen om seksuele intimidatie en andere vormen van geweld jegens vrouwen in alle onderwijsinstellingen, op de werkplek en elders uit te bannen;
  2. Programma’s en procedures ontwikkelen om voorlichting te geven en mensen duidelijker bewust te maken van daden van geweld jegens vrouwen die een misdaad en een schending van de mensenrechten van vrouwen vormen;
  3. Opvang, herstel- en ondersteuningsprogramma’s ontwikkelen voor meisjes, jongeren en jonge vrouwen die te maken hadden of hebben met een op misbruik gebaseerde relatie, met name voor hen die leven in tehuizen of instellingen waar misbruik plaatsvindt;
  4. Speciale maatregelen treffen om geweld jegens vrouwen uit te bannen, met name jegens vrouwen in een kwetsbare situatie, zoals jonge vrouwen, vluchtelingen, ontheemde of binnenslands ontheemde vrouwen, vrouwen met een handicap en vrouwelijke migrerende werknemers, met inbegrip van het toepassen van bestaande wetgeving en, waar nodig, het ontwikkelen van nieuwe wetgeving voor vrouwelijke migrerende werknemers in zowel het land van herkomst als het ontvangende land.

127. Door de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties:

De Speciale Rapporteur van de Commissie voor de rechten van de mens inzake geweld jegens vrouwen alle steun bieden, in het bijzonder de benodigde personeelsleden en middelen om al haar functies te kunnen verrichten, met name bij de uitvoering en continuering van taken, die hetzij afzonderlijk, hetzij te zamen met andere speciale rapporteurs en werkgroepen worden verricht, en passende ondersteuning bieden voor periodiek overleg met de Commissie inzake de uitbanning van discriminatie van vrouwen en alle door het verdrag gecreëerde instellingen.

128. Door regeringen, internationale organisaties en niet-gouvernementele organisaties:

De verspreiding en uitvoering van de UNHCR-richtlijnen inzake de bescherming van vrouwelijke vluchtelingen en de UNHCR-richtlijnen inzake de voorkoming en bestrijding van seksueel geweld tegen vluchtelingen.

Strategische doelstelling D.2

De oorzaken en gevolgen van geweld jegens vrouwen en de doeltreffendheid van preventiemaatregelen bestuderen

Te ondernemen actie

129. Door regeringen, regionale organisaties, de Verenigde Naties, andere internationale organisaties, onderzoeksinstellingen, vrouwen- en jongerenorganisaties en niet-gouvernementele organisaties, al naar gelang:

  1. Onderzoek bevorderen, gegevens verzamelen en statistieken opstellen, in het bijzonder betreffende geweld in huiselijke kring, in verband met het veel voorkomen van verschillende vormen van geweld tegen vrouwen, en onderzoek naar de oorzaken, de aard, de ernst en de gevolgen van geweld jegens vrouwen en de effectiviteit van de maatregelen die worden toegepast om geweld jegens vrouwen te voorkomen en te ondervangen, aanmoedigen.
  2. Bevindingen van onderzoeken en studies op grote schaal verspreiden.
  3. Steun geven aan en de aanzet geven tot onderzoek naar het effect van geweld, zoals verkrachting, op vrouwen en meisjes en de hieruit voortkomende informatie en statistieken voor het publiek beschikbaar stellen;
  4. De media aanmoedigen om het effect van de stereotiepe rolverdeling tussen seksen te bestuderen, inclusief de stereotypes die in stand worden gehouden in de reclame, die geweld op basis van gender en ongelijkheid stimuleren, en na te gaan hoe die stereotypering in de loop van het leven wordt doorgegeven;
  5. Maatregelen nemen om deze negatieve beeldvorming uit te bannen, teneinde een geweldloze samenleving te bevorderen.

Strategische doelstelling D.3

Vrouwenhandel uitbannen en slachtoffers van geweld als gevolg van prostitutie en vrouwenhandel ondersteunen

Te ondernemen actie

130. Door regeringen van landen van herkomst, doorreis en bestemming, regionale en internationale organisaties, al naar gelang:

  1. De bekrachtiging en toepassing van internationale verdragen inzake handel in personen en slavernij overwegen;
  2. Passende maatregelen treffen om de kernfactoren aan te pakken, inclusief externe factoren, die de handel in vrouwen en meisjes ten behoeve van prostitutie en andere vormen van commerciële seks, gedwongen huwelijken en dwangarbeid stimuleren, teneinde de handel in vrouwen uit te bannen, mede door aanscherping van de bestaande wetgeving, om zo de rechten van vrouwen en meisjes beter te beschermen en degenen die zich schuldig maken aan inbreuk op die rechten te straffen door middel van zowel strafrechtelijke, als civielrechtelijke maatregelen;
  3. Samenwerking en gecoördineerde maatregelen intensiveren via alle relevante autoriteiten en instellingen die zich bezighouden met de rechtshandhaving, teneinde nationale, regionale en internationale netwerken in vrouwenhandel te ontmantelen;
  4. Middelen toewijzen om uitgebreide programma’s op te zetten, bestemd voor het herstel en de reïntegratie van slachtoffers van mensenhandel, mede via een vakopleiding, rechtsbijstand en confidentiële gezondheidszorg, en maatregelen nemen om samen te werken met niet-gouvernementele organisaties, om te voorzien in de sociale, medische en psychologische zorg voor slachtoffers van mensenhandel;
  5. Educatie- en vormingsprogramma’s en -beleid ontwikkelen en wetgeving overwegen, gericht op de voorkoming van sekstoerisme en mensenhandel, met bijzondere nadruk op de bescherming van jonge vrouwen en kinderen.