Clara Wichmann Instituut
Ambonplein 73
1094 PW Amsterdam
Postbus 93639
1090 EC Amsterdam
tel: 020-6684069
fax: 020-6684371

e-mail: bedrijfsbureau@clara-wichmann.nl
website: www.clara-wichmann.nl

Aan: de Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
mw. mr. A.E. Verstand-Bogaert

Nummer: CWI/00/32
Betreft :
Reactie op nota ‘Van Vrouwenstrijd naar vanzelfsprekendheid’
Amsterdam, 25 juli 2000

Geachte mevrouw Verstand,

In april 2000 is de discussienota ‘Van Vrouwenstrijd naar vanzelfsprekendheid’ verschenen. In de nota staan vijf thema’s centraal. Hieronder zullen wij inzake het domein Mensenrechten en inzake de emancipatie-ondersteuningstructuur een aantal aanbevelingen doen. Hieraan voorafgaand zullen wij enkele algemene kanttekeningen plaatsen.

Algemeen commentaar

1. Het emancipatiebeleid van de regering is in tal van nota’s neergelegd en in het kader van de uitvoering ervan zijn vele onderzoeken verricht en nieuwe instrumenten zoals de emancipatie-effectrapportage ontwikkeld. In de nota ontbreekt een evaluatie van het gevoerde emancipatie-beleid en een analyse van het rendement van het ontwikkelde instrumentarium.

2. Al enige jaren is de zogenaamde mainstreaming een belangrijk uitgangspunt van het emancipatiebeleid van de regering. Het emancipatiebeleid moet worden verankerd in reguliere beleidsnota’s en wetsvoorstellen. In dit kader hebben alle ministeries drie taakstellingen voor de emancipatie voor deze kabinetsperiode moeten vaststellen en heeft u het boekje ‘Emancipatie in beleid: Handleiding Mainstreaming’ kort geleden verspreid.

Het verbaast ons dan ook dat de discussienota zich tot vijf domeinen beperkt. Wij vinden het van groot belang dat in het Beleidsplan Emancipatie dat in het najaar zal verschijnen, álle sectoren van het overheidshandelen aan bod komen. Per sector (ministerie) moet er een analyse komen van het gevoerde beleid, gehanteerde instrumenten, successen, hiaten en de belangrijkste actoren,

Onlangs hebben wij in het kader van ons strategieplan voor de periode 2000 tot 2005 een analyse gemaakt van de belangrijkste ontwikkelingen op het terrein van emancipatie, (overheids)beleid en recht. Op basis daarvan hebben wij de kernthema’s van gender en recht benoemd en speerpunten bepaald. Hierbij stuur ik u ons strategieplan toe. Ik verzoek u dit plan - hoofdstuk 2 in het bijzonder - als integraal onderdeel van ons commentaar te beschouwen.

3. Vrouwen zitten in verschillende fases van het emancipatieproces. Dat geldt in het bijzonder voor groepen vrouwen die tot een etnische minderheid behoren en vrouwen die asiel zoeken. Bestaande emancipatie-instrumenten bereiken hen niet of onvoldoende en regelgeving op het terrein van het vreemdelingen- en vluchtelingenrecht leidt voor hen tot grote knel-punten. De discussienota gaat onvoldoende op de bijzondere situatie van deze groepen in. Voor hen moeten specifieke maatregelen worden getroffen om hen gelijke kansen en reële mogelijkheden tot ontplooiing te bieden. Een duidelijk knelpunt is de afhankelijke verblijfsvergunning. Verleden jaar heeft ons Instituut een onderzoek naar de rechtspositie van vrouwen met een afhankelijke verblijfsvergunning na echtscheiding verricht (mr. Els van Blokland, mr. Sabine Jansen, mr. Marlies Vegter, Clara Wichmann Instituut , Ars Aequi Libri, 1999; in uw bezit). In dit onderzoek doen wij een groot aantal aanbevelingen om de rechts-positie van deze vrouwen te verbeteren. Onlangs heeft de Tweede Kamer een aantal van deze aanbevelingen overgenomen in het kader van de wijziging van de Vreemdelingenwet. Daarmee wordt hun positie iets beter maar aanvullende maatregelen blijven noodzakelijk bijvoorbeeld inzake hun huisvestingsituatie. Zij moeten recht krijgen op een zelfstandige woonvergunning, mede omdat de capaciteit van opvanghuizen ontoereikend is.

Mensenrechten

Dit onderdeel van uw nota vinden wij erg mager. Als uitgangspunt is genomen een enge opvatting van wat onder mensenrechten voor vrouwen moet worden verstaan. Geweld tegen vrouwen krijgt terecht veel aandacht maar andere belangrijke kwesties zoals maatschappelijke en politieke participatie weer niet. Onvoldoende uit de verf komt welke ambities erop dit terrein bestaan en hoe die zullen worden gerealiseerd. Ook wordt weinig aandacht besteed aan de Europese regelgeving op het terrein van de gelijke behandeling, die als meer toeneemt. Er zijn bijvoorbeeld eerder dit jaar twee richtlijnen gemaakt op basis van artikel 13 van het Verdrag van Amsterdam. Ons Instituut heeft hierover een advies uitgebracht (mr. drs. Marlies Vegter, Clara Wichmann Instituut, april 2000; in uw bezit). De aanbevelingen uit dit advies maken eveneens onderdeel uit van ons commentaar.

In Nederland is nog steeds sprake van wetgeving die tot een (indirect) onderscheid leidt, bijvoorbeeld het naamrecht. In ons strategieplan vindt u daar meer voorbeelden van.

Het CWI is al jarenlang pleitbezorger van de oprichting van een steunpunt voor de implementatie van internationale verdragen, in het bijzonder het VN-Vrouwenverdrag. Wij dringen aan op een spoedige realisering van deze en andere aanbevelingen van de zogenaamde commissie Groenman en verwijzen kortheidshalve naar de notities en brieven die wij u daarover het afgelopen jaar hebben gestuurd. Ons Instituut is van harte bereid – samen met andere kenniscentra – het voortouw te nemen bij de oprichting van een onafhankelijke stichting voor een centraal punt voor gelijke behandeling met een breed takenpakket.

Emancipatie-ondersteuningsstructuur

In een beleidsnota Emancipatiebeleid hoort een hoofdstuk over de emancipatie-ondersteunings structuur thuis. Een paar jaar geleden is een nieuwe structuur ingevoerd. Een evaluatie is wenselijk, die in overleg met betrokken organisaties moet worden gemaakt. Met anderen is het CWI van mening dat er meer geld moet komen voor ondersteunende organisaties.

Het CWI maakt onderdeel van de emancipatie-ondersteuningsstructuur uit en krijgt een vaste subsidie van het ministerie van Justitie. In ons strategieplan hebben wij onze positie voor de komende vijf jaar gedefinieerd en ons verzoek tot verhoging van de subsidie onderbouwd.

Ik verzoek u het betreffende deel van ons plan (deel II) bij de voorbereiding van uw beleidsplan te betrekken.

Hoogachtend,

 

mr. Liesbeth Sijsling
directeur Clara Wichmann Instituut



Bijlage: Strategieplan voor de periode 2000 - 2005