Het Vrouwenverdrag in Nederland anno 1997


5.3 Aanbevelingen op deelterreinen

 

  • Maatschappelijke en politieke participatie (zie hoofdstuk 4, § 4.2)

19.
Breng op het terrein van de maatschappelijke en politieke participatie van vrouwen meer eenheid in stimulerende, faciliterende en 'voorbeeldige' beleidsmaatregelen en doe dat op basis van centraal beschikbare cijfers en wetenschappelijke analyses.

  • Arbeid en inkomen (zie hoofdstuk 4, § 4.3)

20.
Neem de (resultaats)verplichtingen van het Verdrag mede in beschouwing bij de in het regeerakkoord aangekondigde geïntegreerde aanpak van werkgelegenheid, sociale zekerheid en fiscale wetgeving.

21.
Ga in de komende emancipatienota van SZW en de aangekondigde SZW-nota Zorg voor economische zelfstandigheid expliciet in op de eisen van het Verdrag.

22.
Leg opnieuw vast - zonodig met een andere term dan 'positieve actie' - dat de rijksoverheid zich actief inzet voor een hogere kwantitatieve en kwalitatieve participatie van vrouwen in alle arbeidsorganisaties en mede daarom zelf een voorbeeldfunctie heeft. Steun campagnes als 'Opportunity in bedrijf', niet alleen vanwege hun economisch belang, maar ook vanwege hun algemeen maatschappelijk belang.

23.
Toets de flexibilisering van de arbeidsmarkt op effecten op de positie van vrouwen.

24.
Zorg ervoor dat kinderopvang, inclusief naschoolse opvang, ook bij gedecentraliseerd beleid terzake, gericht blijft op de positieverbetering van vrouwen.

25.
Neem in de Algemene wet gelijke behandeling een uitdrukkelijk verbod op van het gebruik van geslachtsgebonden actuariële berekeningen die voor vrouwen nadelige effecten hebben. Schrap de bestaande uitzondering in het Besluit gelijke behandeling voor individuele levensverzekeringen.

26.
Onderzoek het terrein van de aanvullende pensioenen op ongelijke behandeling van mannen en vrouwen; voer een emancipatie-effectrapportage uit voor de pensioenplannen van het kabinet.

27.
Pas de Werkloosheidswet aan zodat zwangerschaps- en bevallingsverlof niet nadelig uitwerkt voor werkloze zwangere en pas bevallen vrouwen.

28.
Voer een emancipatie-effectrapportage uit naar de Algemene nabestaandenwet.

  • Gezondheidszorg (zie hoofdstuk 4, § 4.4)

29.
Stel een ambtelijke werkgroep in die de aanbevelingen uit het rapport De betekenis van artikel 12 vrouwenverdrag voor Nederland: gezondheid als recht concreet vorm geeft.

30.
Stem het beleid in de gezondheidszorg permanent af op de verschillen tussen mannen en vrouwen in gezondheidstoestand en in de consumptie van voorzieningen.

31.
Verzamel systematisch gegevens over de sekseverschillen met betrekking tot de gezondheidstoestand en de toegang tot de gezondheidszorg. Laat seksedifferentiatie aandachtspunt zijn bij geneesmiddelenonderzoek en de registratie van geneesmiddelen.

32.
Voorkom dat bezuinigingen op de gezondheidszorg vrouwen onevenredig treffen, in het bijzonder als het gaat om het heffen van eigen bijdragen of het verschuiven van kosten naar aanvullende verzekeringen.

33.
Zorg ervoor dat de kosten van de voortplantingszorg niet eenzijdig op vrouwen worden afgewenteld: diverse vormen van zorgverlening vormen geen onderdeel van het standaard verstrekkingenpakket en vaak moeten vrouwen eigen bijdragen betalen.

34.
Gebruik emancipatie-effectrapportages binnen de gezondheidszorg.

35.
Breng seksedifferentiatie aan in de verdere uitwerking van de gezondheidseffectscreening.

36.
Realiseer op korte termijn voldoende professionele thuiszorg. Los op langere termijn de paradox op die ontstaat door een toenemende vergrijzing, naast een beleid dat de arbeidsdeelname bevordert van tot nu toe niet betaald werkende vrouwen. Plaats dit in het kader van de herverdeling van betaalde arbeid en onbetaalde zorgtaken tussen mannen en vrouwen, en de aanbevelingen van de Commissie Toekomstscenario's Onbetaalde Arbeid.

37.
Weeg de aanbevelingen van het rapport Gezondheid als recht mee bij de beleidsbepaling naar aanleiding van de evaluatie van de vrouwenhulpverlening en de integratie daarvan in het beleid. Zet de financiering van vrouwenhulpverlening en de vrouwengezondheidszorg voort.

  • Familieleven (zie hoofdstuk 4, § 4.5)

38.
Neem het standpunt inzake de aanvaardbaarheid van het bij de Eerste Kamer aanhangige wetsvoorstel tot wijziging van het naamrecht, alsmede de afwijzing van de Tweede-Kamermotie Scheltema-De Nie inzake de gelijke behandeling van mannen en vrouwen in het adelsrecht in heroverweging.

39.
Neem het wetsvoorstel Conflictenrecht echtscheiding dat verdergaande erkenning van verstoting mogelijk maakt, in heroverweging, aangezien het in strijd is met artikel 16 van het Verdrag en niet overeenkomt met Aanbeveling 21 van het CEDAW.

40.
Toets in behandeling zijnde dan wel te verwachten wetsvoorstellen op het gebied van adoptie, medegezag en afstamming aan het Verdrag.

  • Vreemdelingenbeleid (zie hoofdstuk 4, § 4.6)

41.
Voer een emancipatie-effectrapportage uit ten aanzien van het bestaande gezinsherenigings- en gezinsvormingsbeleid; betrek hierbij de departementale voorstellen tot versoepeling van de inkomenseis.

42.
Vervang de afhankelijke verblijfsvergunning door een vergunning die optimaal recht doet aan de ontplooiingsmogelijkheden van vrouwen, de verwezenlijking door vrouwen van alle mensenrechten, de doelstellingen van het emancipatiebeleid en van het integratiebeleid.

43.
Verzamel informatie over de uitvoering van beleid met betrekking tot de ABW-verklaring, de AKW-uitkeringen en de toegang tot voorzieningen voor vrouwen die hun partner hebben verlaten vanwege het feit dat deze geweld gebruikt.

44.
Erken bij de afweging tot toelating van vrouwelijke asielzoekers als vluchteling of op humanitaire gronden

  1. de nood van vrouwen die slachtoffer zijn geworden van seksueel geweld door autoriteiten, militairen en gewapend verzet van burgers;
  2. de nood van vrouwen die slachtoffer zijn van ernstige discriminatoire opvattingen over vrouwen.

Erken 'vrouwelijke' activiteiten als het verrichten van hand- en spandiensten voor verzetstrijders als grond voor de vluchtelingenstatus.

  • Sport (zie hoofdstuk 4, § 4.6)

45.
Besteed speciale aandacht aan de bestrijding van seksuele intimidatie in de sport. Dit is niet alleen een taak voor de sportwereld, maar ook voor de Projectgroep Jeugd in beweging.

46.
Bevorder - mede in het kader van de beeldvorming - deelname door vrouwen aan het vrijwillige kaderwerk in de sportwereld. Dit is niet alleen een taak voor de sportwereld, maar ook voor de Commissie Dagindeling.

  • Onderwijs (zie hoofdstuk 4, § 4.7)

47.
Ga in de vijfde onderwijsemancipatienota in op de verdragsverplichtingen en voorzie die waar mogelijk van concrete resultaatsverplichtingen. Daarbij gaat het om de bestrijding van segregatie in de onderwijsdeelname, de verplichting tot aanpassing van rolbevestigend onderwijs en de verplichting tot roldoorbrekend onderwijs.

48.
Betrek de aanbevelingen over onderwijs, gedaan door de drie projectgroepen voor de speerpunten van algemeen emancipatiebeleid (1992-1996) bij het beleid van OC&W (in het bijzonder die van de projectgroep Herverdeling Onbetaalde Arbeid, en van de projectgroep Beeldvorming).

  • Geweld tegen vrouwen (zie hoofdstuk 4, § 4.8)

49.
Zorg ervoor dat bij de regionale politiekorpsen de gespecialiseerde zedenpolitie terugkomt, en dat de maatschappelijke opvangvoorzieningen over genoeg middelen beschikken om het aanbod van hulp en opvang af te stemmen op de vraag van slachtoffers van geweld tegen vrouwen.

  • Vrouwenhandel (zie hoofdstuk 4, § 4.10)

50.
Verbeter de opvang, bescherming en begeleiding van de slachtoffers van vrouwenhandel door de politie en justitie in het kader van het strafproces en door de vreemdelingendiensten.

51.
Creëer meer mogelijkheden tot het verlenen van verblijfsvergunningen in verband met het voeren van civiele procedures door het slachtoffer.

52.
Schep duidelijkheid over het verlenen van een verblijfsvergunning op humanitaire gronden in verband met represailles door handelaren of autoriteiten in het land van herkomst. Toets artikel 3 EVRM expliciet bij de beslissing over een dergelijke verblijfsvergunning.

53.
Plaats het al dan niet tijdelijke verblijf van slachtoffers in Nederland in het teken van het opbouwen van een nieuw leven. Waarborg toegang tot uitkerings-, medische en opleidingsvoorzieningen en de verstrekking van een werkvergunning.

54.
Zet de subsidiëring van preventieprojecten voort.

55.
Verlies het genderaspect van vrouwenhandel niet uit het oog.

56.
Onderzoek het vóórkomen van niet op prostitutie gerichte vrouwenhandel en de mogelijke strafbaarstelling daarvan.