60. Door nationale en
internationale niet-gouvernementele organisaties en
vrouwengroeperingen:
- Alle bij het
ontwikkelingsproces betrokken partijen
mobiliseren, inclusief academische instellingen,
niet-gouvernementele organisaties en
vrouwengroeperingen aan de basis, om de
effectiviteit van
armoedebestrijdingsprogrammas, die zijn
gericht op de armste en meest kansarme groepen
vrouwen, zoals plattelandsvrouwen en inheemse
vrouwen, vrouwelijke gezinshoofden, jonge vrouwen
en oudere vrouwen, vluchtelingen en migrerende
vrouwen en vrouwen met een handicap, te
verbeteren, ervan uitgaande dat sociale
ontwikkeling primair de verantwoordelijkheid van
regeringen is;
- Lobbyen en, waar nodig,
toezichthoudende instanties opzetten en andere
relevante activiteiten ontplooien om de
uitvoering van de aanbevelingen inzake
armoedebestrijding, zoals weergegeven in het
Slotdocument en gericht op het waarborgen van
verantwoording en doorzichtigheid van de zijde
van de staat en de particuliere sectoren, te
verzekeren;
- Hun activiteiten richten op
vrouwen met uiteenlopende behoeften en erkennen
dat jongerenorganisaties steeds effectievere
partners in ontwikkelingsprogrammas worden;
- In samenwerking met de
regering en de particuliere sectoren deelnemen
aan de ontwikkeling van een algehele nationale
strategie ter verbetering van gezondheidszorg,
onderwijs en sociale dienstverlening, zodat
meisjes en vrouwen van alle leeftijden die in
armoede leven volledige toegang tot dergelijke
voorzieningen hebben; zoeken naar financiering om
toegang tot seksespecifieke diensten te
waarborgen en die diensten uit te breiden tot de
plattelandsgebieden en afgelegen streken, waar
geen overheidsinstellingen zijn;
- In samenwerking met
regeringen, werkgevers, andere sociale partners
en andere betrokkenen bijdragen aan de
ontwikkeling van een beleid voor onderwijs,
opleiding en omscholing, om te verzekeren dat
vrouwen een breed scala van vaardigheden kunnen
verwerven om aan de eisen van deze tijd te
voldoen;
- Middelen mobiliseren om het
recht van vrouwen op volwaardige en gelijke
toegang tot economische hulpbronnen te
beschermen, met inbegrip van het recht om te
erven en het recht op eigendom van grond en
andere goederen, krediet, natuurlijke hulpbronnen
en technologieën.
Strategische
doelstelling A.2
Wetten en de
bestuurlijke praktijk herzien om te waarborgen dan
vrouwen gelijke rechten en toegang tot economische
hulpbronnen krijgen
Te ondernemen actie
61. Door regeringen:
- Zorgen voor toegang tot gratis
of betaalbare juridische dienstverlening, met
inbegrip van ondersteuning door mensen die
juridische teksten kunnen leven, in het bijzonder
ten behoeve van vrouwen die in armoede leven;
- Hervormingen in de wetgeving
en op bestuurlijk vlak uitvoeren, om vrouwen
volledige en gelijke toegang te geven tot
economische hulpbronnen, met inbegrip van het
recht te ervan en het recht op eigendom van grond
of andere goederen, krediet, natuurlijke
hulpbronnen en geschikte technologieën;
- Overwegen Overeenkomst nr. 169
van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) te
bekrachtigen, als onderdeel van hun inspanningen
om de rechten van inheemse volken te bevorderen
en te beschermen.
Strategische
doelstelling A.3
Vrouwen toegang
verlenen tot spaar- en kredietfaciliteiten en
-instellingen
Te ondernemen actie
62. Door regeringen:
- Voor kansarme vrouwen,
waaronder vrouwelijke ondernemers, in
plattelandsgebieden, in afgelegen streken en
stedelijke gebieden, de toegang tot financiële
dienstverlening verruimen door de banden tussen
formele banken en bemiddelingsorganisaties voor
de verstrekking van leningen te versterken, met
inbegrip van ondersteuning via wetgeving,
opleiding voor vrouwen en institutionele
versterking voor bemiddelingsinstellingen,
teneinde voor die instellingen kapitaal te
mobiliseren en kredietfaciliteiten te verruimen;
- De banden tussen financiële
instellingen en niet-gouvernemen-tele
organisaties bevorderen en innoverende
leningswijzen ondersteunen, met inbegrip van
methoden waarmee kredietverlening wordt
geïntegreerd in dienstverlening en opleiding
voor vrouwen, en kredietfaciliteiten voor
plattelandsvrouwen verstrekken.
63. Door handelsbanken,
gespecialiseerde financiële instellingen en de
particuliere sector bij het beoordelen van hun beleid:
- Krediet- en spaarmethodieken
hanteren die effectief zijn om in armoede levende
vrouwen te bereiken en die innoverend zijn op het
punt van vermindering van transactiekosten en
herdefiniëring van risico;
- Speciale faciliteiten creëren
om leningen te verstrekken aan vrouwen, ook jonge
vrouwen, die geen toegang hebben tot de
traditionele bronnen van zekerheidstelling;
- Bankverrichtingen
vereenvoudigen, bijvoorbeeld door het minimum
deposito en andere vereisten voor het openen van
bankrekeningen te verminderen;
- Waar mogelijk gezamenlijke
eigendom en participatie van vrouwelijke
cliënten in de besluitvorming van instellingen
voor kredietverlening en financiële
dienstverlening waarborgen.
64. Door multilaterale en
bilaterale organisaties voor ontwikkelingssamenwerking:
Via de verstrekking van kapitaal
en/of middelen financiële instellingen ondersteunen die
opereren ten behoeve van vrouwelijke ondernemers en
producenten met weinig inkomsten, die een klein of zeer
klein bedrijf beheren, in zowel de formele als de
informele sector.
65. Door regeringen en
multilaterale financiële instellingen, al naar gelang:
Instellingen ondersteunen die
voldoen aan de prestatienormen om grote aantallen vrouwen
en mannen met een laag inkomen te kunnen bereiken via
kapitalisering, herfinanciering en ondersteuning van
institutionele ontwikkeling in zodanige vormen, dat zij
hierdoor worden geholpen om in hun eigen onderhoud te
voorzien.
66. Door internationale
organisaties:
De financiering voor
programmas en projecten ter bevordering van
duurzame en productieve ondernemersactiviteiten verruimen
om vrouwen in een achterstandspositie en in armoede
levende vrouwen inkomsten te bieden.
Strategische
doelstellingen A.4
Op gender gebaseerde
methodologieën ontwikkelen en onderzoek verrichten om de
feminisering van de armoede aan te pakken
Te ondernemen actie
67. Door regeringen,
intergouvernementele organisaties, academische
instellingen en onderzoeksorganisaties en de particuliere
sector:
- Conceptuele en praktische
methodieken ontwikkelen om in alle aspecten van
de economische beleidsvorming, met inbegrip van
planning en programmas voor structurele
aanpassing, rekening te houden met zowel mannen
als vrouwen;
- Deze methodieken toepassen bij
het analyseren van het effect van alle
beleidsmaatregelen en programmas, waaronder
structurele-aanpassingsprogrammas, op zowel
mannen als vrouwen, en de onderzoeksresultaten
verspreiden.
68. Door nationale en
internationale organisaties voor de statistiek:
- Gegevens inwinnen,
uitgesplitst naar sekse en leeftijd, met
betrekking tot armoede en alle aspecten van
economische bedrijvigheid en kwalitatieve en
kwantitatieve statistische indicatoren
ontwikkelen om de economische resultaten beter te
kunnen beoordelen vanuit het oogpunt van gender;
- Geschikte statistische
methoden ontwikkelen om de werkzaamheden en alle
bijdragen van vrouwen aan de nationale economie,
inclusief hun bijdragen aan onbetaalde en
huishoudelijke activiteiten, te onderkennen en in
hun volle omvang zichtbaar te maken en de relatie
tussen onbetaald werk en het voorkomen van
armoede onder vrouwen en hun kwetsbaarheid
hiervoor bestuderen.
|