2. ALGEMENE ZAKEN 2.1 Algemeen beeld
In het Beleidsprogramma Emancipatie
is in het hoofdstuk Algemene Zaken al aangegeven dat AZ
een klein departement is dat geen specifiek eigen
beleidsterrein heeft. Instrumenten als een departementale
emancipatienota of een intracommissie emancipatie zijn
dan ook niet aan de orde.
Waar mogelijk heeft AZ evenwel op
gelijke voet deelgenomen aan de ontwikkeling van het
emancipatiebeleid, met name via het lidmaatschap van de
ICE.
2.2 Departementaal speerpunt
Via de Voorlichtingsraad is een
bescheiden bijdrage geleverd aan integratie van
emancipatiedoelstellingen in de overheidsvoorlichting. In
de richtlijnen van de VoRa voor Postbus 51 TV-spots is
opgenomen dat geen discriminerende of vrouwonvriendelijke
situaties worden uitgebeeld. Benadrukt zij dat de
verantwoordelijkheid voor de voorlichtingsuitingen voor
een belangrijk deel bij de afzonderlijke departementen
ligt.
2.3 Intern emancipatiebeleid
Het aantal vrouwen werkzaam bij
Algemene Zaken bedroeg eind 1995 138 (41,3%); het aantal
vrouwen in schaal 10 of hoger was 23 (20%). De
streefcijfers die in 1990 gesteld werden voor de
rijksdienst als geheel, 30% vrouwen totaal en 20% in
hogere functies in 1995, zijn dus gehaald. Daar waar het
beleid vooral ook instroom en doorstroom vanaf schaal 12
beoogde, stemmen de cijfers minder tevreden. Aan deze
ontwikkeling zal de komende tijd aandacht worden gegeven.
In de vijf jaar dat voor
kinderopvang een budget bestaat, hebben ruim 30 kinderen
een opvangplek gevonden. Gezien de behoefte is het budget
voor kinderopvang verdubbeld. Ook is tegemoetgekomen aan
de behoefte aan opvangplaatsen buiten Den Haag en aan
na-schoolse opvang.
|