Op Gelijke Voet - juni 2000 - reacties op de Meerjarennota Emancipatiebeleid

"De nota ziet er prachtig uit - niet onbelangrijk - en ik vind hem in zijn analyse buitengewoon scherp en actueel. De huidige trends en ontwikkelingen zijn voortreffelijk in kaart gebracht. Maar als het gaat om een analyse van de emancipatoire voortgang onder migrantenvrouwen, vind je in de hele nota op zijn hoogst een paar bijzinnen. Verder niks. Dat vind ik echt heel jammer.
Ik begrijp het dilemma. De situatie van allochtone minderheidsgroepen is niet identiek aan die van autochtone. En buitenlanders in een apart hoofdstukje parkeren. Maar een alinea'tje hier en daar ? Dat had toch wel gekund ?
Natuurlijk. Als je zo'n emancipatiebeleid formuleert, richt je je in eerste instantie op de gemiddelde Nederlandse vrouw. Die is vandaag de dag inderdaad hoog opgeleid, aantrekkelijk voor de arbeidsmarkt en bereid het krijgen van kinderen een tijdje uit te stellen. Maar in de realiteit zit het plaatje ingewikkelder in elkaar. Met meer diversiteit. Er is sprake van verschillende ontwikkelingen met verschillende snelheden. Migrantenvrouwen hebben te maken met gebrekkige scholing, analfabetisme en andere opvattingen over het moederschap. Bovendien zitten ze vaak met een uiterst penibele rechtspositie. Ik heb het niet over de generatie jongere meisjes met een academische titel. Over hen maak ik me geen zorgen. Als je er als Marokkaanse vrouw in slaagt om tegen de stroom in een academische studie af te ronden, dan kom je er wel. Over de meerderheid maak ik me wel zorgen. Voor die vrouwen is speciaal beleid nodig. Op zeer basaal niveau. Voor hen moet de emancipatie nog beginnen.

Mevrouw Verstand gaat te gemakkelijk voorbij aan de culturele factoren die een betere arbeidsparticipatie van sommige groepen allochtone vrouwen in de weg staan. In islamitische culturen is het "not done" om als vrouw te werken. De arbeidsparticipatie van vrouwen hangt er nauw samen met harde economische noodzaak. Als een moeder al buitenshuis werkt, is dat omdat zij geen andere keus heeft. Omdat haar man ziek is, of dood. Veel moslimvrouwen in Nederland ambiėren pertinent geen carričre buiten de deur. Nog los van het feit dat het voor zeker 60 of 70 procent ook niet bepaald realistisch is om te denken dat er voor hen een arbeidsplaats in het verschiet ligt. De belemmeringen die hieraan ten grondslag liggen, zoals analfabetisme, moeten scherper worden geanalyseerd.

Het welzijn van migrantenvrouwen hangt nauw samen met hun rechtspositie. Velen komen naar Nederland in verband met een huwelijk. Hun verblijf is gekoppeld aan dat van hun echtgenoot. Als die hen binnen drie jaar op straat zet, moet zij het land uit. En al die tijd er tussenin is zo'n vrouw niet meer dan een speelbal in de handen van haar man. Als zij iets doet wat hem niet bevalt, kan ze vertrekken. Weg verblijfstatus.
Wat denk je? Als je de Nederlandse taal niet spreekt, je verblijf onzeker is, je rechtspositie zo slecht, kun je je dan oriėnteren op een baan? In zulke omstandigheden is je emancipatie niet je eerste prioriteit. Dįt bedoel ik met emancipatie op "basaal niveau".

Maar aan dit soort problematiek wordt in de nota helemaal geen aandacht besteed. Terwijl dat toch zo gemakkelijk is. Het venijn zit in de Wet op de Schijnhuwelijken. Dat is het beructe kanonschot op een mug. Uit onderzoek blijkt dat die wet faalt. Schijnhuwelijken worden er niet mee voorkomen maar hij maakt duizenden meisjes en vrouwen tot slaaf van hun mannen.
Zo iemand als mevrouw Verstand, die stįįt voor de zelfstandigheid van vrouwen, die kan en moet tegen het kabinet zeggen: "Zo zijn wij dus niet getrouwd! Weg met deze afschuwelijke wet". Dit is mijn zwaarste punt van kritiek en tegelijkertijd dus mijn advies aan de staatssecretaris: Doe hier wat aan.

Ik herken in de nota allerlei persoonlijke opvattingen van de staatssecretaris. Dat zijn opvattingen waarin ik me kan vinden. Zij wil de economische zelfstandigheid van vrouwen verbeteren. Dat vind ik ook heel belangrijk. Toch heb  ik moeite met de manier waarop dat streven in de nota is verwoord. Om te beginnen betwijfel ik of de overheid bij machte is om zo'n culturele dynamiek echt te beļnvloeden. Daar komt nog bij dat de nota de indruk wekt dat de werkelijke motivatie van het kabinet niet de emancipatie is, maar de noodzaak om meer handen aan het werk te krijgen. Ik zeg niet dat dat het streven van de staatssecretaris is, dat zeker niet. Maar zo kun je de nota wel lezen. Het is alsof men ervan uitgaat dat de kwaliteit van de samenleving is af te meten aan de individuele economische productiviteit. Dat is, lijkt mij, een misvatting die echt moet worden rechtgezet".




Ahmed Aboutaleb is directeur van Forum, instituut voor multiculturele ontwikkeling in Utrecht
Terug naar boven
Terug naar overzicht reacties op Meerjarennota in Op Gelijke Voet, juni 2000
Terug naar overzicht Pers over Meerjarennota