Ministerie
SZW Utrecht,
28 juni 2000
Betreft:
commentaar meerjarennota emancipatiebeleid
Geachte
mevrouw Verstand, U
heeft het LBL uitgenodigd te reageren op de meerjarennota emancipatie Van
vrouwenstrijd naar vanzelfsprekendheid. Wij gaan daar graag op in,
doch door tijdgebrek treft u slechts een globale reactie aan. Over
welke leeftijdsgroepen gaat de nota? Vanuit het perspectief van leeftijdsdiscriminatie is het opvallend dat er geen expliciete aandacht wordt besteed aan jonge vrouwen dan wel oudere vrouwen. De nota gaat bijna uitsluitend over vrouwen met een baan tussen de zeg maar 25 en 50 jaar. Dit is opmerkelijk, temeer daar het woord “diversiteit” herhaaldelijk in de nota terugkomt. De ervaringen van het LBL tonen aan dat vrouwen van
verschillende leeftijdsgroepen niet over een kam te scheren zijn. Zeker
niet waar het een belangrijk onderwerp als emancipatie betreft. Met name het ontbreken van aandacht voor de positie
van oudere vrouwen – die het meest afwijkt van de gemiddelde vrouw waar
de nota op gebaseerd is - is opvallend. Deze groep heeft immers een lage arbeidsparticipatie[1] en vaker dan je zou willen een laag inkomen. Voorts is deze groep vrijwel onzichtbaar in de media, en helaas ook in de nota. Naar mening van het LBL is dit een gemiste kans. Wij pleiten er dan ook voor dat in de uitwerking van de nota er speciale aandacht voor deze groep komt, bijvoorbeeld in de vorm van een project. Macht en besluitvorming
In het hoofdstuk over macht en besluitvorming ontbreekt het aan maatregelen om jonge vrouwen bij besluitvorming te betrekken. Om emancipatie werkelijk na te streven moet dar vroeg mee begonnen worden: een old girl’s network opbouwen vergt veel tijd: hoe vroeger ermee begonnen wordt hoe beter. De
aanbevelingen uit het recente advies van de ROB “ Staat van de Jeugd- de
relatie tussen jongeren en overheid” zijn daarbij zeer bruikbaar, hoewel
de specifieke genderinvalshoek in het originele advies ontbreekt. InformatiesamenlevingHoewel
het zich niet op het terrein van het LBL afspeelt, is ons toch wel een
kwestie opgevallen in hoofdstuk 5 over de informatiesamenleving. Naar
mening van het LBL is ICT een belangrijk onderwerp, maar de belangrijkste
vraag waar het emancipatie betreft ontbreekt, te weten: Wat heeft ICT tot
gevolg voor emancipatie? Welke knelpunten zijn te voorzien? Wat kan
daaraan worden gedaan, zowel preventief als curatief? Wij willen u vragen
deze kwestie bij de vervolgnota te betrekken. Verder
blijkt intussen dat er groot verschil is in de positie van jonge vrouwen
ten opzichte van die van jonge mannen in de ICT: vrouwen komen meer in de
uitvoering terecht, terwijl mannen meer in de ontwikkeling gaan werken.
Een van oudsher bestaand verschil, dat kennelijk niet zonder
beleidsmaatregelen zal verdwijnen. Ook hier ligt een taak voor de
overheid. Dagindeling en levensloopZoals
u mogelijk bekend is, heeft het LBL een onderzoek naar levensloop[2]
uitgevoerd. Een van de uitkomsten van dit onderzoek is het verschil in
levensloop tussen mannen en vrouwen. Helaas wordt er aan dit gegeven in
hoofdstuk 6 over dagindeling slechts één tussenzinnetje gewijd. Het
lijkt ons een goed idee wanneer er in de vervolgactiviteiten meer nadruk
op dit verschil in levensloop en de consequenties die dat voor beleid moet
hebben wordt gelegd. Overigens
zijn er bij levensloop en dagindeling ook verschillen tussen autochtonen
en allochtonen die de aandacht verdienen. Suggesties voor concrete projectenHet
bovenstaande in acht nemend brengen wij de volgende onderwerpen onder uw
aandacht die nadere uitwerking tot concrete projecten behoeven. 1.
Aandacht
voor de lage arbeidsparticipatie van oudere vrouwen. 2.
Oudere
allochtone vrouwen en ICT, oudere autochtone vrouwen en ICT; 3.
De
positie van jonge vrouwen in de ICT: hoe komen ze op dezelfde plekken als
mannen van hun leeftijd? 4.
De
onzichtbaarheid van oudere vrouwen in de media; 5.
Gevolgen
van ICT voor emancipatie; 6.
Verschil
in levensloop tussen mannen en vrouwen en wat dat voor dagindeling
beteken, differentieer daarbij ook naar allochtonen en autochtonen. 7.
Het
betrekken van jonge vrouwen bij inspraak en politieke besluitvorming.
Mocht
u gezien het bovenstaande nader met het LBL willen overleggen, dan zijn
wij daar uiteraard toe bereid. Hoogachtend, Mw
P.B.M. van Dijk bijlagen |