De Staatssecretaris van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid
|
Gebruikers internet: | 276 miljoen personen |
Groei per dag: | 150.000 personen |
Computers: | 220 miljoen |
Groei per dag: | 200.000 computers |
Webpagina’s: | 1.5 biljoen |
Groei per dag: | 2 miljoen pagina’s |
E-commerce/zakelijke acties: | $45 miljard in 1998 |
Verwachting 2004: | $7 biljoen |
Deze
cijfers (van maart 2000) zijn mogelijk vandaag al weer achterhaald. Zij
hebben echter betrekking op 5% van de wereldbevolking. De
ontwikkelingslanden dreigen volkomen te worden gepasseerd, of de ICT
mogelijkheden zijn alleen maar toegankelijk voor een kleine elite waar
elders in die landen dorpen nog niet eens een telefoon hebben.
ICT,
in het bijzonder het Internet maakt het mogelijk om met een eenvoudige
klik op de muisknop met de hele wereld te communiceren. Steeds meer
informatie komt beschikbaar. De ontwikkeling van de technologie doet de
informatieproductie en verspreiding daarvan sterk toenemen en stimuleert
daarmee de productie van kennis en het wereldwijde gebruik daarvan.
Echter, internet is een doolhof. Alleen doorgewinterde surfers vinden de
weg. Specifieke informatie over de rol en positie van vrouwen is moeilijk
vindbaar. Informatievoorzieningen zoals het IIAV bezitten de deskundigheid
en de ervaring met het selecteren, ordenen en toegankelijk maken van deze
informatie. Op de wereldvrouwenconferentie te Beijing, de Know How
Conferentie van het IIAV en recentelijk in New York tijdens de UNGASS
Beijing+5 is geconstateerd dat veel essentiële informatie simpelweg
ontbreekt: statistieken, good practises en ‘herstories’. Met de reeds
aangekondigde ontwikkeling van een portalsite
gecombineerd met onze expertise op het terrein van de ontsluiting
van informatie wil het IIAV de toegang tot relevante informatie
organiseren. Er is nog een keerzijde. Niet iedere gemeenschap kan optimaal
profiteren van de mogelijkheden die ICT biedt. Frissen wees daar ook al
op. Terwijl de nadruk vaak wordt gelegd op de mogelijkheden voor
vooruitgang op economisch en sociaal gebied, groeit het gat tussen hen die
toegang hebben tot internet en zij die dat niet hebben, tussen hen die
toegang hebben tot informatie en kennis en zij die daarvan buitengesloten
zijn. Dit gat tussen de haves en have-nots
groeit met de dag en lijkt onoverbrugbaar te worden. Wereldwijd zijn het
met name vrouwen die de minste gelegenheid hebben om gebruik te maken van
ICT en daardoor geen toegang hebben tot de informatie die via het net
beschikbaar komt. De (vaak niet gedocumenteerde) inbreng van vrouwen bij
de ontwikkeling van hun gemeenschap blijft verborgen, of wordt hen
afgenomen[1]
Deze
korte schets van de ontwikkelingen op wereldniveau is nodig om het
overheidsbeleid in Nederland inzake ICT en emancipatiebeleid in
perspectief te plaatsen. Internet kent immers geen landsgrenzen. In deze
reactie ligt de nadruk op de toegang tot en verspreiding van informatie en
kennis en kennisproductie, maar daarmee zijn de gevolgen van ICT voor onze
samenleving bij lange na niet beschreven. De tijd- en grenzeloze
eigenschappen van ICT waaronder internet, het informele karakter van
internet (even chatten met de staatsecretaris!) heeft gevolgen voor elk
element van ons bestaan als individu en als groep. De overheid zal zich,
bewust van de snelle ontwikkeling van ICT en de gevolgen daarvan voor onze
maatschappij, moeten realiseren dat het bestuurlijk optreden van de
overheid ook aan deze snelle ontwikkelingen onderhevig is. In dit
transformatieproces zal de overheid haar acties om doelen t.a.v gender,
etniciteit, versterking participatie
van vrouwen op politiek, sociaal en economisch niveau moeten herzien. Een
voorbeeld: mainstreaming gender. Binnen het totaal van het overheidsbeleid
wordt nu nog per departement beleid ontwikkeld met als einddoel een
gelijkwaardige positie van mannen en vrouwen. De kennismaatschappij
kenmerkt zich door een informele, platte, gedecentraliseerde
organisatiestructuur, met navenant organisatiegedrag. Er zullen meer
raamnota’s komen waarna in cyberspace de beleidsdoelen worden
geconcretiseerd.
‘…..act
Local’
In
Nederland maken vrouwen en mannen ongeveer gelijk gebruik van ICT
waaronder internet. Echter, de invloed van vrouwen op de ontwikkeling van
internet, hun invloed op de
We
hebben nog niet alle vragen in beeld om alle elementen van belang voor de
beoordeling van de invloed van ICT op onze samenleving te benoemen.
Inzicht in de rol van de overheid en in het bijzonder van DCE is bij de realisatie van de gelijkwaardige participatie van
vrouwen en mannen in de ontwikkeling van onze samenleving door ICT van
groot belang. Niet het gebruik van de technologie zelf staat daarbij
centraal, maar de inhoud van de informatie en kennis en kennisproductie
(content), de toegang tot deze informatie en de bijdrage aan een verhoging
van participatie aan onze samenleving op sociaal en economisch niveau (empowerment).
Hoe
verder:
Geen
pasklare antwoorden dus, maar wel een aantal suggesties.
Netwerken
Het
is van belang dat er een netwerk van personen en organisaties aan de slag
gaat die de in dit commentaar geschetste ontwikkelingen nader analyseert.
In dit netwerk dient de ontwikkeling van ICT zelf in beeld te brengen, de
consequenties voor het emancipatieproces en inhoud te geven aan
uitwerkingen gericht op de domeinen die zijn aangegeven in de
meerjarennota. Dit netwerk communiceert natuurlijk via ICT (listservs,
bulletinboards en chatrooms) Deze discussie zal moeten worden
gefaciliteerd (bijvoorbeeld met een moderator en webmaster).
Werkconferenties zullen dit proces moeten ondersteunen.
Partners
in dit netwerk zijn in ieder geval de belangrijkste organisaties op het
terrein van de informatieverzorging over de positie van vrouwen, ICT
deskundigen en (inter)nationale hoofdrolspelers (bv Philips en KPN) in het
gebruik en de ontwikkeling van ICT en natuurlijk DCE zelf.
De
organisatie van dit netwerk en de probleemstelling waarmee dit netwerk aan
de slag gaat, vraagt natuurlijk voorbereiding. Er zal zo snel mogelijk een
groep van experts bijeen moeten komen. DCE kan hiertoe een voortrekkersrol
vervullen. .
Naast
de organisatie van de input van de discussie en beleidsvoorbereiding,
dient de output, de informatieverzorging over de discussie zelf, goed
geregeld te worden. In het begin van deze reactie heb ik u al toegezegd
dat een nota betreffende een portalsite gericht op een effectieve
informatieverzorging over de positie van vrouwen en emancipatiebeleid
binnenkort gereed is.
Om
te kunnen beschikken over alle relevante informatie zullen ook de
vrouwenorganisaties die nu geen toegang tot internet hebben hiertoe de
gelegenheid moeten hebben. Scholing en begeleiding alsmede de beschikking
over ICT techniek zijn hiervoor noodzakelijk. Deze maatregelen dienen te
bevorderen dat veel vrouwen kunnen participeren in het ICT netwerk.
Financiering
Bij
de analyse van de nationale en regionale rapportages voor de evaluatie van
het Platform for Action Beijing+5 (zie www.womenaction.org)
op het terrein van vrouwen en media kwam een verrassende trend naar voren.
Hoe meer ontwikkeld en rijk de natie hoe minder geld beschikbaar komt voor
initiatieven waarbij de positie van vrouwen in relatie tot ICT centraal
staat. Met name in West Europa.
Het
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid participeert (voor zover
bekend) niet in het omvangrijke project ‘De digitale Delta’ dat door
het Ministerie van Economische Zaken wordt gecoördineerd. Het is zeer
gewenst dat in de begroting van EZ, maar ook binnen de begrotingen van de
andere Ministeries tot uitdrukking komt hoeveel middelen beschikbaar komen
voor de ontwikkeling van beleid en de uitvoering daarvan rond ICT en
emancipatiebeleid.
Vele
vragen moeten nog worden gesteld en we kennen nog lang niet alle
antwoorden. Ik hoop dat deze bijdrage er mede zorg voor draagt dat de
ontwikkeling van de kennismaatschappij en de rol en positie die vrouwen
daarbij innemen hoog op de politieke agenda wordt gezet.
Joke
Blom
Directeur IIAV
[1] Er zijn vele voorbeelden van inheemse kennis van vrouwen dat nu wordt gerekend tot het intellectueel eigendom van de farmaceutische industrie en de modewereld. Voorbeeld: Een groot modehuis in Parijs heeft beslag gelegd op de eeuwenoude patronen die Indiaanse Vrouwen in Canada weven in hun tapijten en kleding. De claims op de patronen werden via internet verspreid en opgeëist De vrouwen moeten nu betalen om hun eigen patronen te mogen gebruiken.