De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Mr. A.E. Verstand- Bogaert
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Postbus 90801
2509 LV Den Haag

Betreft: “Van vrouwenstrijd naar vanzelfsprekendheid”
Uw brief: DCE/00/30360
Amsterdam, 8 september 2000
 

Geachte mevrouw Verstand,

Het doet mij genoegen u de reactie van het IIAV op de Meerjarennota Emancipatiebeleid, Van Vrouwenstrijd naar Vanzelfsprekendheid te kunnen aanbieden.  Dit commentaar heeft vooral betrekking op hoofdstuk 4: Informatiesamenleving. Informatie en communicatie technologie (ICT) is het hoofdthema. Toch zal blijken dat deze reactie ook consequenties heeft voor het beleid betreffende de overige domeinen uit de meerjarennota.

Inleiding

Het is niet gebruikelijk dat het IIAV reageert op een beleidsnota van de regering. Het IIAV bewaakt zorgvuldig haar positie als onafhankelijk en neutraal informatiecentrum en archief voor de vrouwenbeweging en neemt daarom doorgaans niet aan het debat deel. Dat er nu toch een reactie van het IIAV voor u ligt houdt verband met het specifieke karakter van het hoofdstuk over de informatiesamenleving en de eveneens specifieke positie van het IIAV op het terrein van informatieverzorging over de positie van vrouwen. De beschreven ontwikkelingen op het terrein van Informatie en Communicatie Technologie (ICT) raken de werkzaamheden van het IIAV zo direct, dat een reactie van onze zijde op zijn plaats is. Het schrijven van deze reactie bleek echter verre van eenvoudig en nam veel tijd in beslag. Het is immers niet de bedoeling dat dit commentaar alleen over het IIAV gaat. Dat is ook niet nodig, het IIAV heeft zojuist haar meerjarenbeleidsplan 2001-2005 vastgesteld. Deze nota is reeds in uw bezit. In dit beleidsplan wordt uitvoerig beschreven hoe ICT de komende jaren een hoofdrol speelt in de verdere ontwikkeling van het IIAV en de wijze waarop het IIAV in de toekomst de informatie en de kennis over de positie van vrouwen  beschikbaar wil stellen. Inmiddels wordt gewerkt aan de uitwerking van de plannen naar werkplan en begroting 2001. Bovendien is een nota in de maak waarin de ontwikkeling, organisatorische vormgeving en uitvoering van de in het meerjarenbeleidsplan aangekondigde Portal site wordt beschreven. Deze nota zal binnenkort gereed zijn en aan u worden voorgelegd, zodat deze nota ook een functie kan vervullen bij de beleidsvoornemens van de regering in het kader van de meerjarennota.

In dit commentaar gaat het vooral om de rol van de overheid (in het bijzonder DCE) en de wijze waarop zij ICT inpast in haar beleid en sturing geeft aan de ontwikkeling en mainstreaming van emancipatiebeleid. De volgende vraag is daarbij aan de orde:

Hoe kan ICT worden ingezet om het emancipatie-proces en de emancipatieontwikkelingen te stimuleren, te versterken en te versnellen.

‘Think Global …..’

De ontwikkeling van ICT en de invloed van ICT op de organisatie van onze samenleving verloopt ongekend snel en grijpt diep in de persoonlijke levenssfeer van ons allen, waar ook ter wereld. We weten nog lang niet alles over de ontwikkeling van ICT inclusief Internet. Het is dan ook onmogelijk om in deze reactie alle antwoorden te geven op de hierboven geformuleerde vraag. Deze reactie van het IIAV is gebaseerd op een voortdurende discussie binnen het IIAV, een virtuele discussie met onze partners in de wereld en wat is geleerd van de deelname aan de tweede wereldconferentie van het Global Knowledge Partnership (GKII) in Kuala Lumpur/Maleisie maart 2000.

Om de invloed van ICT op de organisatie van onze samenleving te kunnen beoordelen en meer recht te kunnen doen aan de positie die vrouwen daarbij innemen is het van belang onderscheid te maken tussen een aantal begrippen. De belangrijkste zijn de begrippen informatie en kennis. Deze begrippen worden vaak door elkaar gebruikt, maar ze zijn niet identiek. Informatie heeft betrekking op gegevensverzamelingen die voor iedereen toegankelijk  zijn, of we er nu gebruik van maken of niet. De informatie die het IIAV, op het Obiplein, verzamelt, toegankelijk maakt en beschikbaar stelt, is een ultieme bron van informatie over de positie van vrouwen in de wereld. Informatie wordt kennis op het moment dat wij de nieuwe informatie (bijvoorbeeld over vrouwenrechten) hebben ingebed in onze visie op de samenleving of in ons handelen. Informatie wordt alleen kennis als zij wordt toegepast in onze wereld. Zo beschouwd is niet ICT de belangrijkste factor voor de veranderingen in onze samenleving, maar de wijze waarop de informatie door middel van ICT wordt georganiseerd en beschikbaar komt en hoe wij omgaan met de kennis die deze informatie genereert (om een misverstand te voorkomen: de techniek is wel degelijk de motor van het enorme tempo waarin onze kennismaatschappij zich ontwikkelt).  Bij de vraag hoe ICT het emancipatieproces kan bevorderen, moet dus worden bezien in hoeverre de informatie over de positie van vrouwen bijvoorbeeld via internet tot ons komt en hoe deze informatie vervolgens van invloed is op bijvoorbeeld arbeid, zorg en inkomen, politieke en maatschappelijke besluitvorming, vrouwenrechten en dagindeling (niet toevallig de domeinen uit de meerjarennota al is het in het kader van de aansluiting op internationaal beleid – bijvoorbeeld ten behoeve van onderlinge vergelijking en afstemming van beleid- wenselijk om de 12 ‘critical areas of concern’ van het Platform for Action van Beijing aan te houden).

Een aantal cijfers uit het rapport van de vergadering van the high-level panel of experts on information and cummunication technology (New York, 17-20 april 2000) Een UN panel dat aanbevelingen heeft geformuleerd ten behoeve van de 55th General Assembly (ook wel de Millennium Assembly genoemd) in september dit jaar.

 Gebruikers internet: 276 miljoen personen
  Groei per dag: 150.000 personen
     Computers: 220 miljoen
    Groei per dag: 200.000 computers
    Webpagina’s: 1.5 biljoen
 Groei per dag: 2 miljoen pagina’s
   E-commerce/zakelijke acties: $45 miljard in 1998
 Verwachting 2004: $7 biljoen

Deze cijfers (van maart 2000) zijn mogelijk vandaag al weer achterhaald. Zij hebben echter betrekking op 5% van de wereldbevolking. De ontwikkelingslanden dreigen volkomen te worden gepasseerd, of de ICT mogelijkheden zijn alleen maar toegankelijk voor een kleine elite waar elders in die landen dorpen nog niet eens een telefoon hebben.

ICT, in het bijzonder het Internet maakt het mogelijk om met een eenvoudige klik op de muisknop met de hele wereld te communiceren. Steeds meer informatie komt beschikbaar. De ontwikkeling van de technologie doet de informatieproductie en verspreiding daarvan sterk toenemen en stimuleert daarmee de productie van kennis en het wereldwijde gebruik daarvan. Echter, internet is een doolhof. Alleen doorgewinterde surfers vinden de weg. Specifieke informatie over de rol en positie van vrouwen is moeilijk vindbaar. Informatievoorzieningen zoals het IIAV bezitten de deskundigheid en de ervaring met het selecteren, ordenen en toegankelijk maken van deze informatie. Op de wereldvrouwenconferentie te Beijing, de Know How Conferentie van het IIAV en recentelijk in New York tijdens de UNGASS Beijing+5 is geconstateerd dat veel essentiële informatie simpelweg ontbreekt: statistieken, good practises en ‘herstories’. Met de reeds aangekondigde ontwikkeling van een portalsite  gecombineerd met onze expertise op het terrein van de ontsluiting van informatie wil het IIAV de toegang tot relevante informatie organiseren. Er is nog een keerzijde. Niet iedere gemeenschap kan optimaal profiteren van de mogelijkheden die ICT biedt. Frissen wees daar ook al op. Terwijl de nadruk vaak wordt gelegd op de mogelijkheden voor vooruitgang op economisch en sociaal gebied, groeit het gat tussen hen die toegang hebben tot internet en zij die dat niet hebben, tussen hen die toegang hebben tot informatie en kennis en zij die daarvan buitengesloten zijn. Dit gat tussen de haves en have-nots groeit met de dag en lijkt onoverbrugbaar te worden. Wereldwijd zijn het met name vrouwen die de minste gelegenheid hebben om gebruik te maken van ICT en daardoor geen toegang hebben tot de informatie die via het net beschikbaar komt. De (vaak niet gedocumenteerde) inbreng van vrouwen bij de ontwikkeling van hun gemeenschap blijft verborgen, of wordt hen afgenomen[1]

Deze korte schets van de ontwikkelingen op wereldniveau is nodig om het overheidsbeleid in Nederland inzake ICT en emancipatiebeleid in perspectief te plaatsen. Internet kent immers geen landsgrenzen. In deze reactie ligt de nadruk op de toegang tot en verspreiding van informatie en kennis en kennisproductie, maar daarmee zijn de gevolgen van ICT voor onze samenleving bij lange na niet beschreven. De tijd- en grenzeloze eigenschappen van ICT waaronder internet, het informele karakter van internet (even chatten met de staatsecretaris!) heeft gevolgen voor elk element van ons bestaan als individu en als groep. De overheid zal zich, bewust van de snelle ontwikkeling van ICT en de gevolgen daarvan voor onze maatschappij, moeten realiseren dat het bestuurlijk optreden van de overheid ook aan deze snelle ontwikkelingen onderhevig is. In dit transformatieproces zal de overheid haar acties om doelen t.a.v gender, etniciteit, versterking  participatie van vrouwen op politiek, sociaal en economisch niveau moeten herzien. Een voorbeeld: mainstreaming gender. Binnen het totaal van het overheidsbeleid wordt nu nog per departement beleid ontwikkeld met als einddoel een gelijkwaardige positie van mannen en vrouwen. De kennismaatschappij kenmerkt zich door een informele, platte, gedecentraliseerde organisatiestructuur, met navenant organisatiegedrag. Er zullen meer raamnota’s komen waarna in cyberspace de beleidsdoelen worden geconcretiseerd.  

‘…..act Local’

In Nederland maken vrouwen en mannen ongeveer gelijk gebruik van ICT waaronder internet. Echter, de invloed van vrouwen op de ontwikkeling van internet, hun invloed op de ontwikkeling van onze maatschappij door middel van internet en de rol van internet bij het verkrijgen van posities van macht en invloed, is marginaal. Het lijkt er wel op alsof de belangrijke bijdragen van de vrouwenbeweging aan onze maatschappij in de virtuele werkelijkheid van het internet geen enkele betekenis meer hebben. Vrouwen nemen niet of nauwelijks deel aan de verdeling van de miljarden dollars in de ‘new e-conomy’ Vrouwen zijn geen partners bij besluitvorming. Bij het gehele transformatieproces van onze maatschappij als gevolg van ICT (vaak vergeleken met de industriële revolutie medio 1800, maar ook met het wilde westen in Noord Amerika), wordt de inbreng van vrouwen gemarginaliseerd. Alhoewel vrouwen in Nederland dus nagenoeg gelijk gebruik maken van ICT dreigen de nauwelijks te overziene mogelijkheden van deze nieuwe media om op gelijkwaardig niveau te kunnen participeren ook in cyberspace aan hen voorbij te gaan.

We hebben nog niet alle vragen in beeld om alle elementen van belang voor de beoordeling van de invloed van ICT op onze samenleving te benoemen. Inzicht in de rol van de overheid en in het bijzonder van DCE  is bij de realisatie van de gelijkwaardige participatie van vrouwen en mannen in de ontwikkeling van onze samenleving door ICT van groot belang. Niet het gebruik van de technologie zelf staat daarbij centraal, maar de inhoud van de informatie en kennis en kennisproductie (content), de toegang tot deze informatie en de bijdrage aan een verhoging van participatie aan onze samenleving op sociaal en economisch niveau (empowerment).

Hoe verder:

Geen pasklare antwoorden dus, maar wel een aantal suggesties.

Netwerken

Het is van belang dat er een netwerk van personen en organisaties aan de slag gaat die de in dit commentaar geschetste ontwikkelingen nader analyseert. In dit netwerk dient de ontwikkeling van ICT zelf in beeld te brengen, de consequenties voor het emancipatieproces en inhoud te geven aan uitwerkingen gericht op de domeinen die zijn aangegeven in de meerjarennota. Dit netwerk communiceert natuurlijk via ICT (listservs, bulletinboards en chatrooms) Deze discussie zal moeten worden gefaciliteerd (bijvoorbeeld met een moderator en webmaster). Werkconferenties zullen dit proces moeten ondersteunen.

Partners in dit netwerk zijn in ieder geval de belangrijkste organisaties op het terrein van de informatieverzorging over de positie van vrouwen, ICT deskundigen en (inter)nationale hoofdrolspelers (bv Philips en KPN) in het gebruik en de ontwikkeling van ICT en natuurlijk DCE zelf.

De organisatie van dit netwerk en de probleemstelling waarmee dit netwerk aan de slag gaat, vraagt natuurlijk voorbereiding. Er zal zo snel mogelijk een groep van experts bijeen moeten komen. DCE kan hiertoe een voortrekkersrol vervullen. .

Naast de organisatie van de input van de discussie en beleidsvoorbereiding, dient de output, de informatieverzorging over de discussie zelf, goed geregeld te worden. In het begin van deze reactie heb ik u al toegezegd dat een nota betreffende een portalsite gericht op een effectieve informatieverzorging over de positie van vrouwen en emancipatiebeleid binnenkort gereed is.

Om te kunnen beschikken over alle relevante informatie zullen ook de vrouwenorganisaties die nu geen toegang tot internet hebben hiertoe de gelegenheid moeten hebben. Scholing en begeleiding alsmede de beschikking over ICT techniek zijn hiervoor noodzakelijk. Deze maatregelen dienen te bevorderen dat veel vrouwen kunnen participeren in het ICT netwerk.

Financiering

Bij de analyse van de nationale en regionale rapportages voor de evaluatie van het Platform for Action Beijing+5 (zie www.womenaction.org) op het terrein van vrouwen en media kwam een verrassende trend naar voren. Hoe meer ontwikkeld en rijk de natie hoe minder geld beschikbaar komt voor initiatieven waarbij de positie van vrouwen in relatie tot ICT centraal staat. Met name in West Europa.

Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid participeert (voor zover bekend) niet in het omvangrijke project ‘De digitale Delta’ dat door het Ministerie van Economische Zaken wordt gecoördineerd. Het is zeer gewenst dat in de begroting van EZ, maar ook binnen de begrotingen van de andere Ministeries tot uitdrukking komt hoeveel middelen beschikbaar komen voor de ontwikkeling van beleid en de uitvoering daarvan rond ICT en emancipatiebeleid.  

Tot slot

Vele vragen moeten nog worden gesteld en we kennen nog lang niet alle antwoorden. Ik hoop dat deze bijdrage er mede zorg voor draagt dat de ontwikkeling van de kennismaatschappij en de rol en positie die vrouwen daarbij innemen hoog op de politieke agenda wordt gezet.

Joke Blom
Directeur IIAV



[1] Er zijn vele voorbeelden van inheemse kennis van vrouwen dat nu wordt gerekend tot het intellectueel eigendom van de farmaceutische industrie en de modewereld. Voorbeeld: Een groot modehuis in Parijs heeft beslag gelegd op de eeuwenoude patronen die Indiaanse Vrouwen in Canada weven in hun tapijten en kleding. De claims op de patronen werden via internet verspreid en opgeëist De vrouwen moeten nu betalen om hun eigen patronen te mogen gebruiken.