Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Directie Coördinatie Emancipatiebeleid

Postbus 90801
2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33



Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling
t.a.v. de voorzitter mw. M.J.H. den Ouden-Dekkers
Postbus 16139
2500 BC  Den Haag
 

Uw brief
Ons kenmerk DCE/2000-19762
Doorkiesnummer (070) 333 4838
Onderwerp Adviesaanvraag Meerjarennota Emancipatiebeleid
Datum 30 maart 2000
Contactpersoon H.F. de Vries / A. Tan


Hierbij bied ik u de Meerjarennota Emancipatiebeleid "Van vrouwenstrijd naar vanzelfsprekendheid" aan.

Jarenlange vrouwenstrijd heeft veel positieve resultaten opgeleverd. Tegelijkertijd moet geconstateerd worden dat de op papier gerealiseerde gelijke kansen in de praktijk nog niet altijd even vanzelfsprekend zijn. Nog steeds liggen er in de structuur en cultuur van de samenleving waarden, conventies en (vooral ongeschreven) regels opgeslagen die de werkelijke vrije keuzen van vrouwen en mannen belemmeren. Verwacht mag worden dat het emancipatieproces voort zal gaan. Maar voor versnelling en verduurzaming van het proces blijft emancipatiebeleid noodzakelijk.

Nu de formele belemmeringen nagenoeg niet meer bestaan is het zaak het emancipatiebeleid vooral te richten op het slechten van soms hardnekkige barrières in de culturele, structurele en individuele sfeer.

Cultuurverandering is essentieel om emancipatie duurzaam in de samenleving te verankeren. Voor een duurzaam effect is het ook nodig om in het beleid uit te gaan van een balans tussen sociale, economische en culturele waarden.

De Meerjarennota bevat naast analyses beleidsrichtingen op hoofdlijnen. Deze beleidsrichtingen zullen na de advies- en reactieronde uitgewerkt worden in een meerjarenbeleidsplan. Naast uw raad zullen ook de Sociaal-Economische Raad, de Raad voor het Openbaar Bestuur, de VROM-Raad, de Onderwijsraad en de Adviesraad voor Internationale Vraagstukken advies uitbrengen. Ook zal ik organisaties van vrouwen, jongeren en allochtonen actief benaderen om hun visie op de nota te geven.

Voor deze werkwijze is gekozen om twee redenen. De eerste is gelegen in de diversiteit van de samenleving. Dat maakt dat de kennis en deskundigheid uit de diverse maatschappelijke geledingen onontbeerlijk is voor het concretiseren van het beleid. De tweede reden is dat emancipatiebeleid alleen in samenwerking met maatschappelijke en bestuurlijke partners effectief tot uitvoering kan komen.

De nota concentreert zich op vijf domeinen. Het betreft allereerst drie "klassieke" domeinen van het emancipatiebeleid: arbeid, zorg en inkomen, macht en besluitvorming en mensenrechten. Daarnaast komen er twee moderne domeinen aan de orde: dagindeling en informatie- en communicatietechnologie.
Invulling en karakter van de beleidsrichtingen verschillen per domein. Dat hangt samen met de stand van zaken in een domein en de mate van (overheids-)invloed op het emancipatieproces.

Uw advies over de in de nota neergelegde beleidsrichtingen stel ik zeer op prijs.
Naast dit algemene advies over de nota, ben ik in het bijzonder geïnteresseerd in uw suggesties en aanbevelingen over het hoofdstuk "De informatiesamenleving". Dat sluit ook aan bij het advies ‘Perspectieven van technologische ontwikkelingen’, waar uw Raad op dit moment mee bezig is. Ik verzoek u om in uw advies speciaal aandacht te besteden aan de volgende vraagstukken:

  1. Onze samenleving wordt in snel tempo een informatiesamenleving. Daarbij is - vanuit het emancipatiebeleid - specifieke aandacht nodig voor de posities van vrouwen, speciaal ook voor allochtone vrouwen, opdat in de toekomst geen nieuwe achterstanden ontstaan. Onderschrijft u dit?
  2. Uit onderzoek komt naar voren dat meisjes anders omgaan met computers dan jongens. Educatieve software is dus geen neutraal leermiddel. Software die wel in de meeste gevallen door mannen wordt gemaakt. In de praktijk blijkt deze software jongens dan ook meer aan te spreken dan meisjes. Het blijkt dat vrouwen de computer eerder zien als een praktisch instrument en mannen meer als een "speeltje" waar ze veel tijd in investeren. Als het nieuwe eraf is, lijkt de stijl van gebruiken van mannen meer op die van vrouwen. Wat zijn volgens u de consequenties van deze onderzoeksbevindingen voor het beleid? Niet alleen voor de gebruikers, maar ook voor ontwerpers en professionals in ICT-bedrijven.
  3. De informatiesamenleving is een netwerksamenleving. Rondom de vierde Wereldvrouwenconferentie die in 1995 in Beijing werd gehouden, hebben vrouwen internationaal via het worldwideweb samengewerkt en zo de agenda en resultaten beïnvloed. Is te bevorderen dat binnen een informatiesamenleving dit soort netwerken van vrouwen meer invloed en macht zullen hebben?
  4. In de verkenning die dr. Valerie Frissen schreef als basismateriaal voor de Meerjarennota komt duidelijk naar voren dat er veel kansen voor vrouwen liggen, maar dat er ook risico’s zijn. ICT kan bijdragen aan de kwaliteit van het dagelijkse bestaan door bijvoor-beeld de combinatie van arbeid en zorg te vergemakkelijken of door het faciliteren van bereikbaarheidsscenario’s. Een mogelijk risico is het gevaar voor een dubbele belasting van vrouwen omdat zij vaak degenen zijn die thuis werken en tegelijkertijd voor de kinderen zorgen. Wat zijn de de dilemma’s en de discussiepunten binnen deze ontwikkelingen voor de toekomst? Hoe kunnen we de kansen vergroten en de risico’s verkleinen?

Verder verzoek ik u advies uit te brengen over de mogelijkheden die naar uw oordeel aanwezig zijn om bij de beleidsvorming rondom ICT concreet en direct in te spelen op de diversiteit in de samenleving. Bij de beantwoording van bovenstaande vragen vraag ik graag uw speciale aandacht voor instrumenten en strategieën die zeker ook bijdragen aan het betrekken van jongeren en allochtonen bij de informatiesamenleving.

Ik stel uw bereidheid om over de nota te adviseren zeer op prijs en zie uw bijdrage het liefst voor 1 juli tegemoet.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

 

(mr. A. E. Verstand - Bogaert)