CONCLUSIES
EN AANBEVELINGEN UIT:
Tijdelijke
Expertisecommissie Emancipatie in het Nieuwe Adviesstelsel (TECENA):
EEN WERELD TE WINNEN. TECENA's eindrapportage over het adviesstelsel
met conclusies en aanbevelingen.
Den Haag, TECENA, december 2000. Te bestellen via de Informatietelefoon
van het Ministerie van SZW, 0800- 9051, fax 070 - 333 6655 of per
e-mail: info@minszw.nl .
5
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
5.1 Algemeen
TECENA constateert dat zowel in de naleving van de wettelijke
verplichting tot sekse-evenredige samenstelling van adviescolleges als bij
de voortgang van duurzame integratie reden is voor optimisme. Algemeen
wordt erkend dat actief politiek commitment van bewindspersonen en ook
van het parlement, hier essentieel is. Beide actoren in het adviesstelsel
- departementen en adviescolleges - zijn zich bewust van hun eigen
taakstelling en verantwoordelijkheid in deze. Op allerlei beleidsterreinen
zijn concrete tekenen dat de noodzakelijke omslag van denken, van analyses
en beleid in termen van vooral man/vrouw-verhoudingen begint begint door
te zetten naar denken in termen van institutionele en culturele
arrangementen. Ook het klimaat rond emancipatiebeleid lijkt te verbeteren.
Het feit dat veel van de oude achterstanden van vrouwen zijn/worden
ingehaald is niet meer vooral een
argument om emancipatiebeleid af te schaffen, maar maakt juist beter
zichtbaar welke nieuwe vragen en dilemma's zich voor het toekomstig beleid
manifesteren.
Optimisme dus. Maar wel heel voorzichtig optimisme.
De genoemde ontwikkelingen zijn immers nog maar zeer recent, en verlopen
veelal haperend. Waar voortgang wordt geboekt, is dat veelal het resultaat
van doelgerichte inspanningen van enkelen. Waar aandacht ontbreekt - en
dat is nog te vaak het geval - is het vooral een kwestie van een
tekortschieten van structurele verankering. De ontwikkelingen volgen
bovendien op een periode, waarin positieve aandacht voor emancipatieaspecten
in politiek en samenleving een dieptepunt bereikt leek te hebben: alles was
toch al geregeld? Dat emancipatiebeleid meer is dan achterstandsbeleid,
doelgroepenbeleid, gelijke participatie van vrouwen en mannen aan het
maatschappelijk en economisch leven en het wegnemen van belemmeringen
daarvoor, is zeker nog niet op alle beleidsterreinen vanzelfsprekend of
voldoende geoperationaliseerd en geconcretiseerd. Ook de definitie van
duurzame integratie
laat nog elementen zien van het denken in alleen gelijkheid en
achterstanden. Een effectieve organisatie van duurzame integratie op
departementen en in adviesorganen is op dit moment nog vooral een streven
en zeker nog geen realiteit. Bovendien is tussen de actoren op de verschillende
beleidsterreinen sprake van tamelijk wat verschil in gevoeld belang,
noodzaak en urgentie om emancipatieaspecten duurzaam in het beleidsproces
te integreren.
Er is dus nog een lange weg te gaan, een
wereld te winnen.
5.2 Aanbevelingen in
hoofdlijnen
Voor de nabije toekomst ziet TECENA als meest effectieve aanpak:
a. versterking van uitdrukkelijk en concreet
politiek commitment
Actief politiek commitment is essentieel, zowel ten behoeve van
een betere naleving van de wettelijke verplichting van sekse-evenredige
samenstelling van adviesorganen als ter onderstreping van belang en
noodzaak van duurzame integratie van emancipatieaspecten. Het politiek commitment
behoeft versterking, en wel in een hogere prioritering en zichtbaarheid
van emancipatieaspecten in de inhoud en de organisatie van de
beleidsprocessen, alsmede in duidelijke politieke sturing.
Deze versterking is niet alleen noodzakelijk op het
niveau van individuele bewindspersonen maar ook op Kabinetsniveau en
vanuit het parlement. Aandacht van maatschappelijke organisaties, ook en
in het bijzonder emancipatieorganisaties, is voor de noodzakelijke
versterking van politiek commitment een belangrijke factor.
b. monitoring en rapportage wettelijke
verplichting sekse-evenredige samenstelling
Monitoring van de wettelijke verplichting van sekse-evenredige
samenstelling is ook op Kabinetsniveau van belang. Niet alleen bij de
strategische adviescolleges, maar ook - en juist - bij alle andere
(tijdelijke) sectorale adviescolleges.
Bij deze monitoring en rapportage zal ook de samenstelling naar
etniciteit moeten worden betrokken, evenals andere sekserelevante
ordeningen zoals leeftijd. Over de ontwikkelingen in deze zal
(bijvoorbeeld) tweejaarlijks worden gerapporteerd aan het parlement.
c. adviesorganen betrekken bij duurzame integratie
De departementale zoektocht om in concrete beleidsdossiers, concrete
issues, inhoudelijk goede aanknopingspunten voor integratie van
emancipatieaspecten in de strategische beleidsvorming te vinden, is nog te
incidenteel, te fragiel om zonder gerichte aandacht voldoende voortgang te
kunnen bereiken. In plaats van de gescheiden circuits die departementen en
adviesorganen in deze nog vormen, zullen beide elkaar in deze zoektocht
juist moeten versterken. Binnen de departementale organisatie zijn daarom
goede organisatorische en personele verbindingen nodig tussen de
departementale emancipatiestructuur met de organisatie rond de
adviesorganen .
Daarnaast is het van belang expliciet advies te vragen over de uitwerking
en operationalisering van emancipatieaspecten in de onderscheiden
departementale beleidsterreinen respectievelijk adviesaanvragen. Een
belangrijk aspect van een onderlinge versterking in de inhoudelijke
zoektocht is een goede toegankelijkheid voor adviesorganen van
departementaal beschikbare/ter beschikking komende informatie (bijvoorbeeld
op het intranet) van emancipatiecijfers en -analyses en van
departementale onderzoeksprogrammering.
d. voortzetting van externe monitoring en
stimulering integratieproces
Consultancy-activiteiten ter stimulering van het proces van
duurzame integratie blijven ook voor de komende jaren noodzakelijk.
Gezien haar ervaring acht TECENA het essentieel, deze consultancy-taak
van monitoring en stimulering vanuit de optiek van consultatie door
externe genderdeskundigen vorm te geven; dat is de beste garantie dat de
eigen taak, deskundigheid en verantwoordelijkheid van departementen en
adviesorganen voorop blijven staan.
De consultancy-activiteiten ten behoeve van het adviesstelsel
kunnen het beste worden gecombineerd met het systeem van externe monitoring,
stimulans en visitatie zoals TECENA die in haar rapportage Emancipatie
in de hoofdstroom aanbeveelt. Het gaat dan om een (kleine) externe
commissie van onafhankelijke gender- en beleidsdeskundigen, met een
activiteitenbudget die het proces van duurzame integratie van
emancipatieaspecten bij departementen en ook het adviesstelsel monitort en
stimuleert, en aan Kabinet en
parlement verslag uitbrengt over de voortgang daarin.
5.3 Aanbevelingen in concreto
Aan het Kabinet
(in het bijzonder de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris Arbeid en Zorg en
Emancipatiebeleid)
Over sekse-evenredige samenstelling
-
inrichten van een intern systeem van monitoring
over de naleving van de wettelijke verplichting van sekse-evenredige
samenstelling bij strategische adviescolleges, alsmede:
-
monitoring van de sekse-evenredige
samenstelling van (tijdelijke) adviescommissies in bepaalde
beleidssectoren;
-
het (laten) opstellen van een (tweejaarlijkse)
rapportage hierover aan het parlement.
Over duurzame integratie
-
bevorderen dat het fundamentele niveau van de
emancipatiedoelstellingen beter ingang vindt door dit in relevante
Kabinetsnota's te benadrukken en te operationaliseren;
-
ontwikkelen van een eenduidige notie van diversiteit
en bevorderen dat deze consequent en consistent wordt toegepast;
-
aanpassen van de definitie van duurzame
integratie van emancipatieaspecten, zodanig dat de definitie recht
doet aan de fundamentele betekenis van de emancipatiedoelstellingen;
-
onderzoek laten doen naar concrete mogelijkheden
om in nieuwe bestuursvormen en nieuwe vormen van (interactieve)
beleidsontwikkeling emancipatieaspecten op te nemen;
-
de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor
duurzame integratie van emancipatieaspecten, als wezenlijk aspect van
kwaliteit van beleid, erkennen en aan het parlement uitdragen;
-
instelling van een onafhankelijke commissie van
genderdeskundigen die het proces van duurzame integratie op
departementen en in het adviesstelsel monitort en stimuleert - mede met
behulp van zelfevaluatie en visitatie - en daarover rapporteert aan
Kabinet en parlement.
N.B. Zie in dit verband ook de desbetreffende
aanbeveling in de rapportage over de effechten van de departementale
taakstellingen emancipatie voor het proces van duurzame integratie.
Aan de departementen
Over sekse-evenredige samenstelling:
-
doorlichten van profielen van adviescolleges,
voorzitter en leden op ongewenste gender-effecten; zonodig aanpassen
en aanvullen van de profielpunten;
-
actief zoeken naar vrouwelijke kandidaten buiten
de gebruikelijke kanalen.
Over duurzame integratie
-
overleggen met de adviesraden over de eigen rol,
taak en verantwoordelijkheid van departementen en adviesraden in het
bereiken van duurzame integratie van emancipatieaspecten. Daarbij knelpunten in de uitvoering identificeren (tijd, geld,
informatie en genderdeskundigheid) en oplossingen zoeken;
-
in de werkprogramma's - zoals ter kennis gebracht
aan het parlement ter gelegenheid van de jaarlijkse begroting -
uitdrukkelijk aandacht besteden aan de wijze waarop de raad aandacht
besteedt aan emancipatieaspecten;
-
zoveel mogelijk zelf in adviesprogramma's en
adviesaanvragen de emancipatieaspecten benoemen, expliciteren, en/of
uitdrukkelijk vragen in de advisering mede naar relevante
emancipatieaspecten te kijken;
-
gerichte adviesaanvragen over de
operationalisering van emancipatieaspecten op de onderscheiden
departementale beleidsterreinen formuleren;
-
in de voorbereiding van Kabinetsstandpunten op
gegeven adviezen mede kijken naar de wijze waarop en de mate waarin in
het advies aandacht aan emancipatieaspecten is gegeven;
-
personele en organisatorische verbindingen maken
tussen de organisatie rond het adviesstelsel en de departementale
infrastructuur integratie emancipatieaspecten;
-
in de taakstelling van de departementale
infrastructuur uitdrukkelijk opnemen dat deze zich ook uitstrekt tot
het adviesstelsel;
-
departementaal beschikbare/beschikbaar te maken
informatie over emancipatiecijfers, -analyses, interne en externe
gender-deskundigheid, personele samenstelling
emancipatie-infrastructuur en departementale onderzoeksprogrammering,
alsmede over lopend en voorgenomen emancipatierelevant beleid op een -
ook voor adviesraden - toegankelijke plaats op het
departementale intranet bijeenbrengen;
-
in de waardering voor adviesorganen, alsmede voor
directies en ambtenaren uitdrukkelijk mede betrekken de wijze waarop
zij een bijdrage leveren aan duurzame integratie.
Aan de adviesraden
-
inventariseren van de bestaande alsook de
gewenste genderdeskundigheid in raad en staf;
-
data-base opstellen van genderdeskundigen
op de door de raad bestreken beleidsterreinen.
-
inventariseren welke mogelijke nieuwe
adviesthema's de raad in het bijzonder geëigend acht om
emancipatieaspecten aan de orde te stellen, en deze inbrengen bij het
overleg over het door de minister vast te stellen jaarwerkprogramma;
-
een globale emancipatie-check uitvoeren op de
verschillende beleidsterreinen die de raad bestrijkt, zonodig met
inschakeling van extern deskundigen;
-
in werkplannen en jaarverslagen in een aparte
paragraaf aanduiden welke aandacht de raad dit jaar, algemeen en
specifiek, aan exploratie van emancipatieaspecten in de
adviesaanvragen zal schenken.
Aan het parlement
-
apart bespreken van de aanbevolen tweejaarlijkse
rapportage over de voortgang in de beoogde sekse-evenredige
samenstelling van strategische en andere adviesorganen;
-
nagaan of en hoe de aanbevolen
emancipatieparagrafen in de jaarwerkprogramma's niet alleen apart,
maar ook gezamenlijk in het overleg tussen parlement en Kabinet kunnen
worden betrokken;
-
waar naar de mening van het parlement onvoldoende
voortgang wordt geboekt: overwegen om zonodig zelf gebruik maken van
recht van het parlement om adviesaanvragen aan adviesraden te richten;
-
actieve controle van de intensiteit waarmee de
onderscheiden departementen hun rol, taak en verantwoordelijkheid in
het streven naar duurzame integratie van emancipatieaspecten
realiseren en actieve controle van de resultaten daarvan in
voorliggende beleidsdossiers.
Aan maatschappelijke organisaties
en (beleids)onderzoeksinstitituties
-
aandringen bij het Kabinet en individuele
bewindspersonen om het proces van duurzame integratie van
emancipatieaspecten als essentieel onderdeel van kwaliteit van beleid
serieus te nemen en daadwerkelijk te bevorderen;
-
aandragen van inhoudelijke alternatieven voor
voorgenomen beleid, waarbij emancipatieaspecten een uitdrukkelijke
plaats in de doelstellingen en onderbouwing hebben gekregen;
-
opnemen van relevante emancipatiethema's in de
onderzoeksprogrammering, als voorwerp van specifiek onderzoek en als
facet van regulier onderzoek.
|