Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Directie Voorlichting,
Bibliotheek en Documentatie

Persvoorlichting

 


Nr. 99/178
15  oktober 1999
Postbus 90801
2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Telefoon 070 - 333 44 33
Telefax 070 - 333 40 30

Staatssecretaris Verstand: thema ‘glazen plafond’ moet blijvend op politieke en maatschappelijke agenda worden geplaatst
In beroepen waarvoor een hbo- of academische opleiding is vereist, bedraagt het aandeel vrouwen ongeveer 35 procent (in 1997). Het aandeel vrouwen in managementsfuncties ligt op ruim 17 procent. In de bedrijfstakken handel, zakelijke dienstverlening, gezondheids- en welzijnszorg en cultuur/overige dienstverlening is de doorstroom van vrouwen naar hogere leidinggevende functies het grootst. Vrouwen verdienen gemiddeld zo’n 8 gulden per uur minder dan mannen in dezelfde soort functie. De verschillen in uurloon nemen toe naarmate het functieniveau hoger is.

Dit blijkt uit het onderzoek ‘Het glazen plafond’ van De Jong & Van Doorne-Huiskes en Partners, dat staatssecretaris Verstand van Sociale zaken en Werkgelegenheid naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Tegelijk met dit onderzoek is ook het rapport ‘Werk en leven, een uitdaging voor organisatievernieuwers’ aan de Tweede kamer aangeboden. In een begeleidende brief kondigt Verstand de start van een traject aan, waarmee wordt beoogd het thema glazen plafond hoog op de politieke en maatschappelijke agenda te houden.

Met het glazen plafond wordt bedoeld de stagnerende doorstroom van vrouwelijke werknemers naar leidinggevende functies. Omdat niet zo gemakkelijk valt te zeggen hoe dat komt, wordt gesproken over het ‘glazen plafond’: een onzichtbare barrière die vrouwen afhoudt van doorstroming naar hogere of leidinggevende functies.

Uit het onderzoek ‘Het glazen plafond’ blijkt dat de verschillen tussen mannen en vrouwen wat betreft het beroepsniveau in 1997 niet meer zo groot zijn als in 1988. In 1997 zijn in vergelijking tot 1988 minder vrouwen werkzaam in de lagere beroepen en meer vrouwen in middelbare en hogere beroepen en beroepen waarvoor een academische opleiding is vereist. Vrouwen hebben hiermee een deel van hun achterstand ten opzichte van de mannelijke beroepsbevolking ingehaald. Ook het aandeel vrouwen in managementfuncties is in 1997 gestegen, tot 17,7 procent. In 1995 bedroeg het aandeel vrouwelijke managers nog 13,8 procent.

Het percentage vrouwelijke managers varieert sterk per bedrijfstak. In de industrie en in de bouwnijverheid worden managementfuncties vrijwel uitsluitend door mannen vervuld. In de sector cultuur en overige dienstverlening en in de gezondheids- en welzijnszorg vervullen vrouwen een derde tot de helft van de managementfuncties.

Van de werkzame beroepsbevolking is 38,3 procent vrouw en 61,7 procent man. Per bedrijfstak loopt de verdeling van vrouwen en mannen sterk uiteen. Zo zijn vrouwen ruim vertegenwoordigd in de de gezondheids- en welzijnszorg (76,8 procent) en in de sector huishoudelijk personeel (87,5 procent). In de bedrijfstakken bouwnijverheid (6,4 procent) en delfstoffenwinning (7,8 procent) is het aandeel vrouwen het kleinst.

De onderzoekers hebben een indicator ontwikkeld om het glazen plafond in een bedrijfstak vast te stellen. Deze indicator wijst uit dat in alle bedrijfstakken sprake is van een glazen plafond: het aandeel vrouwen neemt (aanzienlijk) af naarmate het functieniveau toeneemt. Er zijn verschillen tussen de bedrijfstakken wat betreft de ‘dikte’ van het glazen plafond. De bedrijfstakken handel, zakelijke dienstverlening, gezondheids- en welzijnszorg en cultuur en overige dienstverlening hebben in vergelijking tot andere bedrijfstakken een hoger aandeel vrouwen in managementfuncties. De bedrijfstakken onderwijs, industrie en bouwnijverheid hebben een relatief ‘dik’ glazen plafond. De sectoren vervoer en communicatie en openbaar bestuur nemen een tussenpositie in.

Het verschil in uurloon tussen mannen en vrouwen blijft aanzienlijk. In 1995 verdienden vrouwen gemiddeld 7,93 gulden per uur minder dan mannen in dezelfde soort functie. Verder blijkt dat naarmate het vereiste opleidingsniveau voor een functie hoger ligt, het verschil in uurloon tussen mannen en vrouwen groter wordt. Het beloningsverschil geldt in alle leeftijdscategorieën. Er is één uitzondering: vrouwen van 24 jaar of jonger met een functie op academisch niveau verdienen gemiddeld 1,77 gulden meer per uur dan mannen. Het verschil in uurloon tussen mannen en vrouwen is het grootst in de financiële instellingen (16,11 gulden) en in de zakelijke dienstverlening (11,54 gulden). In de bedrijfstakken horeca, openbaar bestuur en landbouw en visserij zijn de beloningsverschillen het kleinst.

Voor vrouwelijke managers is het beloningsverschil groter. Vrouwen met een managementfunctie op hbo-niveau verdienen gemiddeld 19 gulden minder dan mannen in dezelfde soort functie. Voor managers op academisch niveau zijn deze

verschillen nog groter: vrouwen in deze beroepsgroep verdienen gemiddeld bijna 28 gulden per uur minder dan mannen.

De onderzoekers geven een aantal factoren aan die een bijdrage kunnen leveren aan het doorbreken van het glazen plafond. Genoemd worden onder meer: gerichte loopbaantrajecten, ‘coaching’ van vrouwen en zelfstandig ondernemerschap van vrouwen.

Het rapport ‘Werk en leven, een uitdaging voor organisatievernieuwers’, is een studie naar een Amerikaans project: ‘Relinking life and work’. In dit project worden nieuwe benaderingen ontwikkeld voor de vraag hoe organisaties kunnen omgaan met de balans tussen werk en privé. Het project toont onder meer aan dat rekening houden met persoonlijke belangen en behoeften van werknemers niet alleen de werknemers ten goede komt maar ook een gunstige uitwerking kan hebben op de bedrijfsresultaten. Ook blijkt uit het rapport dat oplossingen vooral moeten worden gezocht in de dagelijkse gang van zaken in een bedrijf zoals de planning, de inrichting van het werk en de cultuur op het werk. De onderzoekers zien mogelijkheden dit project ook in bedrijven en organisaties in Nederland op te zetten.

De twee onderzoeken vormen de start van een traject dat als doel heeft de problematiek van het glazen plafond zoveel mogelijk op de agenda te houden. Staatssecretaris Verstand wil dit traject tevens aangrijpen om cultuurveranderingen in organisaties te ondersteunen en te stimuleren, en de kennis over het glazen plafond te verbeteren. Hierbij zal speciale aandacht uitgaan naar de positie van allochtone vrouwen.

Verstand kondigt in haar brief aan dat ze, in het kader van dit traject, aanwezig zal zijn op een internationale conferentie in Washington over het glazen plafond, die wordt gehouden van 17 tot en met 19 oktober. Op deze conferentie vindt een internationale uitwisseling plaats van ervaringen en netwerken van vrouwelijke ondernemers en vrouwen in hogere posities in het bedrijfsleven en bij de overheid.

Verder start nog dit jaar een onderzoek naar bedrijfsculturen, die voor een deel een verklaring kunnen vormen voor het glazen plafond. Onderzocht zal worden welke mogelijkheden er zijn om een bedrijfs- of organisatiecultuur te beïnvloeden.

In het jaar 2000 zullen voorts enkele conferenties worden gehouden over het glazen plafond in verschillende sectoren. Eén van de sectoren is politiek en openbaar

bestuur, waarvoor inmiddels door de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een zogeheten ‘expertmeeting’ in voorbereiding is. De overige conferenties zullen in samenwerking met andere relevante departementen of organisaties worden georganiseerd.

Het onderwerp glazen plafond is gekozen als één van de thema’s op het gebied van emancipatie waarvoor in 2000 subsidie kan worden aangevraagd. Bedrijven of organisaties met nieuwe initiatieven op het gebied van het glazen plafond kunnen hiervoor subsidie aanvragen bij het ministerie. De hoogte van het subsidiebedrag moet nog worden vastgesteld.

Het traject moet uiteindelijk uitmonden in een bundeling van de kennis en ervaring die is opgedaan, onder andere in de onderzoeken en tijdens de conferenties. Na afloop van het traject zullen nieuwe beleidsinitiatieven met betrekking tot het glazen plafond worden geformuleerd.

 

 

-------------------------------------------------------------------------------------------------------

Het rapport ‘Het glazen plafond’ kost f 40,- en het rapport ‘Werk en leven, een uitdaging voor organisatievernieuwers’ kost f 35,-. Beide rapporten zijn te bestellen bij Elsevier bedrijfsinformatie bv, postbus 16500, 2500 BM Den Haag. Telefoon: 070-4415555.