Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Directie Voorlichting,
Bibliotheek en Documentatie

Persvoorlichting

 


Nr. 99/171
5  oktober 1999
Postbus 90801
2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Telefoon 070 - 333 44 33
Telefax 070 - 333 40 30

Staatssecretaris Verstand: Arbeid en Zorg is ook de OR een zorg
Betere faciliteiten voor het combineren van arbeid en zorg zijn onmisbaar voor moderne arbeidsverhoudingen. Daarbij is het zaak een goede balans te vinden tussen de belangen en behoeften van werkgevers en werknemers. De ondernemingsraad zit in een sleutelpositie om die balans vorm en inhoud te geven.

Dit stelt staatssecretaris A.E. Verstand-Bogaert van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een toespraak op het congres van het blad OR-Informatie in Utrecht op 5 oktober 1999. Verstand merkt op dat de achterban van de ondernemingsraden snel verandert en pleit voor herkenbare belangenbehartiging die aan deze veranderingen recht doet. Bijna 40% van alle werknemers is intussen vrouw en ook werkt bijna 40% van alle werknemers inmiddels in deeltijd. Van de ondernemingsraadsleden in Nederland is ongeveer een kwart tot een derde vrouw en werkt 10% in deeltijd.

Toespraak door staatssecretaris mr. A.E. Verstand-Bogaert van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ter gelegenheid van het jaarlijkse congres van OR-Informatie op 5 oktober 1999 in Utrecht.

Het is bij mijn weten de eerste keer dat het blad OR-Informatie in zijn jaarlijkse congres ruimte maakt voor het thema Arbeid en Zorg.

Ik heb me afgevraagd hoe dat komt. Daar zal ik zo dadelijk verder op ingaan. En ook op wat we daaraan met elkaar kunnen doen. Maar eerst zou ik hier in deze zaal vol OR-leden een kleine enquête willen houden.

Wie in deze zaal werkt in deeltijd, dat wil zeggen minder dan 36 uur? Graag de vingers omhoog. Hoeveel vrouwen zijn hier vandaag aanwezig? En mag ik vragen wie van u, mannen of vrouwen, meer dan één keer per week de kinderen ophaalt uit school of uit de kinderopvang? Wie van u blijft er thuis als uw kind ziek is? Wie van u onderhoudt het contact met school? En de laatste vraag: Wie hier ervaart het combineren van arbeid en zorg regelmatig als moeilijk?

Dank u wel voor uw medewerking! Ik wil u nu graag vertellen hoe deze uitkomsten zich verhouden tot het landelijke beeld.

Volgens cijfers van mijn ministerie werkt slechts één op de tien OR-leden in deeltijd en is ongeveer een kwart tot een derde van de OR-leden vrouw. Dit terwijl landelijk gezien intussen bijna 40% van de werknemers vrouw is en 38% van alle werknemers in deeltijd werkt. Van alle vrouwelijke werknemers werkt 68% in deeltijd. Bij mannen is dat veel lager, bijna 20%. Toch is dat al drie keer zo hoog als gemiddeld in Europa en bijna twee keer zo hoog als onder OR-leden.

En tenslotte geef ik u een aansprekend cijfer over arbeid en zorg. Uit onderzoek blijkt dat er inmiddels twee miljoen mensen zijn in dit land die dagelijks problemen hebben om arbeid en zorg te combineren. Dat is bijna een op de drie werknemers. En dat ondanks het feit dat Nederland voorop loopt in Europa in deeltijdwerk, vooral voor vrouwen, waarbij ik de aard van het deeltijdwerk nu verder buiten beschouwing laat.

Wat ik met deze cijfers maar wil zeggen is dat zich grote veranderingen voltrekken in onze beroepsbevolking. En dus ook in de achterban van de ondernemingsraden. Die achterban bestaat steeds meer uit vrouwen en ook steeds meer uit mannen die arbeid- en zorgtaken met elkaar willen combineren.

Die veranderende behoeften worden niet altijd direct gevoeld door ondernemingsraadsleden zelf. Dat is op zichzelf heel goed verklaarbaar. In ondernemingsraden zitten vaak de meer ervaren werknemers, en in mindere mate de nieuwe generaties op de arbeidsmarkt. En ook kan ik me voorstellen dat werknemers die hun handen vol hebben aan het combineren van werk en gezin niet staan te trappelen om dan ook nog lid te worden van de ondernemingsraad. Want zoals u zelf ook weet: het lidmaatschap van de OR is behalve belangrijk en verantwoordelijk werk, ook zeer energie- en tijdrovend.

Ik vind het dus wel begrijpelijk dat voor veel OR-leden arbeid en zorg geen persoonlijke kopzorg is. Maar daarmee is het nog wel een zorg voor de OR. Want goede faciliteiten voor het combineren van arbeid en zorg zijn onmisbaar voor moderne arbeidsverhoudingen. Ze zijn niet alleen onmisbaar voor de moderne werknemer, maar ook onmisbaar voor bedrijven die goede mensen willen aantrekken op een krappe arbeidsmarkt.

Arbeid en zorg als schakel naar moderne arbeidsverhoudingen. Zeg ik daarmee teveel?

Ik denk het niet.

Ik geef u opnieuw een paar cijfers en trends. De laatste 25 jaar is de deelname van vrouwen aan de arbeidsmarkt vrijwel verdubbeld. Dat zie je terug in het aantal tweeverdieners. Tussen 1985 en 1997 is het percentage paren dat tweeverdiener is toegenomen van 55% naar 72%. En die stijging gaat door.

Met andere woorden: de omslag van de arbeidsmarkt van een ‘mannenmarkt’ naar een markt die de talenten van mannen èn vrouwen benut is in volle gang. De alleenverdienende mannelijke kostwinner is in minder dan één generatie tijd veranderd van de dominante groep in een zeldzame menssoort.

Die omslag brengt andere leefstijlen en andere arbeidspatronen met zich mee. En dat dwingt op zijn beurt weer tot ingrijpende aanpassingen in de samenleving. Want in de manier waarop onze samenleving is georganiseerd zit het kostwinnersdenken nog ingebakken. Dat vertaalt zich nu overal in knelpunten.

Overal?

Ja, overal.

Niet alleen in de arbeidstijden, maar ook in de schooltijden.

Niet alleen in de voorzieningen voor de kinderopvang en de buitenschoolse opvang, maar ook in de ruimtelijke inrichting van ons land.

Niet alleen in de arbeidsverhoudingen, maar ook in ons sociale en fiscale stelsel.

Die knelpunten moeten worden aangepakt. Daar is het kabinet ook mee bezig. Zie het belastingplan voor de volgende eeuw. Zie de deeltijdwet. Zie de Commissie Dagindeling. Zie de forse investeringen in kinderopvang en buitenschoolse opvang. Zie de uitbreiding van het aantal verlofregelingen en de maximaal 10 dagen betaald zorgverlof per jaar.

Maar de regering kan het niet alleen.

Sterker nog, de overheid is niet meer dan voorwaardenscheppend.

De omslag naar die moderne arbeidsverhoudingen moet uiteindelijk vorm krijgen in het bedrijfsleven zelf. Daarbij is het zaak een goede balans te vinden tussen de belangen en behoeften van werknemers en van werkgevers. En dat plaatst de ondernemingsraad, als gesprekspartner van de werkgever op het ondernemingsniveau, in een sleutelpositie.

Hoe kan de ondernemingsraad die sleutelpositie praktisch vorm en inhoud geven?

Over dat thema is met financiële hulp van mijn ministerie een boekje geschreven met als titel: ‘Arbeid & Zorg op de OR-agenda’.

In deze handleiding voor OR-trainers worden - kort samengevat - twee strategieën uitgewerkt voor ondernemingsraden om arbeid en zorg op de agenda van de onderneming te krijgen.

De eerste strategie wordt een ‘high profile’ strategie genoemd. Bij deze strategie wordt het thema arbeid en zorg rechtstreeks op de agenda geplaatst in het overleg met de bedrijfsleiding. Deze strategie heeft kans van slagen als arbeid en zorg lééft in het bedrijf en het belang van het thema breed wordt ingezien. Vaak zullen dit bedrijven zijn waar al een zorgvriendelijke bedrijfscultuur heerst. Bijvoorbeeld omdat er veel vrouwen werken, of omdat er ook mannen werken met wensen om arbeid en zorg beter met elkaar te combineren. Dit zullen vaak bedrijven zijn waar al behoorlijke regelingen voor deeltijdwerk en kinderopvang zijn ingevoerd.

 

Veel bedrijven zijn zover nog niet. Dan zal de ‘low profile’ strategie effectiever zijn. Deze strategie is geschikt als de bedrijfsleiding niet warm loopt voor Arbeid en Zorg en als ook in de bedrijfscultuur sterke weerstanden bestaan tegen het thema.

Kenmerkend voor de ‘low profile’ benadering is dat het thema arbeid en zorg niet met name wordt genoemd, maar als het ware meelift met andere onderwerpen in het overleg tussen de OR en de bedrijfsleiding. Dat kan ook goed, want arbeid en zorg raakt aan veel thema’s die vanouds al op de agenda van de OR staan.

Laat me, om dat duidelijker te maken, een paar voorbeelden geven.

Als er in het bedrijf wordt gepraat over arbeidsomstandigheden, werkdruk en stress, dan kan dat een mooi moment zijn om aan de orde te stellen dat veel vermoeidheid, veel overbelasting ook te maken heeft met het thuisfront: de druk om kinderen op te halen en weg te brengen, hoe regel je het met de schoolvakanties, hoe doe je je boodschappen, noem maar op.

Natuurlijk kan het bedrijf het nationale vraagstuk van onze dagindeling niet oplossen. Maar afspraken op maat over werktijden of over compensatie-uren kan al veel problemen oplossen.

En zo kan ik meer voorbeelden geven. In steeds meer cao’s worden afspraken gemaakt over kinderopvang, tijdsparen, verlof en loopbaanonderbreking en deeltijdwerk. Die regelingen kunnen ondernemingsraden samen met de werkgever invullen op het niveau van het bedrijf.

Dus ook in bedrijven waar arbeid en zorg niet leeft of waar Arbeid en Zorg een ‘softe’ klank heeft, liggen er volop mogelijkheden. En uiteraard kunnen de ondernemingsraden daarbij gebruik maken van hun wettelijke bevoegdheden. In dit verband zijn te noemen: het initiatiefrecht, het adviesrecht, het informatierecht en - op het gebied van het sociale beleid in de onderneming - het instemmingsrecht. Voor verdere details verwijs ik graag naar de workshops die voor vanochtend op het programma staan.

Zoals gezegd zal vaak de ‘low profile’ strategie het meest voor de hand liggen. Want daar waar de weerstanden groot zijn, heeft het geen zin dat de ondernemingsraad de rol van breekijzer op zich neemt. Dat leidt alleen maar tot frustraties en het is ook niet de taak van de ondernemingsraad. Veranderingen moeten door het hele bedrijf, en de bedrijfsleiding voorop, gedragen worden.

Toch zou ik u op het hart te willen drukken om uw ambities niet te snel naar beneden bij te stellen. Denk niet te gauw dat de bedrijfsleiding er ‘toch niks voor voelt’. Want vergeet niet dat ondernemingsbestuurders ervoor worden betaald om alert te zijn op maatschappelijke ontwikkelingen die belangrijk zijn voor het bedrijf.

Mijn ervaring is dat veel ondernemers zeker niet conservatiever zijn dan de werkvloer. Want ondernemen is voortdurend veranderen. Goede ondernemers zien in dat de arbeidsmarkt verandert. Ze weten dat je goede en hoog opgeleide arbeidskrachten niet meer krijgt met alleen een goed salaris, maar dat je ook andere dingen moet bieden. Mogelijkheden voor ontplooiing. Mogelijkheden voor verlof. Mogelijkheden voor het combineren van arbeid en zorg.

Kortom, zet uw licht niet onder de korenmaat. Er is veel werk te doen. Want de arbeidsmarkt verandert snel en daarmee ook de organisatie van het werk. Aan u als ondernemingsraden de taak om zichtbaar te blijven voor uw achterban. En dat kan als u die veranderingen zelf mede vorm geeft. Als u herkenbare belangenbehartiging biedt. En het mag duidelijk zijn dat arbeid en zorg daarin en belangrijke plaats verdient.