|
Staatssecretaris Verstand van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid heeft een groot aantal adviezen en reacties van
maatschappelijke organisaties over de nota .Op weg naar een nieuw evenwicht
tussen arbeid en zorg. aan de Tweede Kamer aangeboden. Uit de adviezen
blijkt dat er brede steun is voor de opvatting van het kabinet dat het nodig
is de mogelijkheden voor het combineren van arbeid en zorg te vergroten.
Daarnaast is de nota onderworpen aan een economische analyse. Deze "economentoets"
bestaat uit rapporten van het ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid, NYFER, SCHOLAR en het Centraal Planbureau. De onderzoeken
gaan in op het voorgestelde recht op maximaal tien dagen zorgverlof per
jaar. Bekeken is wat de kosten hiervan zullen zijn voor werkgevers en
werknemers en wat de effecten op het arbeidsaanbod en de werkgelegenheid
zullen zijn. Bovendien is een internationale vergelijking gemaakt van
wettelijke regelingen voor betaald zorgverlof.
De nota "Op weg naar een nieuw evenwicht tussen arbeid en zorg"
bevat 19 voorstellen voor het vastleggen, uitbreiden en flexibiliseren van
verlofregelingen. De adviezen en reacties, de economentoets en een overleg
met de Tweede Kamer dat op 24 juni plaatsvindt, markeren het einde van het
consultatieproces dat aan de concrete uitwerking van de nota voorafgaat.
Uit de adviezen blijkt dat er brede steun is voor de keuze van het kabinet
voor het zogeheten combinatiemodel. Dit model houdt in dat mannen en vrouwen
werk en zorgtaken op evenwichtige wijze verdelen. Ouders hebben in dit model
idealiter beiden een driekwart baan, zorgen beiden een deel van de week voor
de kinderen en besteden een deel van de zorg voor de kinderen uit. De
Stichting van de Arbeid maakt hierbij de kanttekening dat het
combinatiemodel de keuzevrijheid van mannen en vrouwen niet in de weg mag
staan en het creëren van meer mogelijkheden tot uitbesteding van zorg niet
mag belemmeren.
De adviezen zijn verdeeld wat betreft de waardering voor de concrete
voorstellen uit de nota zoals het recht op tien dagen zorgverlof, het
uitbreiden of flexibiliseren van andere verlofregelingen, het verlofsparen
en de arbeidsverplichting voor alleenstaande ouders in de bijstand. In een
deel van de adviezen wordt uitgesproken dat de voorstellen op onderdelen
veel te ver gaan. Aan de andere kant worden de voorstellen soms als
teleurstellend en te weinig ambitieus beoordeeld.
De economentoets richt zich op het voorstel voor een wettelijk recht op
maximaal tien dagen zorgverlof per jaar. Dit zorgverlof is bedoeld om
werknemers in staat te stellen zelf voor een ziek kind of naaste te zorgen.
Het kabinet heeft aangegeven te hechten aan een (gedeeltelijke)
inkomensvoorziening tijdens het verlof maar acht de sociale partners
primair verantwoordelijk voor de totstandkoming van afspraken hierover. Het
gaat overigens om een geclausuleerd recht op zorgverlof: toekenning van het
verlof moet worden afgewogen tegen eventuele zwaarwegende bedrijfsbelangen
van de werkgever.
Uit de internationale vergelijking van wettelijke regelingen voor
zorgverlof, die is uitgevoerd door NYFER, komt volgens het
onderzoeksinstituut naar voren dat Duitsland het beste als referentiepunt
voor Nederland kan dienen. Reden is dat in Duitsland de arbeidsdeelname van
vrouwen vergelijkbaar is met die in Nederland (overigens met het verschil
dat in Nederland meer vrouwen in deeltijd werken).
In Duitsland maakt twintig procent van de werkzame beroepsbevolking van de
zorgverlofregeling gebruik, met een gemiddelde van drie dagen per
ziektegeval. Gemiddeld is het gebruik van zorgverlof per werknemer 0,7 dagen
per jaar. De kosten van het zorgverlof bedragen circa 200 miljoen Duitse
Mark per jaar.
In Zweden maakt vrijwel de gehele werkzame beroepsbevolking met kinderen
gebruik van de regeling, met een gemiddelde van zeven dagen per jaar. Dit
betekent dat in Zweden ruim tien keer zoveel zorgverlof wordt opgenomen per
werknemer als in Duitsland.
Als de kosten voor werkgevers in Nederland worden berekend conform het
Duitse gebruik van zorgverlof bedragen deze 20 miljoen gulden bij
onbetaald verlof en 365 miljoen bij volledig betaald verlof. Als wordt
uitgegaan van het Zweedse gebruik van zorgverlof, bedragen de kosten voor
Nederland 65 miljoen bij onbetaald verlof en 890 miljoen bij volledig
betaald verlof.
Bij een middenvariant (50 procent Duitsland en 50 procent
Zweden) bedragen de kosten 45 miljoen bij onbetaald verlof en 630 miljoen
bij volledig betaald verlof.
Voor alle varianten is ook berekend wat de kosten zijn bij 70 procent en 50
procent doorbetaling van het loon.
NYFER stelt dat door een collectieve financiering de kosten van zorgverlof
worden gespreid over alle werkgevers. Vooral kleine bedrijven lopen op die
manier minder risico.
SCHOLAR, een onderzoeksprogramma van de universiteit van Amsterdam, verwacht
niet dat massaal gebruik zal worden gemaakt van zorgverlof. SCHOLAR denkt
dat van de regeling hoofdzakelijk gebruik gemaakt zal worden door vrouwen.
De onderzoekers wijzen erop dat door de kosten van zorgverlof werkgevers
huiverig kunnen worden om vrouwen met jonge kinderen in dienst te nemen. Dit
zou een verslechtering van de arbeidsmarktpositie van vrouwen betekenen.
Bovendien stelt SCHOLAR dat de kosten van zorgverlof zullen drukken op de
beschikbare loonruimte, waardoor met name in sectoren waar veel vrouwen
werken het loon minder snel zal stijgen. Een collectieve financiering van
zorgverlof zou deze problemen kunnen ondervangen, aldus SCHOLAR.
Het Centraal Planbureau heeft de macro-economische effecten op de
werkgelegenheid in kaart gebracht. Bij onbetaald verlof zijn de effecten op
de werkgelegenheid volgens het CPB marginaal. Bij betaald verlof kan door de
loonkostenstijging op de langere termijn een daling van de werkgelegenheid
optreden van 2.000 arbeidsjaren (bij laag gebruik) tot 23.000 arbeidsjaren
(bij hoog gebruik). In personen neemt de werkgelegenheid juist toe vanwege
de vervanging van werknemers die zorgverlof opnemen. Overigens kan het
arbeidsaanbod van vooral vrouwen door zorgverlof toenemen vanwege de
mogelijkheden om arbeid en zorg beter te combineren. Ook stijgt door
zorgverlof het uurloon gerelateerd aan het aantal gewerkte uren, wat een
extra arbeidsaanbod met zich mee kan brengen. Het CPB acht het niet
uitgesloten dat deze effecten het eerder genoemde negatieve effect op de
werkgelegenheid kan compenseren. Het CPB wijst erop dat eventuele
collectieve financiering van zorgverlof een strakke regelgeving vereist en
controle om het risico op overmatig gebruik van de zorgverlofregeling tegen
te gaan. |
|