Ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid |
Directie
Voorlichting, Bibliotheek en Documentatie Persvoorlichting |
Nr. 99/58 8 april 1999 |
Postbus
90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon 070 - 333 44 33 Telefax 070 - 333 40 30 |
Ministeries stimuleren emancipatie met concrete actieplannen |
Alle ministeries hebben een actieplan
opgesteld met drie of meer concrete, binnen deze
kabinetsperiode te realiseren voornemens voor het
emancipatiebeleid. Hiermee wordt overeenkomstig de
afspraak in het Regeerakkoord de eigen
verantwoordelijkheid van ieder departement voor het
ondersteunen en stimuleren van het emancipatieproces in
de samenleving beter zichtbaar gemaakt. Staatssecretaris Verstand van Sociale Zaken en Werkgelegenheid - de coördinerend bewindspersoon voor het emancipatiebeleid - heeft het Actieplan Emancipatietaakstellingen Departementen aangeboden aan de Tweede Kamer. Over de voortgang van het Actieplan zal jaarlijks aan de Tweede Kamer worden gerapporteerd. Het Actieplan bevat in totaal 45 projecten op tal van verschillende beleidsterreinen. Dit betekent volgens staatssecretaris Verstand een substantiële bijdrage aan de uitvoering van het emancipatiebeleid van het kabinet. Een aantal projecten sluit aan bij de nieuwe Stimuleringsmaatregel Dagindeling om de samenleving zodanig te organiseren dat de combinatie van arbeid en zorg gemakkelijker wordt. Verschillende ministeries hebben hierover plannen opgesteld en willen gaan bekijken hoe ze die in hun reguliere beleid kunnen opnemen. Zo zal het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer belangrijke beleidsplannen over ruimtelijke ordening en wonen toetsen op dagindelingseffecten of combinatie-effecten. Het gaat onder meer om het verbeteren van de bereikbaarheid van voorzieningen zoals winkels, onderwijs en kinderopvang. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat zal hetzelfde doen voor het Nationaal Verkeer en Vervoer Plan in verband met de relatie tussen emancipatie en mobiliteit. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij wil via enkele regionale proefprojecten onderzoeken hoe het staat met de aanwezigheid en de behoeften van voorzieningen (gezondheidszorg, winkels, kinderopvang, sport, onderwijs) op het platteland. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen gaat iets soortgelijks doen op het gebied van verruiming van schoolopeningstijden. Daarnaast gaan verschillende departementen (Economische Zaken, Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, Verkeer en Waterstaat, Financiën en Sociale Zaken en Werkgelegenheid) samenwerken aan een uitwerking van een zogenoemd bereikbaarheidsscenario. Dat houdt in dat werknemers bereikbaar dienen te zijn, maar hun werk ook - gedeeltelijk - op een andere plek kunnen verrichten. Dit scenario is een alternatief voor het nog altijd dominante aanwezigheidsscenario, waarbij werknemers geacht worden hun gehele arbeidstijd op de werkplek door te brengen. Het bereikbaarheidsscenario is bedoeld om werknemers beter in staat te stellen hun werk met zorgtaken te combineren. Telewerken met ondersteunende informatie en -communicatietechnologie speelt hierin een belangrijke rol. Met telewerken kan niet alleen de combinatie van arbeid en zorg gemakkelijker worden. Ook de mobiliteit kan zo worden teruggedrongen. Staatssecretaris Verstand kondigt aan dat een interdepartementale werkgroep de mogelijkheden van het bereikbaarheidsscenario zal onderzoeken en naar verwachting in de loop van dit jaar met aanbevelingen zal komen. Een volgend project betreft het aanpakken van de problematiek van deeltijdwerken en deeltijdopleidingen bij artsen. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wil bekijken of er experimenten zijn op te zetten met andere organisatievormen, roostertechnieken, overdrachtstechnieken, vervangingssystemen en dergelijke om werken en opleiding in deeltijd bij artsen te stimuleren. Formeel bestaan er weliswaar regelingen om werken en opleiding in deeltijd te kunnen doen, maar culturele en organisatorische belemmeringen maken dat het in de praktijk zeer moeizaam gaat. Op het gebied van bestrijding van seksueel geweld, een belangrijk speerpunt in het emancipatiebeleid, gaat het ministerie van Buitenlandse Zaken werken aan projecten die gericht zijn op een betere opvang en bescherming van slachtoffers van seksueel geweld in vluchtelingenkampen. Een ander thema in het emancipatiebeleid is herverdeling van betaalde en onbetaalde arbeid tussen vrouwen en mannen. Hoewel onder andere via tijdbestedingsonderzoeken van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) al het nodige bekend is over onbetaalde arbeid, speelt onbetaalde arbeid slechts zelden een expliciete rol bij de voorbereiding van het sociaal-economische beleid. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zal samen met het ministerie van Economische Zaken en het ministerie van Financiën, alsook met het CPB, CBS en SCP, nagaan of en hoe onbetaalde arbeid kan worden geïntegreerd in sociaal-economische statistieken en econometrische modellen. Dit is niet alleen van belang voor de beleidsvorming. Volgens staatssecretaris Verstand kan integratie ook bijdragen aan een positievere beeldvorming rond onbetaalde arbeid. Tenslotte heeft een aantal departementen projecten opgezet over het bevorderen van de instroom en doorstroom van vrouwen in functies bij de overheid en/of advies en -bestuursraden. Zo wil het ministerie van Defensie, waar traditioneel weinig vrouwen werken, zich extra inspannen om meer vrouwen in dienst te nemen en te houden. In 2002 moet 8 % van de krijgsmacht uit vrouwelijke militairen bestaan. Er wordt naar gestreefd per lichting 20 % vrouwelijke militairen voor bepaalde tijd aan te stellen. Deze vrouwen kunnen aan het einde van hun tijdelijke aanstelling in aanmerking komen voor een functie voor onbepaalde tijd. |