Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Directie Voorlichting,
Bibliotheek en Documentatie

Persvoorlichting

 

 
Nr. 99/34
9 maart 1999
  Postbus 90801
2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Telefoon 070 - 333 44 33
Telefax 070 - 333 40 30

  Toespraak door staatssecretaris Verstand-Bogaert van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij het in ontvangst nemen van het boek "Seksuele intimidatie op de werkplek: een juridische gids" tijdens het seminar "15 jaar jurisprudentie", georganiseerd door het Clara Wichmann Instituut op 10 maart 1999 in het IIAV in Amsterdam.  
  Hartelijk dank voor deze juridische gids.

Het zijn meestal alleen de echte fijnproevers die bij het horen van de term ‘juridische gids’ de oren spitsen. Dat zou in dit geval beslist jammer zijn.

Ik heb vooraf even de gelegenheid gekregen deze juridische gids in te zien. De auteur, mevrouw Holtmaat, heeft kans gezien een lezenswaardig en zeer praktisch boek te schrijven. Het is een aanrader voor alle mensen die zich bezig houden met het tegengaan van seksuele intimidatie op de werkplek. En absoluut een ‘must’ voor al diegenen die nog aarzelen om binnen de organisatie beleid op poten te zetten of niet weten hoe seksuele intimidatie kan en moet worden aangepakt.

Vijftien jaar jurisprudentie is ook vijftien jaar strijd tegen seksuele intimidatie op het werk. De laatste vijftien jaar van een eeuwenoude geschiedenis die vrouwen maar al te goed kennen. Het waren de voorvechters uit de tweede emancipatiegolf, die het thema op de maatschappelijke en politieke agenda hebben gezet. Met succes. In oktober 1994 werden werkgevers via de Arbowet verplicht beleid te voeren om seksuele intimidatie tegen te gaan.

We mogen rustig spreken van een doorbraak.

Het was allesbehalve vanzelfsprekend om werkgevers mede verantwoordelijk te stellen. Nederland is een van de weinige landen die het op deze manier heeft aangepakt. Met instemming van de sociale partners.

Nog minder vanzelfsprekend was het terzijde schuiven van de mannelijke norm. Samen te vatten in de denigrerende opinie dat vrouwen "tegen een geintje moeten kunnen". Niet wat mannelijke collega’s verstaan onder seksuele intimidatie, maar wat vrouwen vinden dat seksuele intimidatie ìs, werd het uitgangspunt in de wet.

Dat viel niet mee.

Natuurlijk vindt ieder weldenkend mens dat seksuele intimidatie op het werk niet hoort voor te komen. Maar ik weet niet of u zich nog het behoorlijk harde spotje met man en hond bij het kopieerapparaat herinnert. "Zo voelen vrouwen zich als ze op het werk worden lastig gevallen", was de niet mis te verstane boodschap van de spotjes van postbus 51.

De geschiedenis van het departement vertelt dat de telefoon roodgloeiend stond. Het moet niet nog gekker worden was een veel gehoorde klacht. Dit was stuitend, overdreven, mag dan helemaal niets meer? En zou een vrouw nu gaan vertellen dat die pin ups aan de muur niet konden? Een fabrikant van pin up-kalenders vreesde zelfs een faillissement.

Overdreven, stuitend?

Hadden die criticasters niet een heel klein beetje gelijk misschien?

Lees de jurisprudentie die mevrouw Holtmaat bij elkaar heeft gebracht. Plaatsvervangende schaamte bekruipt je.

Bij de borst pakken is toch net zoiets als een normaal stoeipartijtje? Seksistische opmerkingen, handtastelijkheden en met een spiegeltje onder de rokken gluren. De baas noemt je bij voortduring ‘schatje". Gedwongen seksueel contact met je baas tijdens een zakenreis. Knijpen, hinderlijk over iemand heen hangen en de doorgang versperren.

Kortom: wie overdrijft?

Een betere en trefzekerder voorlichtingscampagne dan juist die postbus 51-spot had de bepaling tegen seksuele intimidatie in de Arbowet niet kunnen krijgen.

Ik ben blij met dit initiatief van het Clara Wichmann Instituut en de juridische gids van mevrouw Holtmaat. Het tegengaan van seksuele intimidatie vraagt nog steeds onze volle aandacht.

U zult als mensen uit de praktijk deze stelling ongetwijfeld onderschrijven. Maar ook op basis van recent onderzoek moeten we tot deze conclusie komen.

Begin maart heeft staatssecretaris Hoogervorst het onderzoek "Geweld, intimidatie en discriminatie op het werk in de Europese Unie" naar de Tweede Kamer gestuurd.

Hoewel de onderzoeksgegevens met enige voorzichtigheid gehanteerd moeten worden omdat het om een relatief kleine steekproef per land gaat en er mogelijk sprake is van onderrapportage, mogen we gerust spreken van een fors probleem.

Ongeveer 245.000 werkneemsters, want het zijn vooral vrouwen, worden geconfronteerd met seksuele agressie en geweld of ongewenste seksuele aandacht zoals de onderzoekers het noemen. Grote risicofactoren zijn nacht- en weekenddiensten, direct contact met klanten, tijdelijk werk en een laag functie-niveau.

Voor de vrouwen betekent het: vernedering, schaamte, woede. Maar ook psychische gezondheidsklachten, niet meer naar het werk durven, een andere baan proberen te vinden. En wellicht neemt een deel van de vrouwen uiteindelijk ontslag, al kan ik dat niet met cijfers onderbouwen.

Of men wordt er gewoon ziek van. Degenen die seksuele agressie en intimidatie hebben meegemaakt, melden gemiddeld 17,3 ziektedagen meer dan werkneemsters die hiervan gevrijwaard bleven.

Een fors probleem dus. In de eerste plaats voor de vrouwen zelf. Maar ook voor het functioneren van de organisatie èn in financieel-economisch opzicht.

We moeten ons echter wel realiseren dat we het niet over natuurrampen hebben. Het gaat om het doen en laten van mensen op de werkvloer. En daar heeft de werkgever invloed op. Sterker: daarvoor moet de werkgever op basis van de Arbowet beleid ontwikkelen. Deze juridische gids kan daarbij een uitstekende wegwijzer zijn. Want het is ook een praktische handleiding voor het opstellen van beleid en een klachtenregeling in de onderneming.

Mevrouw Holtmaat draagt op grond van de jurisprudentie nog een belangrijk argument aan om serieus werk te maken van beleid tegen seksuele intimidatie.

De rechter neemt - zo stelt zij - de uitvoering van de zorgplicht die de werkgever heeft op basis van de Arbowet steeds serieuzer. Met positieve consequenties voor de werkgever die wél beleid voert en negatieve consequenties voor de werkgever die géén beleid voert. Wie geen beleid voert is aansprakelijk voor de ongeregeldheden die zich op dit terrein voordoen. Wie wel beleid voert kan hard optreden tegen de dader.

Mevrouw Holtmaat zal zo dadelijk ongetwijfeld deze gevolgen van de Arbowet toelichten.

Wat mij echter frappeerde, is de kracht die van een dergelijke zorgplicht kan uitgaan op zo korte termijn. Dat vind ik een bemoedigende ontwikkeling.

Een bemoedigende ontwikkeling die ik voorzichtig en mondjesmaat ook terugvind in CAO-afspraken. Ik wil niet de indruk wekken dat er niets gebeurt. Dat zou partijen geen recht doen. Uit een steekproef van 131 CAO’s eind 1997, bleek dat 60 CAO’s bepalingen bevatten op dit terrein. De bepalingen hebben betrekking op ruim 45% van het totaal aantal werknemers.

Dat is in ieder geval een begin.

Maar het gaat natuurlijk vooral om wat er werkelijk gebeurt. Voor negen CAO’s kunnen we echt spreken van een plan van aanpak. Dan hebben we het over afspraken over een vertrouwenspersoon, een klachtencommissie en een klachtenprocedure. Gezien de risicofactoren die ik eerder genoemd heb, is het heel goed dat juist de CAO’s voor het schoonmaakbedrijf, de contract-catering, de zorgverzekeraars en de verzorgingstehuizen hier goed scoren.

Negen van de zestig onderzochte CAO’s. Alle reden om vooral door te gaan.

Ben ik optimistisch?

De uitwerking van de Arbowet voor rechters is onmiskenbaar. Die is positief. Daar staat tegenover dat de Arbeidsinspectie in 1998 toch nog 358 werkgevers heeft moeten aansporen om beleid te ontwikkelen. Dat is ronduit negatief.

Dit voorjaar start het evaluatieonderzoek naar de maatregelen die werkgevers hebben genomen om agressie, geweld en seksuele intimidatie tegen te gaan. Ik ben zeer benieuwd.

Goed werkgeverschap hebben we hard nodig. Het probleem is er ernstig genoeg voor.

Seksuele intimidatie.

Het verziekt de werksfeer. Het vergalt het leven van vrouwen. Het kan hun broodwinning op de tocht zetten. Wij kunnen allerminst achteroverleunen.

Seksuele intimidatie is bovendien geen geïsoleerd fenomeen. Het is één van de verschijningsvormen van de ouderwetse structuren en culturele belemmeringen in het bedrijfsleven. Eén van de verschijningsvormen van de machtsongelijkheid tussen vrouwen en mannen. Eén van de verschijningsvormen van de dominantie van de mannelijke norm.

We zullen op allerlei manieren aan een meer evenwichtige machtsbalans moeten werken. Vandaag staat de juridische weg centraal.

Ik ben blij dat u die weg niet schuwt. Sterker. Dat u die weg ten volle benut als het nodig is.

Ik herinner mij dat er wel enige scepsis bestond over de Arbowetgeving op dit terrein en hier en daar werd zelfs over symboolwetgeving gesproken. Onzin dus. Wetgeving bevestigt de norm dat seksuele intimidatie volstrekt in strijd is met het fundamentele recht op lichamelijke en geestelijke integriteit. Wetgeving als steun in de rug voor vrouwen om handhaving van deze norm af te dwingen.

Met dit seminar staat het Clara Wichmann Instituut in de traditie van zijn naamgeefster. Zij onderkende als geen ander de noodzaak van wetgeving voor het versterken van de positie van vrouwen.

Ik wens u een inspirerend seminar en veel succes met uw werk.