Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Directie Voorlichting,
Bibliotheek en Documentatie

Persvoorlichting

 

 
Nr. 99/32
8 maart 1999
  Postbus 90801
2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Telefoon 070 - 333 44 33
Telefax 070 - 333 40 30

  Meer alertheid in beleid nodig op verborgen seksevooroordelen  
  Beleidsteksten bevatten vaak verborgen vooroordelen over mannen en vrouwen en hun vermeende rol en positie in de samenleving. Hiermee wordt onbedoeld en ongewild de ongelijke machtsverhouding tussen mannen en vrouwen bestendigd. Voortdurende alertheid op deze verborgen lading in taalgebruik en denkwijzen is nodig. Zo kan worden voorkomen dat zogenaamd ‘sekseneutraal’ beleid ongewenste (neven)effecten heeft op het emancipatieproces.

Dit staat in het boek "Zaken zijn zaken" dat in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is opgesteld door Agnes Verbiest van de universiteit van Leiden. Het boek is gebaseerd op diverse onderzoeken over beeldvorming en wil deze onderzoeken toegankelijk maken voor een breed publiek.

Staatssecretaris Verstand van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het boek ter kennisneming aan het parlement aangeboden.

In het boek wordt het belang voor het beleid beklemtoond van een zogenoemde ‘genderkritische’ houding tegenover taal en denken. Veel beleid wordt - veelal onbewust - gemaakt vanuit een mannelijk perspectief. Hierdoor wordt onvoldoende rekening gehouden met de mogelijke gevolgen van bepaalde maatregelen voor de positie van vrouwen. Aan de hand van voorbeelden uit kranten en tijdschriften en voorbeelden van beleidsnota’s van de afgelopen jaren over onderwerpen als werk, zorg, school, en ontspanning wordt dit aangetoond.

In beleidsteksten wordt het begrip arbeid vaak alleen vanuit economisch perspectief bezien (alleen betaald werk telt). Het boek wijst in dit verband op het gebruik van de term ‘inactieven’. "Een vreemde term voor bijvoorbeeld een huisvrouw die naast de opvoeding van de kinderen nog het wijkblad redigeert, voorlees- en oversteekmoeder is en tal van andere noodzakelijke klussen klaart", aldus de auteur.

Een ander voorbeeld komt uit een tweetal brieven over sportbeleid. In deze brieven worden vrouwen als speciale doelgroep gezien. Waar volgens de brieven iets aan gedaan moet worden is dat vrouwen minder verschillende soorten sport beoefenen dan mannen, dat ze minder vaak sporten en dat niet zo prestatiegericht doen. Daar komt bij dat ze veel te weinig deelnemen in het bestuur van sportverenigingen. Het probleem komt er volgens de auteur op neer dat vrouwen zich in de sport niet zo gedragen als mannen. De oplossing van dit probleem wordt gezocht in het doorbreken van de keuzepatronen van vrouwen. Hiermee wordt volgens de auteur de indruk gewekt dat vrouwen verkeerd kiezen.