Ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid |
Directie
Voorlichting, Bibliotheek en Documentatie Persvoorlichting |
Nr. 98/174 25 november 1998 |
Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon 070 - 333 44 33 Telefax 070 - 333 40 30 |
Rapport Vrouwenverdrag, moederschap, ouderschap en arbeid biedt aanknopingspunten voor concreet beleid |
Hoe is de zorg voor het krijgen en
grootbrengen van kinderen te combineren met deelname aan
betaalde arbeid. Dat is een van de centrale vragen uit
het onderzoek Vrouwenverdrag, moederschap,
ouderschap en arbeid, dat in opdracht van het
ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is
verricht door een vakgroep van de Katholieke Universiteit
Nijmegen. Staatssecretaris Verstand heeft het onderzoek
aangeboden aan de Tweede Kamer. Bij het beantwoorden van de vraag zijn de beginselen van het Internationaal Verdrag tegen Discriminatie van Vrouwen (VN-Vrouwenverdrag 1979) als uitgangspunt genomen. In het rapport worden diverse concrete knelpunten aangegeven met betrekking tot aanpassing van de arbeidsduur, de afstemming van werktijden met ouderschapstaken, verlofregelingen voor ouderschapstaken en kinderopvang. De aanbevelingen richten zich, kort samengevat, op het invoeren van een wettelijk recht op deeltijdwerk, het toekennen van een wettelijk recht op afstemming van werktijden op ouderschapstaken, het toekennen van een wettelijk recht op zorgverlof en het afstemmen van de voorzieningen van kinderopvang op de behoeften van de ouders en van de kinderen. Staatssecretaris Verstand onderstreept het belang van de aanbevelingen als ondersteuning van het inmiddels door de overheid ingezette beleid. De staatssecretaris verwijst in dit verband naar het regeerakkoord waarin concrete maatregelen worden genoemd als de beoogde Kaderwet Arbeid en Zorg, de beoogde Wet Basisvoorziening Kinderopvang en het wetsvoorstel Recht op aanpassing van de arbeidsduur (o.m. deeltijdarbeid). Zij wijst er verder op dat in het regeerakkoord, met het oog op de combinatie van arbeid en zorg is gekozen voor een stimuleringsregeling gericht op experimenten om onder meer werktijden op maat en verruiming van schoolopeningstijden te bevorderen. De onderzoekers menen dat de Nederlandse wet- en regelgeving ter bescherming van het moederschap en ouderschap op onderdelen niet voldoet aan de vereisten die het verdrag stelt. De staatssecretaris verschilt hierover van mening met de onderzoekers. In de begeleidende brief aan de Tweede Kamer schrijft zij dat de verdragsstaten een beleidsruimte wordt gelaten bij de naleving van de verplichtingen. Het Verdrag zelf dwingt volgens haar niet tot aanpassing van betreffende wetgeving en beleid. Dat laat uiteraard onverlet dat daartoe wel degelijk kan worden besloten, maar dat gebeurt dan op grond van politieke en maatschappelijke overwegingen, aldus Verstand. -------------------------------------------------------- |