Het Vrouwenverdrag in Nederland anno 1997


DEEL V

Artikel 17

Commissie uitbanning vrouwendiscriminatie

1. Ten behoeve van de beoordeling van de voortgang die wordt gemaakt bij de uitvoering van dit Verdrag wordt een Commissie voor de uitbanning van discriminatie van vrouwen (hierna te noemen de Commissie) ingesteld, die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit Verdrag zal bestaan uit 18, en na de bekrachtiging hiervan of de toetreding hiertoe door de vijfendertigste Staat die partij is bij dit Verdrag, uit 23 deskundigen van hoog zedelijk aanzien en uitzonderlijke bekwaamheid op het terrein dat door dit Verdrag wordt bestreken. De deskundigen worden door de Staten die partij zijn bij dit Verdrag, gekozen uit hun onderdanen en hebben zitting in hun persoonlijke hoedanigheid, waarbij rekening wordt gehouden met een billijke geografische verdeling en met de vertegenwoordiging van de verschillende beschavingsvormen en de belangrijkste rechtsstelsels.

Kandidaatstelling

2. De leden van de Commissie worden bij geheime stemming gekozen uit een lijst van door de Staten die partij zijn bij dit Verdrag, voorgedragen personen. Iedere Staat die partij is bij dit Verdrag, kan uit zijn eigen onderdanen één persoon voordragen.

Voordracht

3. De eerste verkiezing wordt gehouden zes maanden na de datum van inwerkingtreding van dit Verdrag. De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties zendt ten minste drie maanden voor de datum van iedere verkiezing de Staten die partij zijn bij dit Verdrag een brief waarin hun wordt verzocht binnen twee maanden een voordracht te doen. De Secretaris-Generaal stelt een alfabetische lijst op van alle aldus voorgedragen personen, onder vermelding van de Staten die hen hebben voorgedragen, en legt deze voor aan de Staten die partij zijn bij dit Verdrag.

Verkiezing leden

4. Verkiezing van de leden van de Commissie heeft plaats op een door de Secretaris-Generaal op de zetel van de Verenigde Staten te beleggen vergadering van de Staten die partij zijn bij dit Verdrag. Op die vergadering, waarvoor twee derde van het aantal Staten die partij zijn bij dit Verdrag een quorum vormen, zijn die voorgedragen personen in de Commissie gekozen, die het grootste aantal stemmen op zich verenigen en die een volstrekte meerderheid verkrijgen van de stemmen van de aanwezige, hun stem uitbrengende vertegenwoordigers van de Staten die partij zijn bij dit Verdrag.

Ambtstermijn

5. De leden van de Commissie worden gekozen voor een tijdvak van vier jaar. De ambtstermijn van negen van de bij de eerste verkiezing gekozen leden loopt evenwel na twee jaar af; onmiddellijk na de eerste verkiezing worden deze negen leden bij loting aangewezen door de voorzitter van de Commissie.

6. Verkiezing van de vijf extra leden van de Commissie heeft plaats overeenkomstig het bepaalde in het tweede, derde en vierde lid van dit artikel na de vijfendertigste bekrachtiging of toetreding. De ambtstermijn van twee van de bij die gelegenheid gekozen extra leden loopt na twee jaar af; deze beide leden worden bij loting aangewezen door de voorzitter van de Commissie.

Tussentijdse vacature

7. Om te voorzien in tussentijds ontstane vacatures benoemt de Staat die Partij is bij dit Verdrag en wiens deskundige niet langer optreedt als lid van de Commissie uit zijn onderdanen een andere deskundige, onder voorbehoud van de goedkeuring van de Commissie.

Onkostenvergoeding

8. De leden van de Commissie ontvangen, met goedkeuring van de Algemene Vergadering, uit de middelen van de Verenigde Naties emolumenten op door de Algemene Vergadering vast te stellen voorwaarden waarbij rekening wordt gehouden met de belangrijkheid van de taken van de Commissie.

Personeel

9. De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties zorgt voor het personeel en de andere voorzieningen, benodigd voor een doelmatige uitoefening van de taken van de Commissie krachtens dit Verdrag.

Artikel 18

Statenrapporten

1. De Staten die partij zijn bij dit Verdrag, nemen de verplichting op zich aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties ter bestudering door de Commissie, een verslag over te leggen betreffende de wetgevende, rechterlijke, bestuurlijke of andere maatregelen die zij hebben genomen ter uitvoering van de bepalingen van dit Verdrag en met betrekking tot de in dit opzicht geboekte vooruitgang:

  1. binnen een jaar na de inwerkingtreding voor de desbetreffende Staat;
  2. vervolgens ten minste eenmaal in de vier jaar en voorts telkens wanneer de Commissie dit verzoekt.

2. In de verslagen kunnen de factoren en moeilijkheden worden vermeld, die van invloed zijn op de mate waarin aan de in dit Verdrag vervatte verplichtingen wordt voldaan.

Artikel 19

Huishoudelijk reglement

1. De Commissie stelt haar eigen huishoudelijk reglement vast.

Functionarissen

2.De Commissie kiest haar functionarissen voor een tijdvak van twee jaar.

Artikel 20

Vergaderduur

1. De Commissie komt in de regel bijeen gedurende een periode van ten hoogste twee weken per jaar ten einde de overeenkomstig artikel 18 van dit Verdrag overgelegde verslagen te bestuderen.

2. De vergaderingen van de Commissie worden in de regel gehouden op de zetel van de Verenigde Naties of op een andere passende, door de Commissie te bepalen plaats.

Artikel 21

Jaarverslag

1. De Commissie brengt door tussenkomst van de Economische en Sociale Raad jaarlijks aan de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties verslag uit omtrent haar werkzaamheden en kan voorstellen en algemene aanbevelingen doen, gebaseerd op de bestudering van de verslagen en de inlichtingen die zij heeft ontvangen van de Staten die partij zijn bij dit Verdrag. Zodanige voorstellen en algemene aanbevelingen worden opgenomen in het verslag van de Commissie, te zamen met de eventuele commentaren van de Staten die partij zijn bij dit Verdrag.

Commissie rechtspositie van de vrouw

2. De Secretaris-Generaal zendt de verslagen van de Commissie ter informatie door aan de Commissie inzake de rechtspositie van de vrouw.

Artikel 22

Gespecialiseerde organisaties

De gespecialiseerde organisaties hebben het recht vertegenwoordigd te zijn tijdens de bestudering van de uitvoering van die bepalingen van dit Verdrag die binnen het kader van hun werkzaamheden liggen. De Commissie kan de gespecialiseerde organisaties uitnodigen verslagen over te leggen omtrent de uitvoering van het Verdrag op de gebieden die binnen het kader van hun werkzaamheden liggen.