Het Vrouwenverdrag in Nederland anno 1997


5.5 Aanbevelingen voor volgende nationale rapportages

60.
Draag zorg voor de samenstelling en het up-to-date houden van een goed en actueel informatiesysteem - voor zover mogelijk raadpleegbaar via Internet - omtrent het emancipatiebeleid van de rijksoverheid en andere overheden, en omtrent ontwikkelingen op het gebied van gelijke behandeling (AWGB, WGB m/v, strafrechtelijke discrimatieverboden, EU-regelgeving, EVRM, VN- en ILO-verdragen, enzovoort, uiteraard met inbegrip van de jurisprudentie terzake).

61.
Let bij de inrichting van departementale coördinatiestructuren mede op de noodzaak tot optimale informatieverstrekking in het kader van nationale rapportage over het Verdrag.

62.
Draag er zorg voor dat vanuit de Directie Coördinatie Emancipatiebeleid heldere lijnen lopen naar vaste aanspreekpunten op andere departementen.

63.
Laat - in de tijd gezien - de nationale rapportage structureel vooruitlopen op de CEDAW-rapportage, opdat politieke beïnvloeding daarvan mogelijk is.

64.
Investeer door middel van een ruim tijdpad en voldoende deskundige ondersteuning in de voorbereiding en uitvoering van nationale rapportages.

65.
Stel de inschakeling van externe deskundigen bij volgende nationale rapportages afhankelijk van de vraag of aan de aanbevelingen 57 tot en met 64 is voldaan.