Vierde Wereldvrouwenconferentie


Bijlage I

VERKLARING VAN PEKING

1. Wij, de regeringen die deelnemen aan de Vierde Wereld-vrouwenconferentie,

2. Hier in Peking bijeengekomen in september 1995, het jaar waarin de Verenigde Naties 50 jaar bestaat,

3. Vastbesloten de doelstellingen van gelijkheid, ontwikkeling en vrede voor alle vrouwen overal te bevorderen, in het belang van de gehele mensheid,

4. Erkennende de inbreng van alle vrouwen overal ter wereld en rekening houdende met de diversiteit van vrouwen en hun rol en omstandigheden, vervuld van respect voor de vrouwen die de weg hebben geëffend en geïnspireerd door de hoop die uitstraalt van de jongeren op deze wereld,

5. Erkennen dat de positie van vrouwen het afgelopen decennium op een aantal belangrijke punten is verbeterd, maar dat die vooruitgang ongelijkmatig is verdeeld, dat ongelijkheden tussen vrouwen en mannen voortbestaan en dat er nog altijd belangrijke belemmeringen bestaan, die ernstige gevolgen hebben voor het welzijn van alle mensen,

6. Erkennen tevens dat deze situatie wordt versterkt door toenemende armoede, die een stempel drukt op het leven van het merendeel van de wereldbevolking, met name vrouwen en kinderen, en die wortelt in zowel nationale als internationale omstandigheden,

7. Wijden ons zonder voorbehoud aan het wegnemen van deze problemen en belemmeringen, om zo de verbetering (advancement) en de versterking van de positie (empowerment) van vrouwen overal ter wereld kracht bij te zetten, en zijn het er over eens dat hiertoe met spoed maatregelen dienen te worden genomen, in een geest van vastberadenheid, hoop, samenwerking en solidariteit, waardoor wij ons nu en in de volgende eeuw moeten laten leiden.

Wij bevestigen opnieuw dat wij ons ertoe verbinden om:

8. Te streven naar gelijke rechten en inherente menselijke waardigheid van vrouwen en mannen en naar andere doelstellingen en beginselen die zijn vervat in het Handvest van de Verenigde Naties, de Universele Verklaring van de rechten van de mens en andere internationale mensenrechteninstrumenten, met name het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen en het Verdrag inzake de rechten van het kind, alsmede de Verklaring inzake de uitbanning van geweld tegen vrouwen en de Verklaring inzake het recht op ontwikkeling;

9. De volledige uitvoering van de mensenrechten van vrouwen en jonge meisjes als onvervreemdbaar, integraal en ondeelbaar onderdeel van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden te waarborgen;

10. Voort te bouwen op de consensus en de vooruitgang waartoe eerdere conferenties en topconferenties van de Verenigde Naties hebben geleid: inzake vrouwen in Nairobi in 1985, inzake kinderen in New York in 1990, inzake milieu en ontwikkeling in Rio de Janeiro in 1992, inzake de rechten van de mens in Wenen in 1993, inzake bevolking en ontwikkeling in Caïro in 1994 en inzake sociale ontwikkeling in Kopenhagen in 1995, die alle waren bedoeld om gelijkheid, ontwikkeling en vrede te bewerkstelligen;

11. Volledige en doeltreffende uitvoering van de te Nairobi geformuleerde Toekomstgerichte Strategieën voor de verbetering van de positie van vrouwen te realiseren;

12. De empowerment en de verbetering van de positie van vrouwen te stimuleren, met inbegrip van het recht op vrijheid van denken, geweten, godsdienst en overtuiging, om zo te helpen voorzien in de morele, ethische, geestelijke en intellectuele behoeften van vrouwen en mannen, zowel individueel als te zamen met anderen, waardoor hun de mogelijkheid wordt gewaarborgd om hun volledige potentieel in de samenleving te ontplooien en hun leven vorm te geven overeenkomstig hun eigen aspiraties.

Wij zijn ervan overtuigd dat:

13. De empowerment en de volledige participatie van vrouwen op basis van gelijkheid in alle sectoren van de samenleving, met inbegrip van participatie in het besluitvormingsproces en toegang tot macht, van fundamenteel belang zijn om te komen tot de verwezenlijking van gelijkheid, ontwikkeling en vrede;

14. Vrouwenrechten mensenrechten zijn;

15. Gelijke rechten, kansen en toegang tot hulpbronnen, gelijke verdeling van verantwoordelijkheden voor het gezin tussen mannen en vrouwen en een harmonieus partnerschap tussen man en vrouw van vitaal belang zijn voor hun eigen welzijn en dat van hun gezin, alsook voor de consolidatie van democratie;

16. Uitbanning van armoede, op basis van aanhoudende economische groei, sociale ontwikkeling, milieubescherming en sociale rechtvaardigheid vereisen dat vrouwen een rol spelen in economische en sociale ontwikkeling, dat zij gelijke kansen krijgen en evenveel mogelijkheden hebben als mannen om volwaardig, zowel actief als passief, te participeren in duurzame ontwikkeling waarin de mens centraal staat;

17. De expliciete erkenning en hernieuwde bevestiging van het recht van alle vrouwen op zeggenschap over alle aspecten van hun gezondheid, en met name hun vruchtbaarheid, de basis vormt voor hun empowerment.

18. Vrede op lokaal, nationaal, regionaal en mondiaal niveau haalbaar is en onlosmakelijk is verbonden met verbetering van de positie van vrouwen, die een fundamentele rol kunnen spelen op het punt van leiderschap, het oplossen van geschillen en het bevorderen van duurzame vrede op alle niveaus;

19. Het van essentieel belang is, met volledige participatie van vrouwen, effectieve, efficiënte en elkaar versterkende, gender-bewuste beleidsmaatregelen en -programma’s, met inbegrip van ontwikkelingsbeleid en -programma’s, te ontwerpen, uit te voeren en te bewaken op alle niveaus die nodig zijn om de empowerment en de verbetering van de positie van vrouwen te stimuleren;

20. De participatie en de bijdrage van alle actoren in de samenleving, met name vrouwengroeperingen en -netwerken en andere niet-gouvernementele en maatschappelijke organisaties, met volledige eerbiediging van hun autonomie, in samenwerking met regeringen, van belang zijn voor de effectieve uitvoering en follow-up van het Slotdocument;

21. De uitvoering van het Slotdocument vraagt om de inzet van regeringen en de internationale gemeenschap. Door nationale en internationale toezeggingen voor actie te doen, met inbegrip van die welke tijdens de Conferentie zijn gedaan, erkennen regeringen en de internationale gemeenschap de noodzaak om met voorrang maatregelen te nemen om de empowerment en de positie van vrouwen te verbeteren.