Vierde Wereldvrouwenconferentie


Strategische doelstelling L.4

Discriminatie van meisjes in het onderwijs en bij vorming en opleiding uitbannen

Te ondernemen actie

279. Door regeringen:

  1. Zorgen voor algemene en gelijke toegang tot het basisonderwijs en ervoor zorgen dat alle kinderen dit afmaken, en de bestaande kloof tussen meisjes en jongens dichten, zoals bepaald in Artikel 28 van het Verdrag inzake de rechten van het kind; [11] er tevens voor zorgen dat alle meisjes en jongens, inclusief de kansarmen en de begaafden, in het jaar 2005 gelijke toegang hebben tot voortgezet onderwijs en ook tot hoger onderwijs, inclusief beroepsonderwijs en technisch onderwijs;
  2. Stappen ondernemen om programma’s voor functioneel lezen, schrijven en rekenen, met name voor meisjes die niet naar school gaan, in ontwikkelingsprogramma’s te integreren;
  3. Bevorderen dat in onderwijsprogramma’s mensenrechteneducatie wordt gegeven en daarin het feit betrekken dat de mensenrechten van vrouwen en meisjes een onvervreemdbaar, integraal en ondeelbaar onderdeel uitmaken van de universele mensenrechten;
  4. Zorgen dat meer meisjes zich inschrijven voor onderwijs en dit ook blijven volgen, door passende begrotingsmiddelen toe te kennen en door de steun van de gemeenschap en de ouders in te roepen via campagnes en flexibele roosters, stimulansen, beurzen, instroomprogramma’s voor meisjes die niet naar school gaan en andere maatregelen;
  5. Opleidingsprogramma’s en materiaal ontwikkelen voor leerkrachten en begeleiders, om hen beter bewust te maken van hun eigen rol in het onderwijsproces, teneinde hun effectieve strategieën in handen te geven voor gender-bewust onderwijs;
  6. Maatregelen treffen om te verzekeren dat vrouwelijke docenten en hoogleraren dezelfde mogelijkheden en dezelfde rechtspositie hebben als mannelijke docenten en hoogleraren.

280. Door regeringen en internationale en niet-gouvernementele organisaties:

  1. Onderwijs en opleiding in praktische vaardigheden geven om voor meisjes de kansen op werkgelegenheid en de toegang tot besluitvormingsprocessen te verruimen;
  2. Onderwijs verzorgen om de kennis en vaardigheden van meisjes met betrekking tot het functioneren van economische, financiële en politieke stelsels te verruimen;
  3. Zorgen dat meisjes met een handicap passend onderwijs kunnen volgen en vaardigheden aanleren om volwaardig aan het leven te kunnen deelnemen;
  4. De volledige en gelijke deelneming van meisjes aan buitenschoolse activiteiten, zoals sport, toneel en culturele activiteiten, bevorderen.

Strategische doelstelling L.5

Discriminatie van meisjes op het gebied van gezondheid en voeding uitbannen

Te ondernemen actie

281. Door regeringen en internationale en niet-gouvernementele organisaties:

  1. Voorlichting geven over het afschaffen van voor meisjes discriminerende praktijken bij de toedeling van voedsel, op het gebied van voeding en toegang tot gezondheidszorg;
  2. Meisjes, ouders, leerkrachten en de samenleving bewust maken van het belang van goede algemene gezondheid en voeding en beter inzicht geven in de gezondheidsrisico's en andere problemen in samenhang met zwangerschappen op jonge leeftijd;
  3. Voorlichting en dienstverlening op gezondheidsgebied verbeteren, in het bijzonder m.b.t. programma’s voor primaire gezondheidszorg, inclusief seksuele en reproductieve gezondheid, en hoogwaardige gezondheidsprogramma’s opzetten, die voorzien in de lichamelijke en geestelijke behoeften van meisjes en aansluiten bij de behoeften van jonge en voedende moeders en zwangere vrouwen;
  4. Onderlinge voorlichtings- en dienstverleningsprogramma’s opzetten, ter ondersteuning van individuele en collectieve maatregelen om de kwetsbaarheid van meisjes voor HIV/AIDS en andere seksueel overdraagbare ziekten te verminderen, zoals overeengekomen in het Actieprogramma van de Internationale Conferentie inzake bevolking en ontwikkeling en vastgesteld in het verslag van die Conferentie, met erkenning van de rol van ouders, zoals vermeld in punt 267 van dit voorlopige slotdocument;
  5. Zorgen voor voorlichting en verspreiding van informatie onder meisjes, en wel met name jongeren, betreffende de fysiologie van de voortplanting, reproductieve en seksuele gezondheid, zoals overeengekomen in het Actieprogramma van de Internationale Conferentie inzake bevolking en ontwikkeling en vastgesteld in het verslag van die conferentie, verantwoorde gezinsplanning, gezinsleven, reproductieve gezondheid, seksueel overdraagbare ziekten en voorkoming van HIV-besmetting en AIDS, met erkenning van de rol van ouders, zoals bedoeld in punt 267;
  6. Vorming op het gebied van gezondheid en voeding als integraal deel opnemen in alfabetiseringsprogramma’s en schoolleerplannen, te beginnen in het basisonderwijs, ten behoeve van meisjes;
  7. De rol en de verantwoordelijkheid van jongeren op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en het desbetreffende gedrag onderstrepen door verlening van passende diensten en begeleiding, zoals besproken in punt 267;
  8. Informatie- en opleidingsprogramma’s ontwikkelen voor opstellers en uitvoerders van plannen voor de gezondheidszorg met betrekking tot de specifieke gezondheidsbehoeften van meisjes;
  9. Alle passende maatregelen treffen teneinde traditionele handelwijzen af te schaffen die schadelijk zijn voor de gezondheid van kinderen, zoals bepaald in artikel 24 van het Verdrag inzake de rechten van het kind; [11]